Ooit was niet nu

‘Tot ziens’, was alles wat hij zei. Hij bleef zelfs niet nog even staan om te kijken of er geen krokodillen, wolven en seksbeluste mannen te bespeuren waren op weg naar de voordeur, hij draaide zich gewoon om. Al was ik lucht. Ik hoor mezelf vragen of er na vandaag nog een morgen voor ons komt. Tussen het spreken van de stilte wringt zich een hand om mijn nek. ‘Tu n’as que mon cœur, meisje, vergeet dat niet.’

Broer,

Gisteren was ik nog je slimme duivel, vandaag zoek ik in de holte van je navel naar de verloren prinses in mij.

Ik koester de jaren, al waren het de eerste zonnestralen die mijn huid deden tintelden. Hoe ik samen met je zusje de buurt terroriseerde, hoe jij hordes boze kerels de laan uitstuurde. Ik had zelfs nog even onschuldig geglimlacht toen je vroeg of ze ons ‘zomaar’ kwamen lastigvallen. Ik was toen 13, ondeugend en ik fietste al alleen naar school.

Bekentenis

Ik beken. Het ging allemaal veel te snel. Toen ik afgelopen weekend wakker naast je werd, wist ik dat het beter bij die paar onschuldige weken gebleven was. Ik wist dat ik het niet kon – ik heb het immers nooit gekund – houden van iemand anders, iemand die niet mezelf was. Maar ik wou het toch proberen. Al was het maar uit schuldgevoel; hoe ik zei dat jij en ik een eeuwigdurend sprookje was, hoe jij zei dat ik zo mooi was en zo lief en zo goed met woorden. Hoe ik dacht aan de dingen die ik schreef voor jou, en nog voor zo veel anderen. Soms is het beter onzichtbare woorden te spreken.

En dan ga je zo weg

Met haar waren alle zomerdagen dezelfde, maar daarom niet minder spannend. ’s Middags werd hij wakker in een verlaten huis, zocht in de zakken van een rondslingerende Hillfiger-jeans naar zijn Nokia en keek naar de foto die op het schermpje brandde als vuur in de nacht. Ze waren nog geen maand samen en hoewel Ilse & Robin veel te liefjes in de oren klonk, konden ze makkelijk doorgaan voor de Vlaamse Bonnie & Clyde. Hij was op de hoogte van haar zwakte voor het mannelijke geslacht, zij wist dat ze hem best duizenden kilometer van drugs en dealers vandaan hield. Maar samen leken ze zo vertrouwd, als honing. Zolang het niet te plakkerig werd, vond hij het best.

Een treurige affaire

Het was nooit meer dan een wedden-dat-ik-jou-kan-krijgen en een wedden-dat-jij-mij-wil-hebben. Een zomerse bevlieging die overwaaide naar de eerste winterdagen. Lekker warm, bijna plakkerig zelfs, en dan diepvrieskoud, als koele wind op een warm lijf.