21 december

Ik heb een veel te kort winterjurkje-met-engeltjesvleugels aan. Het is kerstmarkt en mijn taak bevindt zich tussen drankjes opdienen en het jurkje subtiel naar beneden trekken om de aandacht niet af te leiden van alle verjaardagskalenders en artisanale kaarsen. Maar waarschijnlijk tevergeefs: ik sta ook nog eens knallend rood van de warmte.

I love culture

Ik zwerf door de Pauwenhofstraat met het bruine twee-urenvriendje aan mijn rechterhand. Hij draagt een leren jasje, heeft zwart haar, een cabrio en volgens goede bron een enorme lul, dus waarom niet. Terwijl we langs de Brugse reien wandelen, verzin ik ontwapenende antwoorden op standaardvragen. Hoe oud ik ben. (91, waarom?) Het beroep van mijn vader. (half minister van Asielbeleid, half geniaal) Maagd. (nee sorry, schorpioen)

Ex-diva

Mijn familie heeft niks met cultuur. Bij mijn vader thuis liggen de schilderijen op zolder, speelt geen radio en wordt Gezelles Verzameld Dichtwerk gebruikt als decoratie tijdens kerst- en feestdagen.

Ma vie en rose

Het is inmiddels een dinsdag na twee november en de wereld is nog altijd even donker. Moe lees ik dat kleine Younes misschien aan afrit 5 ligt dood te gaan en sms-t Stijn dat hij nog steeds die ene vrouw zoekt om hem gelukkig te maken. Boven mijn bed hangt jouw foto te waaien en zwaaien alsof er niets gebeurde. Een beetje als de witte chrysant en de vijftien begonia’s op mijn grootvaders graf, laat de aankomende winter zijn sporen na op mijn vakantiehumeur.

Novemberblues

Wachten is zalig, meende opa in zijn oudste jaren. Voorlopig vind ik mijn leven dat voorbijflitst op ijzeren treinsporen nog altijd fascinerend en de filosofie achter dat wijze zinnetje ontbreekt mijn achttienjarige brein volledig. Het is dinsdagnamiddag en terwijl ik aan de allergrootste man aller tijden denk, althans volgens mijn oma en mij, flirt ik met mezelf in de spiegel.