Onkruid vergaat – 1/2

Een goede en zeer gewaardeerde vriend van mij, meer een tweede vader want ik ben er kind aan huis, is een man van het type: ik hou van alle vrouwen. Hij ziet ze graag als lustobject. Maar als puntje bij paaltje komt heeft hij een heel klein hartje en staat hij klaar om, wie dan ook, belangeloos te helpen.

Moord

[i]”Ik háát je voor het geluk dat je mij hebt voorgehouden en het brandende verlangen ernaar dat je achterliet toen jij je eigen weg insloeg”[/i], schreeuwt hij uit. Met een waanzinnige blik in zijn ogen stormt hij op haar af en vliegt haar naar de keel. Ze verlamt van schrik. Aan de grond genageld verspeelt ze haar kans om weer te vluchten. Eindelijk heeft hij haar te pakken en dit keer zal hij haar nóóit meer laten gaan. O nee, daarvoor is zijn honger te groot. Als een roofdier heeft hij zich eindeloos lang verscholen in een duistere schuilplaats, geduldig wachtend om genadeloos toe te slaan. Nu is dat moment daar.

Le-asbak?

De peukcontainer in mijn Rover zat overvol en het werd daarom ook hoog tijd voor een nieuwe auto. Ik zou blij moeten zijn, maar ik heb gemengde gevoelens. Zit mijn vertrouwde auto eindelijk lekker als een ouwe jas, loopt het contract alweer af. Tijd kent kennelijk geen maximum snelheid. Als een pooier ben ik, Windows-shoppend, op zoek gegaan naar een nieuwe bolide om mee te rijden. En op dit moment ben ik onderweg om mijn nieuwe leasebak te halen. Wat een luxe! Nieuwe koets, dus feest in Camelot zou je zeggen.

Tussen hemel en aarde

Uitgeblust ligt hij op zijn sterfbed. Het vuur, dat zijn gepassioneerde leven altijd zo overheerste, is gereduceerd tot een waakvlam die enkel zijn vitale levenfuncties nog verwarmt. Gelaten is hij zich bewust dat de tijd van zijn, spoedig vervlogen is. De laatste korrels, in de zandloper van leven en door de tijd tot een parelsnoer aanééngeregen, snellen zich door de uitgeërodeerde vernauwing naar het depot, waar ze zullen blijven liggen tot het einde der tijden.

Kiespijn

Godver degodver de…godver. Het was woensdag 22 november en pijn aan een kies stemde mij niet vrolijk die dag. Met mijn tanden in het stuur zat ik genadeloos vast in de file, op weg naar mijn afspraak waar ik behandeld zou worden aan de pijn in mijn bek. Door de verkeersopstopping kon ik nooit meer op tijd zijn. En terwijl ik weet dat het geen zin heeft om te stressen, kon ik er niet aan ontkomen op dat moment.