‘t Is gebeurd hoor.

12:00 melden in het ziekenhuis. Mijn altijd lieve paps brengt me en ik word netjes voor de deur afgezet. Bij de receptie word ik doorverwezen naar afdeling 1A (dagopnamen). Daar weer melden bij de receptie en ik mag in een wachtkamer plaatst nemen. Al zittende en lezende aan een tafel worden er wat maaltijden binnen gebracht. Lekker, maar niet voor mij. Ik sta al sinds gisteren droog omdat je nuchter aan de operatie dient te beginnen. Een beetje een kwelling is dat wel.

Grijze cellen

“Een liesbreuk huh. Kleed u maar uit en gaat u maar liggen. Zo, u bent niet dik. Dat zien we niet vaak meer. Ja, dat wordt wel een operatie, maar gezien uw lijn zal dat geen problemen opleveren. Het litteken kan zelfs wel wat kleiner, we zullen er goed bij kunnen.”

Domme pech

Hoewel men zegt dat het geluk met de domme is, kan ik dat niet beamen. Ik heb meer last van domme pech. De Dijk heeft daar nog eens een paar treffende zinnen van gezongen. Al gaat het nummer over eenzaamheid.
*Een lekke band, wind tegen en geen fietspomp op de afsluitdijk.*
*Of het uit het zicht verdwijnen van de achterlichten van de laatste trein naar huis.*
En dat soort dingen heb ik vaak, soms te vaak.

Walvis vangen

We hebben nog een uurtje over en het is nog steeds lekker warm. Het kon wel eens de laatste mooie zomerdag zijn, maar het is in ieder geval de laatste kans in mijn vakantie om samen met de kinderen naar het strand te gaan.

Politie op mijn gemak.

Ik ben wat vroeger uit mijn werk vandaag en op mijn gemak rijd ik naar huis. Haal wat auto’s in en zie er een paar honderd meter voor mij nog meer die ik in ga halen. Ik besluit niet naar rechts te gaan want er zit toch niets achter mij.