Zonder pit

Na het late zaterdagontbijt, het spellen van de krant en veel sterke koffie, moet ik eraan geloven. Nog wat laatste boodschappen halen voor het komende weekend, met eters op zondag. Het naburige stadje is maar een paar kilometer verder op. Dus zo’n ramp is dat niet.

Texelaria

Geschreeuw van hongerige en brutale meeuwen die de pont volgen. Een oud krakend exemplaar, nog net niet opzetklaar, vaart mee op de rand. Hij kijkt ons meewarig aan. Als ik vraag waarom draait hij zijn kop af richting zee.
Door de felle wind zijn wij met hem de enige passagiers die zich buitendeks wagen. Het motregent trouwens. Maar dat voelen we langzamerhand niet eens meer. Wie herinnert zich nog een droge dag?

Peins

Het gaat allemaal veranderen in de wereld. Ja, waar bestaat de inhoud van krantenstukjes anders uit? Goed beschouwd hebben ze dit allemaal tot onderwerp, in het groot of in het klein. Als het gaat over relaties en de ontwikkelingen daarin en visies daarop, lees ik ze altijd. Met ook altijd hetzelfde resultaat: ik word er erg onzeker van.

Bah-ger!

De brandweer met twee wagens, ‘s nachts om half drie. Of heet dat ’s morgens? Nou ja, via mijn jankerige 112-oproep, komen ze na een half uur aangescheurd, met knipperlichten, walkie-talkies, helmen en glimmende pakken, om ons dijkhuis te redden dat bijna succesvol pogingen doet om boot te worden. Enorme slangen worden uitgerold en slurpen water met bagger de dijk over, de Linge in.

Concerto grosso

Interessant, hoor, die Toscaanse stadjes met oplopende straten en oude gebouwen. Maar nu even basta. We gaan gewoon nog een week richting zee. Met een schepje, een emmertje en misschien een dik boek. Daarna zijn we er klaar voor om in drie dagen terug te reizen naar huis, met de blik op oneindige snelweg. Oude popmuziek met de cd-speler meeblèrend. Zo hard als we kunnen.