Doorgeefeten

Na twee heftige weken Corsica en wat uren varen spuugt de foeilelijke ferry ons achteloos uit in Livorno, samen met ontelbare motorrijders.
Een beetje verwezen rijden we de veerhaven uit en de nabije havenloze wijk in. Het is net avond geworden.

Worstscenario

Het ijskoude water komt zó via een pijpje de berg uit stromen, de weg op. Het smaakt zoetig en strijkt fluweelzacht langs je keel. We kunnen er niet genoeg van krijgen. Straks lossen we nog op. Vooral na een aantal uren steil klimmen en dalen is het verrukkelijk.

Appie!

‘Even wachten, straks. Ja, ja we gaan zo, Ap’. Kwispelend met zijn hele lijfje staat hij mij met zijn donkere ogen door een paar ruige haren aan te kijken. Treurig en tegelijkertijd verwachtingsvol: een onweerstaanbare combinatie.
Weet hij dat zelf ook? Ik denk het wel. Een al vaak uitgeprobeerde en ondertussen ingebakken succesformule, die hij herhaalt, de slimmerd.

Naaldhakken

Als ik net achttien word moet het er van komen: pumps met naaldhakken aan onder donkerbruine nylons. Die zitten vast met een jarretelgordeltje. Van die ragfijne nylonkousen waar de ladders al in springen als je er naar kijkt, of die raar dreigen te gaan kronkelen langs je benen. Vooral als je zoals ik, van die spillebenen hebt. Soms zit er een naad aan de achterkant: echt het summum van Hollywood-sexy-chic.

Queenies

De eerste passen, die ik op dansles leer op mijn zeventiende, maak ik met queenies: beginnerspumps met een sierlijk piepklein hakje. De jongens krijgen een rood hoofd, als ze een meisje met de verplichte strakke buiging ten dans komen vragen. Wij meisjes zitten aan de rand van het zaaltje op onze stoel te wachten, tot we gevraagd worden. Minstens zo verlegen. Quick-quick-slow, quick-quick-slow, in quickstepmaat schuiven en draaien we met instructies braaf over de gewreven houten vloer. Het parket is in visgraat gelegd, zoals je dat nu vooral nog in oude musea ziet.