Ik wankelde dus met bibberende knieën naar de tafel waar Spicht zat. Alle vrouwen keken op. Ook Spicht. Ze was nog magerder dan ik al had gezien. Ze was plat. Ze had een hard gezicht. Ik boog me bij haar voorover. Ik rook bier, sigaretten, maar ook een typische vrouwenlucht. Zou ze parfum gebruiken?
‘Willem ziet wel iets in jou,’ fluisterde ik.
Het harde gezicht spleet open in een glimlach. Nu zag ze er leuk uit. Maar het harde zat nog wel in de ooghoeken.
‘En of je een pils van ‘m wil,’ zei ik er zomaar achteraan.
Ze knikte heftig. Net een verheugd klein kind.
Ik liep naar Willem. ‘Ze wil wel ‘n pils van je.’
‘Knap,’ zei Willem bewonderend. ‘Heelknap.’ Hij maakte een gebaar naar de bar.
‘Jij ook een,’ zei Willem. ‘Op ‘t sukses.’
‘Nee!’ protesteerde ik.
‘Op ‘t sukses,’ dwong Willem.
‘Nou vooruit,’ gaf ik toe, ‘op het succes.’ Toen ik van de tweede pils dronk merkte ik dat het toch beter viel. Zou ik er aan wennen? En het was hier ook best gezellig.
‘Beetje plat,’ ontviel het me plompverloren. Ik moest Willem natuurlijk wel goed inlichten. Niet dat hij het me later zou verwijten. ‘Maar ze lijkt me wel lief,’ voegde ik er aan toe.
‘Beetje plat,’ mompelde Willem. Hij staarde naar Spicht.
Ik knikte. Had ik nou teveel gezegd? Was dit het einde van een veelbelovende relatie?
‘Lief,’ mompelde Willem. Hij stapte van de barkruk. Hij wandelde bedaard naar de tafel met dames. Ze waren een tweede spelletje begonnen. Spicht was zowaar alweer aan het uitleggen.
Willem bleef stilstaan voor het tafeltje. Spicht zat aan de andere kant. Ze keek op. Ze kleurde. Willem knikte. Spicht knikte. Het was duidelijk. Ze zagen wel wat in elkaar.
Willem liep bedaard om de tafel heen en bleef achter Spicht stilstaan.
Ze was aan de beurt. Rappe vingers duwden fiches tussen andere fiches. Legden rijtjes aan. Verplaatsten supersnel andere fiches, vormden nieuwe combinaties. Er steeg een goedkeurend gemompeld op aan tafel. Spicht was een kampioen. Dat zag je gewoon.
Willem legde een grote hand op haar schouder. ‘Goesso meissie,’ mompelde hij.
Spicht draaide haar hoofd en keek op. Je zou zweren dat er iets van verliefdheid op dat harde gezicht te bespeuren viel.
Willem grijnsde. Liefde op het eerste gezicht. Ze moesten een beetje geholpen worden. Dat was alles.
Willem liep weer terug naar de barkruk. Er stond nog een halfje pils. Zonder te kijken pakte hij het op en dronk het in één teug leeg. Net of hij het zwaar had gehad.
‘Kom,’ beviel hij.
Het was genoeg, begreep ik. Hij had contact gelegd. Hij had haar aangeraakt. Ze had naar hem geglimlacht. Hij had ook gezien dat ze verliefd keek. Dat moest hij nou eerst verwerken. Als je jaren geen vriendin hebt gehad, nooit getrouwd bent geweest is dat een wereldschokkende gebeurtenis.
We liepen de kroeg uit. Ik voelde dat ik wankelde. Ik had twee grote pils op. In de kroeg niets aan de hand. Buiten de kroeg kloten.
Er was opeens een zware hand die m’n schouder greep en me recht zette
‘Kennie nietzogoedtegen,’ zei een brommende stem.
‘Ben ik niet op ingericht,’ hoorde ik mezelf zeggen.
‘Nogbedank,’ hoorde ik de brommende stem naast me zeggen.
‘Isgoed,’ zei ik. Toen we langzaam onze huizen naderden begreep ik dat van het hek vanavond niets meer komen zou. Mijn hoofd was een heelal vol Spichten en Willems die elkaar verliefd aankeken.
Categorieën: Hokusai bon
2 reacties
Casper · 16 januari 2003 op 10:03
Het blijft een leuk en interessant verhaal Cor!
Elke keer kom je weer met nieuwe verrassende dingen.
Ben benieuwd wat Willem verder nog voor jou (en dus natuurlijk voor ons) in petto heeft! 😉
gast · 16 januari 2003 op 20:38
Hoi Casper.
Nu Spicht in beeld is hebben we alle personen bijna gehad. Er komt er nog een, en dan gaat het onvermijdelijke gebeuren…