REBECCA en MICHAEL rennen krijsend door de hal van het ziekenhuis. Ze hebben zich nooit aan mij voorgesteld, maar hun ouders schijnen slechts op luidruchtige toon te converseren met hun kroost. Terwijl het hele gezin zich met grote voorraden in Aldi-tassen verschranst in het luxueuze restaurant, probeer ik mijn diepe wallen te laten verdwijnen met een korte publieke rust. Tevergeefs. De man met een de enorme buik en zeker drie gouden kettingen rondom zijn speknek geeft zijn volwassen bleekgeverfde dochter een uitbrander. VANESSA, heet ze. Aangenaam kennis te maken. Binnen de volgende vijf minuten ontmoet ik ook JEFFREY, die zijn zusje niet mag pesten. JEFFREY doet de familie eer aan en begint hard te gillen van pijn op het moment dat de jongste telg aan zijn oorringetje trekt. Haar echte naam weet ik nog niet, omdat iedereen continu naar haar refereert als ‘het rotkind.’ Met een diepe zucht valt mijn hoofd tegen de muur achter me.

Ik leef nu anderhalve week in dit ziekenhuis, om steun te bieden aan mijn zusje. Twee uur per dag houd ik verplicht pauze in dit restaurant beneden. Een mok soep, een kop cappuccino en dan rustig dommelen. Dat was mijn ritme tot gisteren, toen het hele gezin zich dit restaurant toe-eigende.

‘Het rotkind’ tilt mijn ooglid op. Even word ik deelgenoot gemaakt van die vreselijke familie, als het kleine blonde kreng en ik het tegelijkertijd uitschreeuwen van schrik. Haar moeder, een vrouw in een doorschijnende kamelenteenbroek, blauwe string met lovertjes en een alles onthullend rimpeldecolleté stelt haar jongste voortbrengsel ook aan me voor. SVETLANA! Het blonde geval begint aandoenlijk hard in mijn oor te huilen en ontbloot haar ongelijke gebit. Ik prop er van schik mijn halve broodje brie in. Ik had toch geen trek meer.

Een plotselinge golf van eendracht trekt door de familie. MICHAEL en REBECCA zwijgen, JEFFREY imiteert zijn speknekvader en loopt wijdbeens op me af. Stringmama en VANESSA zetten hun handen in de zij en laten hun plumpuddingdijen langs elkaar schuren in de opmars naar mijn tafel. Ik kijk benauwd opzij. Drie bejaarden, een man met een zuurstofpomp en een manke dertiger. Een iele zakenvrouw kauwt lijzig haar blaadje sla weg, dat blijkbaar zoveel concentratie vereist dat ze niets anders meer ziet. Ik slik.

Het hele gezin staat rondom mijn hoektafeltje. Er is geen uitweg en ze snuiven gezamenlijk zo hard door hun neuzen dat mijn servetje zachtjes wappert. Op dat moment haalt ‘het rotkind’ verbouwereerd het broodje uit haar mond. ‘Bah!’ roept ze en ze waggelt rustig terug naar de Aldi-tassen.

Even blijft het volkomen stil.
‘Dus zo stopt ze met krijsen,’ zegt JEFFREY.
‘Ah, ze lust geen brie,’ beaamt stringmama.
‘Wat een rust. Eindelijk!’ roept speknekvader.
‘Pff, mijn voeten doen zeer,’ zeurt de oudste zus.
Zonder nog iets te zeggen, draaien ze zich tegelijkertijd om.

De volgende dag plof ik met mijn cappuccino op dezelfde zachte bank. REBECCA en MICHAEL rennen krijsend door de hal van het ziekenhuis. Ik laat me verder wegzakken in de hoop dat ze me niet zien, maar de Aldi-tassen negeren me. Alsof er niets is gebeurd.

Categorieën: Gein & Ongein

12 reacties

SIMBA · 30 november 2008 op 17:04

[quote]Terwijl het hele gezin zich…. verschranst in het luxueuze restaurant,[/quote]
😆

Bitchy · 30 november 2008 op 18:27

[quote]Haar echte naam weet ik nog niet, omdat iedereen continu naar haar refereert als ‘het rotkind.[/quote]

Ik ken kinderen die heten Jeffrey en Priscilla… maar volgens mij deden zij boodschappen bij de lidl, dus dat kunnen ze niet zijn 😆

Heerlijk die namen, zeker als je ze plat utrechts uitspreekt :hammer:

Dees · 30 november 2008 op 18:55

Geweldig!!! Ik zie je wegzakken als onterechte Aldi baglady 😆

Alleen moet ik wel toegeven dat ik REBECCA dus wel een hele mooie naam vind, een beetje de vlag op de moddergezinnen. Qua naam.

Een klein puntje, je ‘verwijst naar’, maar ‘refereert aan’. Ik vind dit soort opmerkingen eigenlijk gezeur onder een goeie column, alleen is het bij jou uitzonderlijk en wil je het mss zelf graag weten.

Grtz,

Dees

Mup · 30 november 2008 op 19:30

:hammer:
Ook in geuren aan kleuren aan je zus verteld, hoop ik.

I.p.v. de namen in hoofdletters had je ze misschien ook fonetisch neer kunnen zetten, maar het blijft een ijzersterk stuk.

Groet Mup.

WritersBlocq · 30 november 2008 op 22:37

Zeldzaam gelachen tijdens het lezen, dit is nou echt een staalje ZINNENVOL GEWELD!!!

doemaar88 · 1 december 2008 op 12:44

Heel leuk neergezet, Neuskleuter. Kan me heel goed voorstellen hoe je je gevoeld hebt 😆

Neuskleuter · 1 december 2008 op 17:38

Oeh, wat een leuke reacties! Bedankt!
Het ergste van dit hele stuk vind ik persoonlijk, dat ik alleen maar het verhaal heb bedacht. De stereotypen liepen er al. De eerste drie alinea’s zijn waargebeurd. Maar dat even terzijde 😉

@Bitchy: hehe… twee namen zijn afkomstig uit een Utrechts gezin. Het waren mijn bovenburen, maar ik kende ze al bij naam voor ik hen ooit had gezien.

@Dees: dank je! Ik heb nu een taalliefhebber als collega en hij wijst me ook steeds op mijn voorzetselcombinaties. Sommige mensen zouden het als gezeur zien, ik ben er alleen maar blij mee. Anders wordt het nooit beter 😉

lisa-marie · 1 december 2008 op 19:38

Ik heb er vreselijk om gelachen. 😆 😆
Toen ik het las veranderde het gezin in echt onvervalst brabants geheel.
Heerlijk die types!

KawaSutra · 2 december 2008 op 00:45

IJzersterk neergezet. Ik heb genoten van dit sterk staaltje creatief schrijven.

Mien · 2 december 2008 op 07:45

Wat een familie!?
… en een plots besef dat je behalve in de Balkan, China of Afrika ook bij de Johnnies op de wereld gezet had kunnen worden.

Verstikkend idee.
En dan ook nog gevangen in een ziekenhuis.
In de kantine.

Lucht niet echt op.
Wel deze column …

Het onuitspreekbare zet jij hier sterk neer.
Herkenning alom.
Knap geschreven.

Een broodje Brie zal nooit meer hetzelfde smaken … :hammer:

Mien Lacht Toch Wel Een Beetje Met Kiespijn :lach:

arta · 2 december 2008 op 09:02

Alleen al om de namen in hoofdletters lag ik blauw! (ik hoorde ze gekrijst worden!)
Inderdaad een sterk stukje schrijfwerk!
🙂

KingArthur · 2 december 2008 op 11:20

Leuk stukje, beeldend geschreven.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder