Het boek opengeslagen

In een vorig stukje op een andere column-website deed ik mijn beklag over het gebrek aan een leider bij Oranje. Nu ik terugkijk schaam ik me oprecht dat ik uitlatingen doe over iets waar ik diep in mijn hart al geen waarde meer aan hecht: aan bijzaken. Aan voetbal, iets wat in alle opzichten fascinatie en aantrekkingskracht heeft. Toch was ik opgelucht, want ik maakte me druk om een bijzaak.

Vakantievrienden

“Oh ja, je zorgt wel voor de hamster hè?” riep ze vlak voordat de treindeuren zich sloten. Ik had net mijn dochter naar de vakantietrein gebracht. Daar stond ik dan, voor een periode van zes weken had ik de zorg voor haar lievelingsdier opgedragen gekregen.

Bekkenbeul

“Het doet maar even pijn” zei de lieftallige tandartsassistente terwijl de wat minder fris ogende tandendokter me smalend aankeek. Hij hield de spuit nog even voor mijn gezicht zodat ik nog eens goed kon zien hoe groot het was. Hij was duidelijk niet gevoelig voor mijn non-verbale signalen van wanhoop en angst. Terwijl zijn zwaar behaarde armen in de weer gingen wipten zijn zwarte weerbarstige wenkbrauwen op en neer. In gebrekkig Nederlands zei hij:”Ik starten nu”.

Anuskak

‘Anuskakker, anuskakker, anuskakker!’ WAT?! ‘Anuskakker, anuskakker, anuskakker!’ WAT?! Je zou haast denken dat er een derde zin aan zit te komen. ‘Anuskakker, anuskakker, anuskakker!’ WAT?! En je had gelijk. Het leven is nu eenmaal zo voorspelbaar als anuskak, dus je kunt al snel gelijk krijgen.