Lieve Boris

Lieve Boris,

Ik ben apart. Ik ben moeilijk. Ik ben jaloers. Maar ik ben ik, en ik kan er niets aan doen. Ik wil mezelf niet veranderen, niet in alles, maar ik wil wel proberen een betere vriendin te zijn. Je weet niet mijn hele verhaal, en daarom zal ik je proberen uit te leggen waarom ik ben zoals ik ben…

Kinderen

Laatst, begon mijn vriendin ineens spontaan over kinderen.
Ik schrok ervan en wist eigenlijk niet zo goed wat ik erop moest antwoorden.
Had er nog nooit over nagedacht eigenlijk. Ik vroeg haar of ik er een nachtje over mocht slapen, alvorens ik een beslissing zou nemen. Mijn gedachten dwaalde af naar een doemscenario. Van die jankende, schijtende, kwijlende kinderen die belangrijker in haar leven worden, dan ik nu ben en mijn leven tot een hel maken. En ik denk, dat ik het leven van zo’n kindje ook tot een hel maak.

Het dondert in de hel

“Papa, waar houdt de lucht op,” vroeg ik als kind aan mijn vader. Ik zie hem nog op de rand van mijn bed zitten. Zijn witte haar als manen achter zijn oren gekamd. Hij bracht altijd een glas melk voor het slapengaan en als ik de trap hoorde kraken wanneer hij naar boven kwam, pijnigde ik mijn hersens om de meest moeilijke vragen te stellen, zodat hij nog wat langer bij me bleef. Hij had op iedere vraag wel een theoretisch, wetenschappelijk of technisch antwoord.

Mijn vriendje is geweldig..

Mijn vriendje is geweldig. Mijn vriendje is de beste. Mijn vriendje heeft zo’n geweldig ego dat hij wil dat ik een column schrijf over hoe geweldig hij wel niet is. Nou bij deze. Het is ook veel makkelijker iemand anders op te hemelen dan jezelf. Ik zou met gemak een kantje vol kunnen pennen over hoe geweldig ik wel niet ben, en ook al is het allemaal gebaseerd op harde feiten en objectieve onderzoeksresultaten, het zou snel gaan vervelen. Op deze manier is er tenminste één persoon die deze column met smaak zal lezen, mijn vriendje.

Knuffelen met Bella15

Ietwat onhandig klim ik met mijn lenige lichaam over het ijzeren hek. Aan de andere kant spring ik soepel naar beneden. Middenin een hoop stront. Gatver. Als ik weg wil lopen, zuigt mijn gebloemde kaplaars zich vast in de bruine drek. Verdomme. Terwijl ik ondersteund word door de cursus begeleidster trek ik met al mijn kracht de laars los. Ja hoor, jongens. We kunnen weer.