Aan zijn beige besmeurde broek hangt iets roods te bungelen. Juist voor zijn kruis, niet echt gepast om naar te staren. Terwijl hij in gebrekkig Duits zijn zelf gebouwde modelschip aan ons laat zien, waag ik een korte blik op het slingerende dingetje. Geen idee wat het is. Zijn broek is smerig. De bruine, verweerde huid van zijn gezicht ook. Een gezicht met grote natte lippen waaruit een zware alcoholwalm ontsnapt. De kleur van zijn ogen gaat verloren achter een bril met dikke glazen. Mijn eerste indruk is dat ik hem mag, onze Hausmeister, zoals hij zichzelf noemt. Hij geeft ons de sleutels van zijn Chata Mariánská om zich dan zelf weer terug te trekken in het aangrenzende schuurtje. Daar slijt hij zijn dagen, tussen drank en schepen. We zullen hem de komende week niet veel zien. Als een schim sluipt hij in de marge van onze vakantie, bierflesje in de hand.

Onze auto past precies maar past ook niet. De glanzende nieuwe lak vloekt tegen het oude houten afdak. Zoals ook onze reistassen afsteken tegen het donkerbruine bloemetjesmotief van de vloerbedekking. In de slaapkamer staat een voorraad kolen naast een potkachel. Ineens zijn we modern en rijk. Ondanks ons kleine vakantiebudget kunnen we iedere avond naar een restaurant, royale fooien geven en nog een pot bier en ijsjes voor de kinderen na bestellen.

Zijn land is mooi. Mooi omdat het ook lelijk is. Waarom hou ik van landen waar schoonheid schuilt achter afgebladderde huizen, grauwe flatblokken, troosteloze winkeltjes met vunzige tuinkabouters? Misschien omdat ik als kind al een paar keer in de rode wereld achter het IJzeren Gordijn ben geweest. Iets in de cultuur trekt me, zoals ook de literatuur me boeit. Ik herinner me ‘De Overjas’ van Gogol. Het ploeteren van de grijze man in de grauwe wereld. De eenvoud van het naakte leven. Mooi omdat het ook lelijk is.

Als we na een dagtocht de oprit van ons huisje naderen zien we hoe hij buiten aan een tafeltje zijn modelschip schuurt. Zodra hij onze auto hoort vlucht hij betrapt het schuurtje in, de boot onder zijn arm geklemd.

De laatste ochtend kloppen we op zijn deur voor het afscheid. Meneer Vyscocihal komt met een fotoalbum naar buiten. Ik dwing mezelf naar zijn foto’s te kijken, maar het rode vlekje dat voor de beige broek huppelt blijft mijn blik trekken. Het is een mysterie. Het is geen sleutelhanger, geen flesopener of zakmes. Een lintje? Flosje? Ik romantiseer het tot een stukje luxe, een mode accessoire. Die werkelijkheid kies ik. Tevreden geef ik deze kleurrijke man een laatste hand.


12 reacties

Avalanche · 17 augustus 2010 op 12:26

Je hebt een mooi sfeerbeeld neergezet Sylvia. Jammer dat je het raadsel van het rode dingetje niet hebt kunnen ontrafelen….. nu intrigeert het mij zelfs!

SIMBA · 17 augustus 2010 op 15:23

Een rood bungelend dingetje…..en bedankt he, zit ik me toch te bedenken wat dat zou kunnen zijn! :hammer:

LouisP · 17 augustus 2010 op 17:59

Sylvia 1,
beginzin is bijzonder, ‘k had direct zin om het stuk te lezen..
Sfeer is mooi, bijna onderdanig aan de eenvoud van het land.
Pot bier en ijsje na…allee vooruit dan, ’t is vakantie.

“Als een schim sluipt hij in de marge van onze vakantie, bierflesje in de hand.”
Prachtige zin..
“Die werkelijkheid kies ik..”
Erg mooi Sylvia 1..

gr.
Louis

Libelle · 17 augustus 2010 op 19:58

Het rose vlekje, dat voor mijn blauwe broek uit huppelt, zit er ook niet voor niks.
Maar ik verraad het niet, pas één uur voordat je het archief in rolt, sylvia

Anti · 17 augustus 2010 op 21:13

Goed neergezet Sylvia1! Echt mooi tot leven gewekt en tja erg intrigerend, dat rode vlekje.

Ontwikkeling · 17 augustus 2010 op 22:43

De eerste zin is een daalder waard. Heel goed door jou begrepen en opgepakt.
Intussen google ik verder over dat rode dingeske.
:hammer:

sylvia1 · 18 augustus 2010 op 15:23

Mijn therapeut had me aangeraden om het van me af te schrijven en inderdaad, ik zie geen rode vlekjes meer 😉
Bedankt voor de reacties en excuses voor eventueel ongemak 😀
[size=x-small]* Ben wel erg benieuwd naar het staartje van Libelle *[/size]

pally · 18 augustus 2010 op 16:21

[quote]Als een schim sluipt hij in de marge van onze vakantie, bierflesje in de hand[/quote]
Prachtige zin waarin je veel samenvat van de inhoud. Ik vind dit een hele goede vakantiecolumn, Sylvia, zonder cliché’s en waarin ook nog wat te raden blijft. Klasse!

groet van Pally

Libelle · 18 augustus 2010 op 22:56

Staartje;
Mijn broeken verklappen nooit wat ze van plan zijn in de paskamer. Dat komt pas later, als de afschrijving al vergeten is.
Afzakken bedoel ik, als t’ie het niet doet, zelfs zonder dure riem, dan wordt het mijn favoriet.
De turk, zo noemen we hier onze verstelwinkel, liet ik een nieuwe rits zetten in mijn favorietste, je hecht je, of je hecht je niet.
Het ijzertje aan het sluitertje van de rits ging daarna soms zo vast onder de broekband zitten, dat je het onderhand in je broek deed.

Toen er aan het ijzertje van het sluitertje een rose flubbertje was vastgemaakt, kon het niet meer onder de broekband kruipen. Het flubbertje lag, voorzien van een ringetje, er gewoon op te wachten om door het gaatje in het ijzertje te worden gestoken. Het rose flubbertje steekt altijd eigenwijs naar voren en ik geniet steeds van de non-reactie van de buren als ik in de tuin sta te werken, het rose clitje geheven, in de frisse lucht. Het is goed zo, de broek heeft het clitje geaccepteerd.

sylvia1 · 19 augustus 2010 op 08:20

Goh Libelle, een verrassend staartje, je rose flubberding. Ik zie het voor me :hammer:
En Pally, dankjewel. Fijn om te horen van iemand die zoveel mooie reisverhalen heeft geschreven.

arta · 19 augustus 2010 op 17:49

Aan voorgaande reacties heb ik weinig toe te voegen, vind dit reisverhaal erg mooi. Wat voor inspiratie rode flubberdingen kunnen bieden, zeg!:-D

Libelle · 19 augustus 2010 op 20:26

. verkeerde post

Geef een reactie

Avatar plaatshouder