Door een overvloed aan energie blijf ik onze bezorgmanager steeds lastig vallen en aan zijn hoofd zeuren om extra wijken te mogen lopen.
Maar laatst had hij een oplossing bedacht. Geef Inge een keer een wijk ver van huis, in de rimboe van de duinen. Kan ze zich uitkuren en is ze even rustig.
Oeps. Zover ben ik nog nooit van huis geweest.
Om post te bezorgen dan.
Maar ik zal het doen ook, al moet ik er kruipend heen. Sommigen wilden het niet geloven.
Ga je het echt doen?
Ja.
Jij bent gek!
Ja.
Noem het uitdaging, verlegging van mijn grenzen, verbreding van mijn horizon….of wat voor uitdrukkingen men zoal bedacht heeft voor dat soort zaken.

Maar laat het nou net op die dag dat ik die wijk doe schitterend strandweer zijn, na weken lang regenachtig. Dus uit alle holen en spelonken waren ze tevoorschijn gekomen, hordes badgasten. Heen en weer zwalkend tussen strand en parkeerplaatsen, behangen met tassen en handdoeken, emmers en schepjes, parasols en meer van dat soort ongerechtigheden. Gekleed in te strakke shirtjes met daaronder een deinend berglandschap, of shorts waar je de ene pijp inkijkt en de andere weer uit. Op de onvermijdelijke teenslippers schuifelden ze voort. Probeer daar maar met je fiets met dikke fietstassen tussendoor te slalommen.

Ondertussen zoekend rondkijken, op mijn beurt aangestaard door dat slentervolk alsof ik het achtste wereldwonder was omdat ik op een dag als deze zomaar post ga bezorgen. Het voelde als een soort spitsroeden lopen, zeker als ik op mijn heen-en-weer-fiets-zoektocht steeds weer dezelfde mensen voorbij moet.
Ondanks die hindernissen minderde de hoeveelheid post toch, zoals over het algemeen ook de bedoeling is van bezorgen. En na het ‘centrum’ van post voorzien te hebben waarbij ik ook op diverse terrassen de mensen lastig viel, begaf ik me aan de buitenwegen.

Zo kwam ik op gegeven moment aan het einde van een weg, waar een fietsparkeerplek was, natuurlijk wemelend van de strandmensen, en vandaar uit liep een slingerend bospad verder. Volgens de routeplanner moest ik dit pad volgen om bij mijn volgende adressen te komen. Maar het pad werd steeds smaller, hobbeliger en kuiliger. Konden hier nog mensen wonen? Ik voelde me als in een sprookje, steeds dieper het grote woud ingaand.

Maar het onwaarschijnlijke gebeurde: het pad eindigde bij een open plek waar een paar huisjes stonden. Jawel, met brievenbussen en huisnummers corresponderend met de nummers op mijn poststukken.
Er was zelfs teken van leven. In één van de tuintjes stond een vrouwtje me met begerige oogjes te bekijken.

En opeens wist ik in welk sprookje ik terecht gekomen was.
Knibbel knabbel knuistje………

Maar iets klopte niet. In deze versie was ik helemaal alleen. En Hans en Grietje waren nog altijd met z’n tweeën. Een niet erg opbeurend idee dat ik niemand had om op terug te vallen. Met veel geklepper van brievenbussen probeerde ik duidelijk te maken dat ik post kwam brengen en niet als ovenschotel gebruikt kon worden.
En waarschijnlijk heeft mijn omvang me gered. Het vrouwtje zag natuurlijk dat er bij mij alleen maar botten af te kluiven waren en liet me gaan. Nog niet eerder die dag was ik zo blij weer tussen de badgasten te belanden.

En na weer bijgekomen te zijn, kon ik op zoek naar het volgende adres, een kilometer of zo verderop. Juist nummer 3 was niet te vinden. Dus op goed geluk reed ik een erf op en daar stond toevallig een meneer boven op een ladder.
Ja, nummer 3 wist hij wel, dat was hiernaast, de buurvrouw zit in de tuin, ik zie haar zitten.
En nu dacht ik te weten waarom hij op die ladder stond. Dus ik verwachtte een bloedmooie vrouw in bikini of zo in die tuin.
Niets was minder waar. Omdat ik de brievenbus evenals het huisnummer niet kon vinden, was ik achterom gelopen.

Ging het sprookje verder of was het meer “the never ending story?”
Knibbel knabbel knuistje nummer twee.
In een soepjurk in plaats van bikini.
Met een minder hongerige blik dan nummer één, maar ze wees me wel verwijtend de brievenbus, die ergens aan een zijweggetje verdekt opgesteld was.
Nee, au, niet slaan, ik ben hier voor het eerst en ik zoek me te pletter en………
Toen kreeg ze medelijden en een grijns die wellicht voor een glimlach moest doorgaan verscheen op haar gezicht en toonde de restanten van haar gebit in volle glorie.
Nee, dat kon ik niet weten natuurlijk, maar aan de voorkant hadden ze hem al tot twee keer toe weggehaald. Dankjewel voor de post.

Wederom ontsnapt. Het lot was me gunstig gezind vandaag.
Met al aardig lege tassen vervolgde ik mijn zoektocht.
Nog een lange polderweg met ver uit elkaar staande huizen en toen had ik mijn ronde gemaakt en kwam ik weer bij het beginpunt uit. Met nog één poststuk in mijn tas van een adres dat ik niet had kunnen vinden.
En dat kon ik niet uitstaan. Ik wilde die tassen leeg. Dus ik begon de ronde weer opnieuw. Er was ergens een vakantieparkje of zo waar ik voorbij gefietst was. Dat zou het wel eens kunnen zijn. En inderdaad, na het terrein opgereden te zijn, ontdekte ik het huisnummer. De volgende teleurstelling diende zich aan: geen brievenbus. Maar ik vond dat ik vandaag wel genoeg gezocht had en ik wilde de post kwijt en wel nu meteen!
Briljante uitvinding, die kattenluikjes.


5 reacties

Marja · 15 maart 2012 op 17:36

Je hebt recht op een gevarenpremie volgens mij.

lisa-marie · 15 maart 2012 op 19:30

In het midden kabbelde het een beetje maar van dat kattenluikje maakt het weer goed.
( ik had wel een witregel tussen de laaste twee zinnen gedaan)

Mien · 16 maart 2012 op 08:03

Il Postino in de duinen.
Leuk. Graag gelezen.

Mien

champagne · 16 maart 2012 op 09:58

Iets aan de lange kant, maar het leest wel lekker weg. En respect hoor, dat je ook in die uithoeken post gaat bezorgen!

arta · 17 maart 2012 op 11:19

Dit, overigens leuke, verhaal kan minimaal 25% ingekort worden. Veel te veel details, die het verhaal vertragen. Vertrouw op de fantasie van de lezen en bedenk dat korter, vaak krachtiger is!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder