Het is te laat. Het was bij voorbaat al te laat. Traag bewoog ik me door de steeds hoger wordende golven. De atmosfeer was violet van kleur. Het strand was bebloed. Ik vroeg haar nog om niet dieper het water in te gaan. Tevergeefs. Ik had haar kop van haar romp willen trekken. Tevergeefs. Ze stak haar tong naar me uit. Hoe wreed kan een mens zijn? “ Wat maakt het uit als ik sterf?”, vroeg ze. “Niets”, antwoordde ik, “helemaal niets”. Ze lachte terwijl mijn hoofd in stukken brak. Een gebroken hoofd met rode ogen. “ Waarom huil je” vroeg ik, “wat heb ik gezegd?”. “Het is de regen”, antwoordde ze. “Niets meer dan de regen”. Om ons heen lagen stukken hersens en een gebroken schedel. “Wil je de stukjes van mijn hoofd oprapen en ze alsjeblieft lijmen?” vroeg ik. “Natuurlijk wil ik dat” antwoordde ze. Het was goed zo. Kleuren flikkerden op het water. Ze zag het niet. Haar hoofd was gebogen naar de grond terwijl ze gebiologeerd de stukken opraapte en langzaam mijn hoofd weer tot een geheel omtoverde. “Ik vind het zo knap hoe je dit telkens weer doet:”, zei ik. “mijn hoofd in stukken slaan om hem vervolgens weer aan elkaar te lijmen”. Ze glimlachte. Ik kon zien dat ze trots was. Bij wijze van kroning plaatste ze mijn hoofd weer op mijn romp. “Hier, mijn koning, bij deze retourneer ik u uw hoofd”.

Het lot van haar ambitie lag verzegeld achter haar woede. Een woede waar ik deelgenoot van mocht zijn. Het was verslavend om haar telkens weer zo te zien schreeuwen. Soms schreeuwde ik mee. “Schreeuwen lucht op hè”, zei ze dan altijd. Het luchtte op. Meer kon ik er niet van maken. Minder ook niet. Het liefst zou ik weg zijn gelopen, maar ze bleef maar naar me staren. Haar blik was hypnotiserend. Soms bewogen de muren langzaam om ons heen. Maar die blik. Die blik hield me vast op mijn plek. Een plek die zij al jaren geleden voor me uitgekozen had. Ik was geen masochist. Het leek alleen maar zo.

“Niemand bijt mij ongevraagd”, zei ze ooit. Nu heeft ze het zelfs zo ver laten komen dat ze haar opvreten. Soms denk ik terug aan die eerste kleuren, de eerste zoen die ze me ooit gaf… “We gaan allemaal dood”, lachte ze, “de een is nog niet weg of de ander volgt alweer”. “Maar er bestaat ook liefde”, zei ik en opnieuw zoende ik haar. “En heb je wel eens gehoord van schrijven als vorm van exorcisme? Misschien moet je dat eens proberen”. “Ik schrijf al met mijn ogen”, antwoordde ze bits, “maar schrijven als vorm van exorcisme. Dat moet heerlijk zijn”. Dromerig staarde ze voor zich uit. Haar ogen waren zwart als kool. Waarschijnlijk zag ze voor zich hoe de golven haar verslonden. Ik kon haar niet helpen. Het was te laat. Het was bij voorbaat al te laat.

Categorieën: Fictie

14 reacties

Ma3anne · 12 mei 2005 op 13:38

Niet echt mijn genre, maar bloedmooi geschreven.

champagne · 12 mei 2005 op 15:11

Het doet me aan een psychose denken, maar dan mooi verwoord.

Voor mij iets te ongrijpbaar dit verhaal, maar wat een prachtige schrijfstijl heb je!

Raindog · 12 mei 2005 op 18:24

Ik had tijdens het lezen heel erg de neiging om ‘Lifeguard sleeping, girl drowning’ van Morrissey op te zetten.

“Always looking for attention, always needs to be mentioned – who does she think she should be? A shril cry through darkening air as an outstretched arm slowly dissapears….”

Probeer het eens zou ik zeggen. Lees dit stukje, luister het nummer en kom dan niet te dicht in de buurt van water. Er is altijd een kans dat de strandwacht slaapt. De kans dat hij in slaap is gevallen bij het lezen van dit stukje echter, is schier ondenkbaar.

Dees · 12 mei 2005 op 19:04

Prachtig…!

Wright · 12 mei 2005 op 19:35

Bij je vorige column hoopte ik al op meer van dit soort prachtige, surrealistische stukken en je doet het gewoon!
Het doet me qua stijl een beetje denken aan Tais Teng,’de bloedvogel’.
Wacht met spanning op de volgende!

KawaSutra · 12 mei 2005 op 20:27

Ik kreeg een onbehaaglijk gevoel tijdens het lezen. Je wilt beelden vormen bij de tekst maar die zijn eigenlijk afstotelijk. Tenminste, mijn beelden. Misschien omdat ik het probeer te begrijpen en me realiseer dat ik dat niet voldoende kan of wil. Omdat de realiteit van dit verhaal niet meer lijkt dan een koude kilheid en verder niets………

Door zo’n gevoel te creeëren vind ik het heel knap geschreven.

Li · 12 mei 2005 op 22:25

Bloedmooi.

Vooral deze zin

[quote]Ik schrijf al met mijn ogen”,[/quote]

Li

ignatius · 12 mei 2005 op 22:42

Ik wacht met spanning op de komst van Father Damian Karras;-)

Troy · 12 mei 2005 op 23:45

Mijn volgende stukje wordt minstens zo surrealistisch, dat kan ik alvast verklappen;-)

Martijn · 13 mei 2005 op 01:35

De één heeft het over therapie, de ander over schrijven als vorm van exorcisme.
Geef ik je een Lucifer, schrijft jij nog 662 stukjes, deal?

Groet Martijn 😀

melady · 13 mei 2005 op 02:18

Na een snuif coke in combinatie met een ferme joint, een handjevol truffels, een xtc pilletje en een paar wijntjes begrijp ik deze column tot op het bot. 😀

Alle gekheid op een stokje…mooi geschreven.

Melady:-)

Louise · 13 mei 2005 op 08:31

Dit stuk greep me letterlijk bij mijn strot en dat, terwijl ik er weinig van begreep.
De chaos van hersenkronkels…
Machtig mooi eigenlijk.

Kees Schilder · 13 mei 2005 op 08:53

Heerlijk, columns als deze.Ben het met Martijn eens.

Mup · 14 mei 2005 op 13:13

Na het lezen blijf ik een beetje hangen in het verhaal, zonder mijn vinger te kunnen leggen op wat ik nog van het verhaal verwacht. Ik mis nog wat, en toch voelt het compleet,

Groet Mup.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder