De grote ontbijtzaal ligt achter onderin het hotel. Protserige ornamenten sieren het plafond en de omlijstingen van de grote wandspiegels. Luiken weren het ochtendlicht. Ik neem plaats aan een tafel achter in de zaal. Voor de vijfde keer deze week. Voor mij heeft het standaardontbijt geen geheimen of charme meer. Dus richt ik me op de andere gasten. Voer voor mijn dagboekje dat opengeslagen naast mijn bord ligt. Het Chineze gezin zit zoals gewoonlijk aan de tafel het dichtste bij de uitgestalde broodjes, jam- en boterkuipjes en de drankautomaten. Hun kinderen maken veel herrie op deze vroege december ochtend. Wat verderop zitten Spanjaarden die zelf croissantjes hebben meegenomen. Ook zij zijn de droge, witte broodjes beu. Halverwege de zaal hebben de rokende Italianen zich achter hun asbak verschanst. Vlakbij mij zitten een Nederlandse vader, moeder en hun dochter.

De vader lijkt me een boekhouder. Dat komt door zijn jasje met lappen van bruin rib op de ellebogen. De moeder is een archivaris of museummedewerkster. Stoffig. De dochter is te oud om met pappie en mammie op stap te gaan en te saai om met vrienden op vakantie te kunnen.

Achterin de zaal gaat de deur van de dienstingang open. De donkere ober rijdt zijn karretje de zaal in. Hij doet me aan Ray Charles denken. Eergisteren hoorde ik hem Frans spreken. In mijn dagboekje dichtte ik hem Haïtiaans bloed toe. Iedere ochtend als ik mijn sigaret op het balkon sta te roken, zie ik hem fluitend van de metrohalte naar het hotel lopen. Zijn eerste taak is bij de voordeur vier grote zakken met witte broodjes in ontvangst nemen.

Gebogen sjokt Ray door de ontbijtzaal. Zijn kroeshaar is grijzend. Nog steeds fluitend duwt hij zijn karretje tussen de tafels door.

Hij werpt een blik op het Nederlandse gezin. Zijn ogen rusten een fractie op de dochter. Een lichte rilling gaat door de ober heen. Hij mist een toon als hij weer verder loopt.

De dochter zegt dat ze uitkijkt uit naar het Gulbenkian museum. Ik glimlach.

Ondertussen droomt ze van Portugese godenzonen die ze dagelijks door de Lisboeter straten ziet lopen. Lang golvend, donker haar, een mediterraan uiterlijk. Ze is te jong voor de fado, maar haar leven is voor de fado geschreven.

Ray keert terug met een trolley vol vuil vaatwerk. Hij glimlacht naar haar.

Ze voelt dat hij haar begrijpt. Ze beantwoordt zijn glimlach. Hij stopt zijn karretje en loopt op haar toe. Hij legt zijn handen op haar schouders. Terwijl hij haar indringend aankijkt, begint hij onverstaanbaar te murmelen. Ze is te verbouwereerd om wat te zeggen. Haar ouders zitten als bevroren op hun plek. “Ezili Freda.” Dat vang ik meerdere keren op uit de bezweringen die de ober over de verbijsterde dame uitstort. Hij praat sneller en sneller. In één ruk haalt hij zijn handen van haar schouders. Hij slaat een kruis, pakt zijn trolley en verdwijnt door de dienstingang.

Haar ouders bespreken de beste manier om bij het museum te komen. De dochter staart over de rand van haar kopje koffie. Ze berust in haar lot. Ik drink ook van mijn koffie, pak mijn pen en begin driftig in mijn boekje te schrijven.

De werktitel is “Voodoo in Lissabon”.

Categorieën: Fictie

10 reacties

Anne · 7 maart 2006 op 11:52

Mooi verhaal, ik hoop dat de jonge vrouw de donkere man nog vaker zal tegenkomen.
Anne

Troy · 7 maart 2006 op 12:42

Mooi beschrijvend stuk met een bijzondere onderhuidse spanning. Het is me duidelijk dat jij kunt schrijven.

Mup · 7 maart 2006 op 13:32

Mooi beschreven observatie,

Groet Mup.

KawaSutra · 7 maart 2006 op 14:37

[quote]De dochter zegt dat ze uitkijkt uit naar het Gulbenkian museum.[/quote]
Klein foutje maar mooi geschreven inderdaad, ik heb het gevoel dat dit slechts de inleiding is van een langer verhaal. Zo niet dan vind ik het een beetje bot eindigen.
Ik ben wel benieuwd naar de betekenis van de titel.

Mosje · 7 maart 2006 op 16:30

Ik ken ze maar al te goed, die ontbijtzalen, en net als jij sla ik dan aan het fantaseren over de andere gasten. Ze moesten eens weten.
Fraai opgeschreven.

sally · 8 maart 2006 op 00:27

Heel erg fraai geschreven.

Zie uit naar het vervolg.
Groet Sally

senahponex · 8 maart 2006 op 09:23

Spannend ! Voodoo op ColumnX

Outsider · 8 maart 2006 op 14:26

Ik weet niet wat Ezili Freda betekent en daarom snap ik ook geen hout van het verhaal. Misschien zou alles wel duidelijk worden als ik het verhaal vaker lees en er uitgebreid over ga zitten nadenken, maar daar heb ik geen zin in.

Ma3anne · 8 maart 2006 op 15:04

Mooi die tegenstelling tussen dagelijkse werkelijkheid en magie.
Nu maar hopen dat het meisje wat minder stoffig wordt.

Li · 8 maart 2006 op 20:49

Wauw ik zie het voor mijn ogen gebeuren. Ik kan niet wachten op één of meerdere vervolgcolumns over Ray en de saaie maagd(?).

Li

Geef een reactie

Avatar plaatshouder