Simon bezocht de tweede klas van de Mulo en een vrijgezelle man uit het dorp, hield hem op een dag staande en vroeg hem om eens langs te komen voor een vertaling uit het Duits. De man had ogenschijnlijk iets aangeschaft en daar zat een instructie bij, maar niet in onze taal. Nu was het een taal die Simon wel lag en hij zag dan ook geen probleem om dit op een avond moeiteloos te vertalen. In een tijdsbestek van een kwartier was het glashelder, het stelde niets voor, – evenwel kwam Simon er achter dat de oplettendheid voor de vertaling wel erg onverschillig was bij de man. Hij kreeg wel een paar kelkjes bessenjenever voorgezet, – voor de inspanning. De handleiding verdween van tafel en een stapel pornoboekjes werden voor hem tentoongesteld. Half beneveld door de bessen, bladerde Simon door de tijdschriften, de man kwam achter hem staan en vroeg of hij dit boeiend vond. Daarbij begon hij zich verder op te dringen. Toen hij later naast de man in bed lag, begon deze aan zijn eerste ontering.

Na deze avond werd Simon geregeld uitgenodigd en de man stond er op dat hij alsmaar kwam. Simons ouders hadden in het dorpse verenigingsleven een sterke band met deze ‘bink’ en hij dreigde om het door te vertellen. Wat zou hij uitgelachen worden door zijn makkers! De vrijgezel bleef zich geruime tijd amuseren en de bange scholier onderging het.

Maar Simon werd zestien, kreeg een brommer en toog in het weekend met zijn makkers naar de discotheken in de naburige dorpen op speurtocht naar tienermeisjes. Ondanks veelvuldige pogingen van de man, heeft Simon zich vanaf die tijd, aan de avonden voor de namaakvertalingen kunnen onttrekken, – ze zijn nooit door iemand opgemerkt.

Jaren later toen de katholieke kerk in het nieuws kwam met het onteren van kinderen door zielenherders, kon hij zijn mysterie, tijdens een opname in de kliniek, niet langer bij zich houden en heeft hij zijn verhaal verteld aan iemand met een identieke ervaring, maar dan als prooi van huiselijke incest. Zij begreep hem onmiddellijk, ook haar vertrouwelijkheid was al in haar jeugd verknoeid,- door haar eigen vader nog wel.

Samen konden ze er over praten, kregen steeds een duurzamere band, als twee druppels op een beslagen venster die langzaam naar elkaar toe lopen, om samen als één het leven te handhaven, ondanks zijn vindingrijke boeven in de nacht, die ongelogen zwakzinnig zijn om te beseffen waar ze een kind, maar later ook het volgroeide van beroven.

Categorieën: Maatschappij

9 reacties

LouisP · 8 mei 2011 op 12:47

Goed stuk, eerste zin vind ik niet lekker lopen. Wel een prachtig eind!

Mup · 8 mei 2011 op 13:30

Doet me denke aan een documentaire van een jongen in Amerika, die uiteindelijk zijn belager vermoordde en daardoor dubbel gestraft werd.

Goed beschreven,Mup

Meralixe · 8 mei 2011 op 19:42

Zeker een goede column. Heb ook even gegrasduind in uw vroegere columns.
Mijn grote vraag, wie ben je echt?
Zeker een sterk schrijver.

Mien · 9 mei 2011 op 13:55

Knap hoe je hier terloops de ontnuchterende werkelijkheid beschrijft.

Mien

sylvia1 · 9 mei 2011 op 16:53

Ik vind ook dat de afstand tot het onderwerp (door de hij-vorm) en luchtige toon de column (toch over een heftig onderwerp) juist sterk maken. Idd jammer van de eerste zin. En oplettendheid kan volgens mij nooit onverschillig zijn (tweede alinea).

DACS1973 · 9 mei 2011 op 17:36

Bijna iedereen heeft het tot nu toe over die slechte eerste zin. Ik vind juist die laatste zin, die in zijn eentje een complete alinea beslaat, niet om doorheen te komen.

arta · 10 mei 2011 op 07:36

Goed geschreven, vooral het midden. 😀

sylvia1 · 10 mei 2011 op 19:23

Daar heb je inderdaad een punt, DACS
(maar hij stuitert nogal.. ;-))

pepe · 11 mei 2011 op 18:37

Heftige column, wat betreft de mindere zinnen opgemerkt in voorgaande reacties, daar kan ik niet zo mee zitten.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder