Ik ben een klusser met twee linkerhanden en -voeten. Een klunser, zeg maar. Zo’n type dat pardoes in zijn emmer met verf staat als hij het trapje afkomt. En geduld heb ik ook niet. Het hoeft maar ’n beetje tegen te zitten en de stoom komt al uit mijn oren. Dan verander ik in een razende kleuter die brullend en stampvoetend zijn spullen door het vertrek smijt. Ondanks de vele doe-het-zelfnederlagen die ik leed, begon ik tot voor kort toch altijd weer aan nieuwe karweien. Met frisse moed. Dat kwam door die klusprogramma’s op tv, waarin vrolijke Ed en Willem Bever-types leuke projectjes in no-time weten af te ronden. Zonder dat hun brede glimlach van hun gezicht verdwijnt. Nogal wiedes, want bij hen gaat het allemaal van een leien dakje. Tegenslagen kennen ze niet. Tussen de sluikreclame door vinden ze zelfs nog tijd voor een handige tip of een interessant weetje: “Wist u dat de zaag al voorkomt op rotstekeningen uit de vroege bronstijd?”

Die inspirerende en leerzame beelden tonen een glimp van het Praxisparadijs, het Gammawalhalla, de Hubohemel. Een plek waar doe-het-zelven iets is waar je je hand niet voor omdraait. Succes is altijd verzekerd. Ik liet me er altijd makkelijk door beïnvloeden. Bij mij herleefde dan steeds de hoop dat het klusgeluk wellicht toch ook voor mij was weggelegd. Als ik er maar in geloofde zou het ditmaal wel lukken. Zodra de aftiteling verscheen, rende ik met een hoofd vol klusideetjes en twee treden tegelijk de zoldertrap op om de gereedschapskist te plunderen. Aan de slag!

Maar iets wat op ongefundeerd enthousiasme en pure zelfoverschatting is gebaseerd, leidt onherroepelijk tot mislukking en teleurstelling. Daar zat ik ’s avonds weer aan tafel met een gezicht dat op zeven dag onweer stond. Niet bevorderlijk voor de sfeer in huis natuurlijk. Mijn vrouw had daar op een gegeven moment zo genoeg van dat ze het mij heeft verboden om ooit nog aan een doe-het-zelfprojectje te beginnen. Op straffe van een jaar lang op de bank slapen. Als er iets in huis geklust moet worden doet zij dat wel. Niet eens zo’n stom idee, want als het om doe-het-zelven gaat beschikt zij over alles wat ik niet heb: technisch inzicht, uitmuntende hand-oogcoördinatie, onuitputtelijk doorzettingsvermogen. Met andere woorden: zij is de ideale klusser.

Doe-het-zelven en alles wat daar ook maar in de verste verte mee te maken heeft is dus nu een no-no voor mij. Zelfs klusprogramma’s mag ik niet meer opzetten. Die laatste maatregel vond ik aanvankelijk wel erg overdreven, maar ik heb me erbij neergelegd. Ach, er is nog genoeg aanbod op tv. Kookprogramma’s bijvoorbeeld. Een chef-kok met zo’n grote witte koksmuts op zijn hoofd, blinkende pannen, sissende boter, dampende schalen, ik kan er intens van genieten. En het werkt zo aanstekelijk. Al kijkende borrelen er de leukste culinaire ideetjes bij me omhoog. Op een gegeven moment houd ik het dan echt niet meer en moét ik naar de keuken om een feestmaal te bereiden uit alle voorhanden zijnde ingrediënten.

Had ik trouwens al verteld dat ik totaal niet kan koken?

Categorieën: Gein & Ongein

5 reacties

Boukje · 5 februari 2011 op 13:32

Leuk geschreven.

Tja, waarom willen we toch altijd zoveel?

Misschien een ontspannende natuurfilm opzetten…

:hammer:

SIMBA · 5 februari 2011 op 16:18

Geweldige titel!
Enne….nee je had nog niet veteld dat je niet kan koken, moet je toch eens een columnpje over schrijven 😀

arta · 5 februari 2011 op 17:28

Echt heel erg grappig geschreven, die uitsmijter!!:-D
(Om de reactie van Boukje lag ik trouwens ook dubbel, hahaha)

lisa-marie · 5 februari 2011 op 23:55

😆 :hammer:

Mien · 7 februari 2011 op 22:24

Handig geschreven en met mooie woordspelingen.
Laat maar komen die aangebrande kookcolumn.

[quote]Praxisparadijs, het Gammawalhalla, de Hubohemel.[/quote]

Mien Mauwmarkt

Geef een reactie

Avatar plaatshouder