Al drie jaar lang ben ik in ons chalet bezig om al die vogels die daar even komen eten in ons vogelhotel wat er staat, om die ene die ene lieve vogel op de foto te krijgen. Al drie jaar is het niks, dat kreng komt wel steeds dichterbij maar zodra ik mijn camera pakt vliegt die galbak met een luid lachend gekwetter weg. En ik heb het nakijken. Wat ik al niet geprobeerd heb om het roodborstje te lokken, nog een vogelhotel, vlak bij het raam waar ik altijd zit. Ik dacht “als je nou komt ben jij erbij rooie”. Nou Lena had helemaal verkeerd gedacht, want zodra het roodborstje op het dak van het vogelhuisje gezellig naar binnen zat te kijken ( want die asbakken zijn me daar toch nieuwsgierig) pakte ik de camera die altijd in de aanslag ligt voor weet ik veel wat voor foto’s was het vogeltje letterlijk en figuurlijk gevlogen. Ik kreeg er een kunstkop van. Het lukte mij gewoon niet. En mijn vrouw was één weekend alleen bezig om een schuur te bouwen en ja hoor daar was mevrouw roodborstje, want er was ook een meneer roodborstje. En naar later bleek een kindje roodborst.

Kortom zij maakte met haar mobiel wat foto’ s voor mij. Doch mijn teleurstelling was groot en met enige jaloezie in mijn stem vertelde ik mijn vrouw dat mijn kop hen zeker niet aanstond. Want zodra ik in de buurt kwam was er van allerlei pluimage wat aanwezig, alleen hij/zij die ik op de foto wilde hebben, die dacht bij zichzelf “ik wacht wel tot de grote drukte voorbij is”.

Nou bij de bouw van een nieuwe schuur werd ik even niet goed toen ik hoorde van Claudebouw dat er een vogelnestje in het schuurtje van ons zat en dat ze dus al jaren illegaal in ons schuurtje woonden en fokten. En ik die nooit in die schuur kwam was woest om mijn nederlaag.

Oké zij hadden gewonnen, en kwaad liep ik in de herfst, toen we daar een weekje waren naar buiten en riep in de stromende regen “Oké ik geef me over, jullie hebben gewonnen ik zal jullie niet meer lastigvallen met mijn fliepsapparaat”. Natuurlijk in de hoop dat die etterletters die mij gewoon in de maling zaten te nemen ineens gezellig met 3 tegelijk aan kwamen vliegen van diverse kanten. Dichterbij, steeds dichterbij mij. En ik, ik stond daar als versteend niet in staat mij te bewegen te bang om ze weg te jagen. Temeer ik daar zo een wonder mocht aanschouwen, twee ouders met een kleine jonge roodborst die het lef hadden alsof ze mij gehoord en gezien hadden dat ik geen fototoestel bij mij had. Verdrietig ging ik maar naar binnen. Mijn tijd zou toch wel eens moeten komen? Zo is het mijn hele leven vergaan. Eens komt je wens uit, alleen had ik de gloeiende pest in dat het zo nabij was en voor mij toch zo veraf. Had ik eindelijk een camera kwamen die knakkers niet opdagen, ja alleen om mij uit te lachen. Dat geluid herken ik uit duizenden inmiddels.

Afgelopen week ben ik in de keuken bezig met het middageten hoor ik een bekend geluid. Het zal toch niet….?
Ja Leny het zal toch wel. Op de schutting van de buurman verderop zat een roodborstje het hoogste lied te kwetteren en volop luid en duidelijk te zingen dat hij er was. Voor mij? Ik sloop gauw naar de kamer ( alsof hij mij kon horen, maar ik vertrouw ze voor geen meter meer hoor) pakte mijn camera en ja hoor het roodborstje zat er nog. Ik heb achtereen geklikt, er zo op zeker één goede foto bij moeten zitten. Ineens was het stil. En weg was het roodborstje, ik keek gauw mijn foto’s na. Alles gelukt. Komt roodborstje nog terug, vertelde mij nog een heel verhaal, en ik weer knippen. Alsof hij poseerde voor mij. Heerlijk. Als een kind zo blij zwaaide ik naar hem en bedankt voor zijn poseren op de schutting van de buren. Het is nu december, en eigenlijk horen zij niet meer te fluiten en te zingen en te kwetteren. Dat doen alleen de kouwen nog in het bos.
Maar al die jaren al die moeite, sluipschuttergevoelens die opkwamen bij het maken van een foto, mijn nek verrekt bij het keukenkastje, door mijn rug gegaan bij de aanrecht omdat roodborstje op de tegels voor de keuken zat. Ik dacht de foto van mijn leven te schieten, Het werden pijnstillers voor mijn rug.
Wat liefde al niet kan doen met een mens, je wilt het niet weten. Als je een wens hebt en die wens ligt gewoon op je te wachten, nee die ligt je uit te dagen. Neem de uitdaging aan, lukt het nu niet, lukt het morgen altijd nog wel.

In mijn geval lukte het pas na drie jaar, maar Lieve Heer wat was ik gelukkig met die foto’s.
Als een kind zo blij. Dat dankbare gevoel had ik even nodig. Bedankt roodborstje, ik had je gezang en gekwetter even nodig , zat in een dip en ineens kan ik de wereld weer aan. Zou het dan toch waar zijn dat de natuur zijn krachten aan de mens geeft als het nodig is?


klapdoos

Gewoon een Amsterdamse vrouw die met een vrouw getrouwd is, ziek is, zodanig dat de neerwaartse spiraal steeds verder zakt. maar een kniesoor die daarop let. Ik lach graag, heb genoeg traantjes gelaten om mijn ziekte en nu is het tijd om via mijn nieuwe boek eens door te gaan met uit het leven te halen wat er te halen valt, zeker in een crisistijd is het de kunst om toch vrolijk te blijven. Mijn motto is dan ook: Een dag niet gelachen is zeker een dag niet geleefd.

4 reacties

nighthawk · 10 december 2007 op 10:33

oei klapdoos, ik vrees dat je even de cursus grammatica terug op moet diepen…

Grumpy-old · 10 december 2007 op 13:36

Goh ,
t is wel een prestatie om zoveel synoniemen te verzinnen voor vogel en fotocamera . ( al had persoonlijk een vogel nooit een “asbak” genoemd)
😆

Zelfs je schuilnaam is een synoniem voor camera. :lach:

Greetz
Grumpy

pally · 10 december 2007 op 15:35

Grappig, je worsteling met de roodborstjes beschreven, Klapdoos.

groet van Pally

Li · 10 december 2007 op 22:30

Herkenbaar alleen dan andersom.
Als iemand een camera pakt, ben ik gevlogen 😉

Li

Geef een reactie

Avatar plaatshouder