Als een wild beest kwam ze op me af. Voordat ik het in de gaten had, had ze bijna alles knopjes van mijn shirt afgetrokken en die hing wijd open. Ook bloedde ik uit een aantal krassen, veroorzaakt door haar lange, roodgeverfde nagels. Ze probeerde mij te slaan en te trappen en toen pakte de uitsmijter haar vast en hield haar tegen. Ik was zwaar verontrust en deed een paar stappen achteruit, terwijl zij tegen stond te stribbelen tegen de man met het geweer en schreeuwde en schreeuwde… Terwijl ik tevergeefs mijn shirt probeerde dicht te doen, probeerde de uitsmijter te bemiddelen. Dit was niet makkelijk, want ze bleef maar doorschreeuwen en trapte de man ook tegen zijn benen. Maar hij was natuurlijk sterk en een doorzetter en vroeg mij om de foon terug te geven.

“Ik heb hem niet bij me”, loog ik.

“Hij heeft hem wel!”, schreeuwde Betty, “Je kan een bult in zijn broek zien, kijk!”

Op deze manier zag ik geen kans om Betty te laten betalen voor haar zonden. Ik wilde zo snel mogelijk weg, maar zij, de uitsmijter en een niet al te kleine groep toeschouwers stonden tussen mij en de poort. Ik stond naast een hek, net onder het niveau van de straat. Ik pakte het hek vast, sprong eroverheen en begon weg te rennen. Hoera! riepen de toeschouwers. Betty, de uitsmijter én de toeschouwers volgden me en al gauw begon ik te hijgen en zocht een toevluchtsoord. Gelukkig kwam ik bij de poort van de universiteit. Ik rende langs de portier, die ook een geweer had en schreeuwde: “Laat niemand anders naar binnen!”

Ik zat op de grond, totaal buiten adem, maar ik voelde me ten minste veilig achter dat grote, beveiligde hek. Toch drong de uitsmijter van de bar naar binnen met zijn geweer en pakte me ijverig bij de arm. “Je moet nu terug naar de bar! Wij moeten dit allemaal oplossen!”

“Rot toch op, eikel”, riep ik terug, “het heeft absoluut niks met jou te maken.”

En zo ging het even door, de man met het geweer en zijn geroep, ik steevast op de grond zittend, en Betty en de toeschouwers net buiten het hek, zij nog ongelofelijk kwaad, al trappend tegen het hek en nog steeds aan het schreeuwen. Uit het niets stond opeens de manager van de bar voor me. Hij pakte de uitsmijter ruw bij de arm en verloste me. “Het spijt me, meneer. Dit heeft niets met ons te maken, het is een argument tussen U en die dame. U bent altijd van harte welkom in de bar.”

Enorme opluchting. Ik wist natuurlijk dat dat van tijdelijke aard was. Ik moest nog ontsnappen aan Betty, haar scherpe nagels en nog scherpere tong.

“Kan je voor mij een taxi bellen?”, vroeg ik aan de manager. Ik kon natuurlijk de telefoon van Betty niet gebruiken.

“Ja natuurlijk, “ antwoordde hij vriendelijk. Ik was per slot van rekening een hele goede klant van hem. Even later kwam de taxi aan, Betty was er al klaar voor. Toen wij de poort van de universiteit uitreden, volgde zij ons, achterop een boda-boda motorfiets taxi. Dit is niet meer dan een brommer en ik wist dat ze bijna geen kans hadden om ons in te halen, maar door al het verkeer van de drukke stad konden wij ons maar moeilijk een weg banen.

“OK”, zei ik tegen de taxichauffeur, “hoeveel gaat het mij kosten om die twee achter ons kwijt te raken?”

“80.000 Shilling.”

“40.000.”

“60.000.”*

“Deal. Put the pedal to the metal, my man!”

De man kende de kleine straatjes en zijweggetjes waar we ons nu bevonden ontzettend goed, en het duurde niet al te lang voordat we buiten de woonwijken reden. Het was pikdonker, de weg was naar mijn mening niet begaanbaar maar toch bleven we doorgaan, nog altijd met een gek ex-hoertje en haar boda-boda vriendje achter ons aan rijdend. Ik voelde me opeens heel onzeker. Wat was ik in vredesnaam aan het doen? Ik had mijn leven toevertrouwd aan een vreemde man met een lousy baan. Joost mocht weten waar hij allemaal toe in staat was. Hij zou al mijn geld kunnen stelen en mij daar achterlaten, met de genadeloze Betty, of zelfs mij vermoorden. Maar ik had geen keuze – hij was of mijn redder of mijn dood.

Elke keer dat we iets sneller konden rijden, dacht ik dat we ex-vrouwtje-lief hadden afgeschud, maar elke keer zag ik dat ene licht weer schieten door het pikdonkere platteland.

Nu waren we terug op de hoofdweg, met een grote kruising voor ons, met honderden mensen die daar liepen. We reden met grote snelheid op ze af, veel sneller dan de boda-boda kon, maar we moesten vaart minderen voor de menigte. Tot mijn grote afschuw minderde mijn chauffeur geen vaart, maar gaf gas bij en begon furieus te toeteren, om de onschuldige wandelaars al te waarschuwen.

De wandelaars reageerden geschokt toen ze het denderende voertuig zagen, en begonnen alle kanten uit te rennen. Ik dacht dat we rechtdoor zouden rijden, maar op het laatste moment gaf mijn chauffeur een flinke ruk aan het wiel naar links, terwijl ik me stevig vasthield. Toen ik mijn hoofd misschien wel voor de honderdste keer omdraaide, zag ik nog steeds het licht van een motor in de verte, maar dit keer waren er verkeer en mensen tussen ons in. Mijn chauffeur gooide het stuur weer als een bezeten naar links en weer bevonden we ons op een smalle, nauwelijks begaanbare zijweg.

Na voor mijn gevoel een eeuwigheid op en neer en heen en weer geschud te zijn, en ik me nog steeds afvroeg of hij me ging vermoorden en ergens dumpen, kwamen we uiteindelijk weer op een hoofdweg uit. We stopten langs de kant en wachtten in het donker, zonder koplichten. Weer leek een eeuwigheid te verstrijken, maar het was duidelijk: we hadden ze afgeschud en ik was veilig, tenminste…. voor nu.

Ik zal u niet vervelen met de ontwikkelingen die plaatsvonden tijdens de dagen daarop, maar Betty kreeg uiteindelijk haar telefoon terug, nadat zij mij had beloofd mij niet meer lastig te vallen. En ik had mijn lesje natuurlijk geleerd.

Ten minste…

Voorlopig. 😉
——————————————–
* Ongeveer 50 Euro’s.


8 reacties

arta · 11 december 2010 op 18:59

DMIE, ik heb oprechte bewondering voor jouw taalbeheersing. Je schudt spreekwoorden en gezegden uit je mouw, alsof je nooit anders gedaan hebt, grammaticaal is het prima (met een vleugje Engelse charme) en dan wordt dat alles ook verwerkt tot een bloedstollend verhaal!
Goedgeschreven, deze drieluik!

datmensinkenia · 12 december 2010 op 13:42

Maar 1 reactie, maar een hele goeie! Bedankt arta!

arta · 12 december 2010 op 17:24

Ja, ik sta er ook van te kijken, DMIE!

pally · 13 december 2010 op 16:00

Heel goed en bloedstollend spannend , DMIE! Het werd bijna een film voor mijn ogen. :wave:
En nog een voor je Nederlands :wave:

groet van Pally

datmensinkenia · 13 december 2010 op 17:12

Thank you, Thank you!

embee · 13 december 2010 op 18:09

Net terug van een weekendje uit, meteen deel 3 gelezen, wat een spanning!! Heel goed! :wave:
Mooie zinnen ook!! :hammer:

groetje Embee

Mien · 13 december 2010 op 23:29

Ik hoorde er zowaar het volgende geluid bij.
Chapeau :wave:

Klik [b][url=http://www.youtube.com/watch?v=ye8KvYKn9-0]hier[/url][/b] voor het geluid.

Mien Oh Oh Seven

Avalanche · 14 december 2010 op 08:21

Ook van mij een vet compliment voor het drieluik en voor jouw taalbeheersing. :geslaagd:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder