– Kijk eens wat ik gisteren bij het knikkeren heb gewonnen, Paul.
– Jappenbolkers! Die heb ik nog nooit gezien!
– Hier, je mag ze wel even vasthouden.
Ze pakt zijn hand om de witte knikkers erin te leggen. Expres houdt hij zijn vuist dicht. Hij kijkt hoe haar vingers zijn hand proberen open te peuteren. Een tinteling trekt door zijn arm, over zijn rug. [i]En toen op een mooie zondagmorgen de zon stralend en warm opging kroop er uit het eitje – knak! – een hongerige rups.[/i]

– Man, jij had gister echt een lekker wijf te pakken! Kom op Paul, vertel, we zagen jullie wel naar buiten sluipen. Hoe was ze?
– Ach, ik ga jou niks vertellen. Trouwens, jij mag ze volgend weekend hebben, zo lekker was ze niet.

[i]Hij ging op weg om eten te zoeken.
Op maandag at hij zich dwars door een appel heen, maar genoeg had hij nog niet.[/i]

– Niet kwaad worden schat. Maar wat ik je dus wou zeggen… ik ben al een tijdje misselijk, dat had ik je toch verteld?
– Oja. Hoe was het bij de dokter? Ben je vandaag geweest?
– Ik ben zwanger Paul. Je wordt vader. We krijgen een kind.
– Wat? Maar…

[i]Op woensdag at hij zich dwars door drie pruimen heen, maar genoeg had hij nog altijd niet.[/i]

– Verdorie is het al zo laat, ik moet naar huis.
– Blijf nog even beertje, nog één kusje, hier, lager.. lager…
– Nee, ik moet gaan. Ik kan niet meer blijven.’t Is al tien uur, langer duren de vergaderingen nooit. Verdomme, ik krijg mijn stropdas niet goed, dat ziet ze meteen.

[i]Op vrijdag at hij zich dwars door vijf sinaasappels heen, maar genoeg had hij nog altijd niet.[/i]

– Lieverd ik ben vanavond laat thuis, ik moet overwerken.
– Maar, ik wou iets speciaals met je doen vanavond. De oppas komt zo, ik wil eruit, bij jou zijn, weer vrouw zijn.
– Sorry schat, het spijt me, maar het is een belangrijke vergadering, ik kan daar niet onderuit.
– Kun je niet een keer afzeggen?
– Nee, dat kan niet, zeg, dan krijg ik die promotie nooit.

[i]Op zaterdag at hij zich dwars door een stuk chocoladetaart, een ijsje, een zure bom, een plak kaas, een stuk worst, een lolly, een stuk vruchtencake, een worstje, een taartje, en een stuk meloen.[/i]

– Beertje, wat kijk je moeilijk. Kom, weg met die rimpeltjes, we gaan spelen. Zullen we je favoriete spelletje doen? Beertje, kijk eens wat ik speciaal voor jou onder mijn rokje draag?
– Ik ben niet in de stemming. Hou me gewoon even vast. Stevig.
– Wat? Wat heb jij nou? Waar is mijn spannende Paultjebeertje?
– Oh, laat maar. Barst. Ik ga.

[i]Op die avond had hij pijn in zijn buik.[/i]

– Paul, ben jij dat?
– Pardon, ken ik jou?
– Je gaat me toch niet vertellen dat je je oude buurmeisje niet meer kent? Hoe gaat het met je?
– Goed, ben wat verkouden. Lekker die frisse lucht, heb net een drukke vergadering gehad. En jij? Je bent niks veranderd, je ziet er fantastisch uit. Echt.
– Dank je. Ja, het gaat goed met me. Ik woon in West, leuk huisje. Met mijn vriend en onze twee jongens.
– Twee kinderen? Zo! Ik heb een zoontje, hij is nu anderhalf. Fantastisch mannetje, groeit als kool. Maar daar weet jij alles van.
– Ja, ze zijn zo groot. Sorry, ik moet verder. Leuk om je weer eens gezien te hebben. Veel geluk hè.
– Geluk… Dat doet me ergens aan denken… Zeg heb je die twee bolkers nog? Die witte, die zeldzame jappenbolkers?
– Waar heb je het over? Bolkers?
– Nee, niks, is al lang geleden, laat maar.
– Misschien zie ik je nog eens, wie weet, op het voetbalveld met onze jongens. Dag!

[i]De volgende dag was weer een zondag. Het rupsje at zich dwars door een groen blaadje heen. Het voelde zich nu al veel beter.[/i]

Diep weggedoken in zijn kraag loopt hij langs de gracht. Hij denkt aan huis. Het voelt niet als thuis. Hij schudt de gedachten uit zijn hoofd. Hier schiet hij niks mee op. Het moet anders. Vanaf nu gaat hij het anders doen.

[i]Hij had nu geen honger meer, hij had echt genoeg. En hij was nu ook niet meer klein, hij was een grote, dikke rups geworden.[/i]

“Toen knabbelde hij een gat in de kokon, krabbelde naar buiten en…was een wonderschone vlinder!”
Het prentenboek is uit. Zacht streelt hij de haren van zijn slapende zoontje. Hij probeert het zich voor te stellen, hoe ze samen in de trein zitten, gaan vissen, voetballen… Hij zit op de tribune van het plaatselijke voetbalveldje. Zijn zoon dribbelt over het veld en scoort! Trots gloeit in zijn keel. Dat is nou mijn jongen. Enthousiast gaat hij staan en steekt zijn duimen in de lucht.

Dan ziet hij haar. Ze wuift naar hem met gesloten hand. Vaag ziet hij iets wits schitteren in haar vuist. Hij schudt zijn hoofd en sluipt zachtjes de kamer van zijn slapende zoontje uit.


10 reacties

Ma3anne · 6 december 2010 op 14:31

Ik vind Rupsje-nooit-genoeg spannender dan die Paultje-kruip-door-sluip-door.

Maar je hebt er een knap verhaal van gemaakt zo.

LouisP · 6 december 2010 op 17:41

Sylvia1,
bij elke overgang van Rupsje naar Paultje voelde ik iets prikkelen, iets kruipen..
Zeker bij de 1ste keer..de knak..de knikkers.. overgang van de voorlaatste alinea naar de laatste…die voel ik…

Bijzonder S1!

louis

pally · 6 december 2010 op 22:47

Het is zeker een column met een aparte aanpak, Sylvia! Maar ik heb het gevoel dat er drie dingen door elkaar lopen: kinderverhaal, jeugdliefde en heden. Voor mij is dat denk ik één lijn teveel. Het Paulverhaal wordt mij ook niet echt duidelijk.
Dat kan aan mij liggen 🙁

groet van Pally

sylvia1 · 7 december 2010 op 08:12

Ah jammer, was er al een beetje bang voor maar mijn ‘proefpersoon’ kon hem wel volgen. Er zijn maar twee lijnen hoor, de rups en Paul.

sylvia1 · 7 december 2010 op 08:13

Ja, een echte klassieker Rupsje Nooitgenoeg!

sylvia1 · 7 december 2010 op 08:14

Dankje, mooi dat je die knak/knikkers eruit haalt Louis!

lisa-marie · 7 december 2010 op 09:47

Hier heb ik echt van genoten, je hebt die twee goed verweven.
ik heb het dan ook als twee aparte lijnen,rups en paul gelezen die echt samen kwamen, de rups die nooit genoeg heeft en elke keer meer wil en paul die dat ook wil.
En het is allemaal begonnen met die jeugdliefde en dan dat het daarmee eindigd vind ik mooi.
Kortom ik heb genoten.

arta · 7 december 2010 op 13:29

Ik vind het verhaal prachtig, het bekroop me op de een of andere manier en dat heb ik niet vaak…

LouisP · 8 december 2010 op 01:12

Sylvia1,
ha, die titel! Goed gevonden..klassiek kinderspel, in combinatie met klassiek verhaal van kruipende en sluipende rups en kruipende en sluipende euh man..

l.

Mien · 9 december 2010 op 08:25

De liefde van de man en rups gaat door de man en door de rups, kronkelt en gaat, geeft en houdt (niet) over.

Mien ontrafelt

Geef een reactie

Avatar plaatshouder