Overal roze, roze en nog eens roze. Stampende oude discomuziek golft door de straten. Het éne liedje loopt oorverdovend vermengd over in de volgende jaren-tachtig-hit. Lampjes, toeters, bellen, mensen. Allerlei soorten mensen. Veel zijn er vrolijk dronken, sommigen volledig de weg kwijt. Een oude dame loopt met haar hand op haar tasje en haar arm stevig om haar echtgenoot met grote ogen rond te kijken. Kinderen zijn blij, raken kwijt en worden weer gevonden. Door de lucht vliegende wagentjes met gillende meisjes zorgen voor ‘oh’s’ en ‘ah’s’.
Constante aanstekelijke euforie.

Bruin tapijt, hoogpolig. Donkerbruine chique deuren. Acht verdiepingen hoge leegte. Vergaderzalen, bezemhokken. De stilte na de muzikale stortvloed golft bonkend mijn oren in. Ik besef dat het mijn bloed is. Het heeft een kookpunt bereikt. Een vluchtige aanraking, een zoen, zoekend. Onrust. Als ons doel bereikt is, vertelt een vriendelijke jongen in bruin –mét trots embleem- ons waar de uitgang is. Een grauwgrijs trappenhuis laat ons de terugreis echter snel vergeten.

Koel, koud donkergrijs met nopjes. Kale, schrale muren. De wereld krimpt tot een paar vierkante meters. Knipperende lampjes beschijnen bezwete naakte lichamen, terwijl ‘Valery’ gedempt binnenkomt. Stomende huiden raken elkaar in een zinderende kennismaking. Handen en lippen lijken dwaalloos geleid te worden op zoek naar ontlading. Het ultieme, allesoverheersende oerinstinct. De muziek zwelt aan. Hitte. Gemêleerd zout zweet. Climax.

De achtergrondgeluiden sijpelen langzaam weer weg. Ik kijk naar de rechteronderarm, die over mijn borst ligt. Hij is mooi, stevig, zoals het lichaam en degene die er aan vast zit. De hand streelt me. Fijn. Mijn naborrelende bloed wordt weer warmer. Jij wordt warmer. Handen glijden, lippen proeven.
Constante aanstekelijke euforie.

Aan alles komt een eind. We moeten gaan. De fantasiebubbel wordt doorgeprikt. Vochtige lichaamsgeuren gaan op in het hoge trappenhuis waar we, een beetje stuntelend, haar en kleding recht trekken. Langzaam dalen we de trappen af. Honderdvier treden. Elke stap omlaag dreunt de muziek harder. De aanwijzingen van de aardige receptiejongen zijn mijn hoofd uitgerend. Er zijn leukere herinneringen om op te slaan.
De parkeergarage.

Buiten is het inmiddels donker geworden. Een paar verdwaalde roze mensen lopen wankelend over de straat, sommigen bewegend op de snoeiharde muziek, sommigen niet. In onze afwezigheid zijn de straatstenen bedekt met een plastic-beker-tapijt.
Eén grote chaos.
In mijn hoofd.

Categorieën: VC-Arta

Arta

Zijn. bewonderen, verwonderen, notuleren, opwaarderen; Het zijn zomaar wat steekwoorden, die voor mij onlosmakelijk zijn verbonden aan 'Schrijven'. *Overigens schrijf en reageer ik als arta natuurlijk op persoonlijke titel

18 reacties

SIMBA · 1 september 2011 op 09:12

[quote]In onze afwezigheid zijn de straatstenen bedekt met een plastic-beker-tapijt. [/quote]
Dit is echt zo’n sublieme arta-zin aan het eind van een prachtige arta-column!

sylvia1 · 1 september 2011 op 09:55

Mooie eerste VC, Arta! Ik heb ‘m nu een paar keer gelezen en ontdek er telkens iets anders in. Echt een column die prikkelt om te herlezen, zelf aan te vullen.

Meralixe · 1 september 2011 op 11:41

Zou een cocktail van Arta met Ferrara de perfecte column opleveren? :toeter:

LouisP · 1 september 2011 op 14:39

Arta pakt uit met hare eerste Vaste Column..
Heel erg bijzonder stuk Arta,

‘Eén grote chaos.
In mijn hoofd.’

Mien · 1 september 2011 op 15:53

Geheimzinnige eersteling Arta. Af en toe wel iets te zwaar aangezet, maar graag gelezen. En felies met de eerste, hij mag er wezen.

Mien

Dees · 1 september 2011 op 16:25

Vind hem mooi. Stelde mezelf de vraag of ik hem geaffecteerd vond. En nee, dat vond ik niet. Of ik het storend vond om hem meerdere malen te moeten lezen. Nee, ook niet. Het is dus een column die die vragen wel oproept, bij mij, maar die de vragen ook genadeloos weer pareert, of de hoek in schopt. Mooi stuk.

Ferrara · 1 september 2011 op 17:21

De eerste keer lezen was het inderdaad een doolhof voor me. Maar na een paar keer herlezen kwam er licht in de “darkness”.
Heftige start. Past wel bij je.

KawaSutra · 3 september 2011 op 00:41

25 juli, roze maandag?
Tilburgse Kermis, kan haast niet anders, lijkt me.
Goed geschreven Arta!!!
Uiteraard voor mij een reden om weer terug te komen.

arta · 3 september 2011 op 09:24

Kawa, wat superleuk dat je, met, als altijd, een scherpe opmerkzaamheid;-), reageert! Ik hoop echt je snel weer te lezen hier!

Wat een mooie reacties! (@Dees: wat kun jij toch mooie reacties schrijven)
Echt fijn om te lezen.
Dank jullie wel!

lisa-marie · 3 september 2011 op 12:06

dit is gewoon genieten !

Fem · 4 september 2011 op 08:59

Heel bijzonder om even mee te mogen dwalen in dat labyrint…

Harrie · 5 september 2011 op 17:02

Gek maar ik heb gedroomd over Ronnie Tober na het lezen van deze column. Wilde ik even kwijt.

arta · 5 september 2011 op 20:04

Hahaha, over Ronnie Tober! Dat is zó grappig! 😆

embee · 5 september 2011 op 22:14

Nu driemaal gelezen, en elke keer vind ik het mooier worden. Wat maak jij prachtige zinnen!

groetje van embee

Harrie · 6 september 2011 op 14:58

En dan heb ik het nog niet eens over Ciska gehad. 😉

gast · 8 september 2011 op 12:25

Autobiografisch?
Het is niet echt een column, meer een verhaal. Wel mooi geschreven, je raakt benieuwd als lezer.

pally · 8 september 2011 op 14:56

Laat lees ik jouw eerste vaste column, Arta, met in mijn hoofd nog de frisse wind en de schapenweiden langs het wad.
Je trekt mij meteen mee in een warme zwoele ruimte, ingekapseld door heet bloed.
Heel mooi gedaan zonder omgevingprecisie beschreven en daardoor ongrijpbaar, maar toch invoelbaar. Het krijgt iets universeels. Een bijzondere eerste op deze plek! :wave:

Groet van Pally

Ontwikkeling · 11 september 2011 op 11:48

Prachtig. Ik ontdek -net als de anderen- steeds iets nieuws in dit stuk.
Ik vind je een woordkunstenaar. :wave:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder