Ze staarde omhoog, naar de heldere lucht. Het was een van de weinige mooie dagen van deze lente die eerder de winter leek aan te kondigen dan een warme zomer. Bomen stonden als oude wachters in een keurige rij aan weerszijden van het laantje. Takken strekten zich boven haar uit. Ze vormden een netwerk van door elkaar lopende lijnen waar geen patroon in te ontdekken was. Zonnestralen vielen door de fijne jonge twijgjes en schenen in haar ogen. Schaduwvlekjes dansten over haar gezicht. De witte bloesem stak scherp af tegen de lucht, het felle blauw deed zeer aan haar ogen. Ze deed ze even dicht om ze daarna meteen weer te openen. Witte blaadjes dwarrelden naar beneden.

Het was opvallend stil, alsof alles zijn adem inhield. Ze hoorde alleen het bloed in haar oren suizen en haar eigen ademhaling. Toen ze wat beter luisterde hoorde ze vogels fluiten. In de verte reed een trein. Zachtjes ruisten de bomen in de wind. Een vlieg zoemde even rond haar oren en verdween weer.

De geur van bloesem hing als een dikke deken in de lucht. Het was zo nadrukkelijk aanwezig dat het bijna stonk. Een zacht briesje nam de vage lucht van benzine met zich mee. De wei naast haar was pas gemaaid. Het gaf een prettige lucht af, dat voor haar om een of andere reden altijd samenhing met de lente. Voorzichtig streek ze met haar hand over haar gezicht. Die rook naar zand en warm asfalt.

Haar mond was kurkdroog, haar tong lag tegen haar verhemelte geplakt. Ze probeerde te slikken, maar had er te weinig speeksel voor. Wat had ze op het moment veel over voor een slokje water. Ze proefde iets ijzerachtigs, alsof ze te lang had gerend. Ze ging met haar tong over haar lippen en kreeg van bloed binnen. Dat verklaarde de ijzersmaak.

Het prikte toen ze langs haar lippen likte. Haar gezicht was warm van de zon, ze zweette een beetje. Haar keel deed zeer. Er begon iets in haar hoofd te bonzen, wat maar niet ophield. Het bonzen ging over in een stekende hoofdpijn toen ze overeind probeerde te komen. Langzaam liet ze zich weer zakken. Haar rug was warm van het asfalt dat de hele middag al in de zon had gelegen. Ze voelde iets warms langs haar slaap lopen. Ze probeerde het weg te vegen, maar het bleef stromen. Ze keek naar haar vingers en zag dat die rood geworden waren. Ze veegde het bloed aan haar broek af. Twee trillende handen vouwden zich om haar hand heen.

Met moeite draaide ze haar hoofd opzij en zag een jongen in een zwarte jas naast haar op de grond knielen. Hij keek bezorgd. Verderop lag een motor over de weg, in de berm lag haar fiets.
“De ambulance is onderweg” zei hij zachtjes.

Categorieën: Fictie

11 reacties

Dees · 7 mei 2006 op 09:14

De geuren en kleuren van een vertrouwd gevoel versus de schrille werkelijkheid. Knap geschreven.

Li · 7 mei 2006 op 12:47

Na de laatste alinea nog eens gelezen en toen was het twee keer anders en twee keer mooi.

Li

Nana · 7 mei 2006 op 15:18

Mooi verhaal je proeft de lente en het bloed.

Chantal · 7 mei 2006 op 16:21

Heel mooi gedaan!

Mup · 7 mei 2006 op 16:48

Erg sterk stuk,

Groet Mup.

Mosje · 7 mei 2006 op 19:11

heel bijzonder stukje Mug!

archangel · 7 mei 2006 op 19:16

Erg mooi Mugje! Qua sfeer doet het me denken aan hoe ons beider favoriete verhalenverteller kan schrijven. Dank je wel, en schrijf eens wat vaker 😉

WritersBlocq · 7 mei 2006 op 19:18

Hoi Mug,
Moet je hem eens in de tegenwoordige tijd lezen, brrr dan neemt ie nóg meer mee! Maar ook in de verleden tijd is ie prachtig. Groetje, Pauline.

Troy · 7 mei 2006 op 23:49

Wat kan jij schrijven zeg! Van de vele nieuwkomers begin je een plaatsje bij mijn favourieten in te nemen. Deze stijl staat je erg goed. Zo wil ik er graag meer lezen.

KawaSutra · 9 mei 2006 op 01:15

Mooi hoor, vooral de eerste drie alinea’s en het slot. Tegenwoordige tijd zou idd. nog mooier zijn geweest. Mijn complimenten!

Mug · 9 mei 2006 op 10:42

Iedereen bedankt voor de lieve reacties!
Ik heb hem ook eens in de tegenwoordige tijd gelezen, dan is het inderdaad mooier. Ik zal er op gaan letten voortaan;-)

Archangel, wat een enorm compliment, dank je! Maar ik kom natuurlijk nog lang niet in de buurt van King ( zou het ook niet willen, volgens mij moet er ergens een steekje los zitten om zo’n fantasie te hebben:-)).

Geef een reactie

Avatar plaatshouder