De enkele minuten geleden nog vurige blik in zijn ogen doofde op het moment dat hij zag wat hij had aangericht. Het doffe, slechts uit grijstinten bestaande schilderij, had plaats gemaakt voor een voorstelling van kleuren die zo indringend waren dat hij zijn ogen er zelfs even voor moest sluiten. Aarzelend observeerde hij; niet langer dronken maar op het randje van een beginnende kater die hem in rap tempo nog ellendiger deed voelen. ‘Gaat het?’ vroeg hij. Maar hij kwam tot de realisatie dat zijn vraag in deze situatie zo absurd was dat hij even het gevoel kreeg in een derderangs slapstick te zijn terechtgekomen. Natuurlijk werd er niet geantwoord. En nee, het ging niet.
Maar dat had hij zelf ook wel kunnen bedenken. Peinzend wandelde hij op en neer door de woonkamer. De kamer was groot maar leek niet genoeg ruimte voor zijn gedachten, die alle kanten opsprongen te herbergen. Het was een uit de hand gelopen situatie. Niets meer en niets minder. En was hij niet koning in het verdoezelen van problemen. Was hij niet meester in het aan de kant schuiven van uit de hand gelopen situaties. Juist, en van die eigenschap zou hij nu dan ook behendig gebruik maken. ‘En dat noemde zich ooit vol trots een humanist’ schoot er een stemmetje door zijn hoofd. Een flauwe schaamte deed zijn wangen heel even lichtroze kleuren, maar vrijwel direct besefte hij dat er voor schaamte nu geen ruimte was. Voor geen enkel gevoel was er nog ruimte. Handelen moest hij. Handelen, en wel nu.

Nog meer rood zou in dit geval zeker de genadeklap van al zijn werk en toewijding betekenen. Hij had al bloed genoeg vergoten.
Hij moest er niet te lang naar kijken want dan begon zelfs hij de pijn te voelen van het toegetakelde lichaam voor hem.

[i]Projectie
Reflectie
Oh, ellendige projectie[/i]

Waarom deed hij zichzelf dit aan? Waarom moest het allemaal zo grof en gewelddadig? Waarom kon hij niet volstaan met een zonnig zelfportret om zich vervolgens voor eens en voor altijd te richten op zijn routineus gemaakte stillevens die hem in ieder geval van een bron van inkomsten verzekerden. Alles moest anders. Het roer moest iedere keer, op wat voor front dan ook in zijn leven, weer om. En wat had hij er aan overgehouden? Drie ex-vrouwen. Twee kinderen die hij niet meer mocht zien. En een lege bankrekening als gevolg van een niet in toom te houden behoefte aan een huis gevuld met lege flessen die toch echt, niet zo lang daarvoor, met inhoud voor hem hadden gestaan.

Voor de zoveelste keer keek hij op naar het doek waar hij zich de laatste dagen op had uitgeleefd. Een ongepolijste weergave van de werkelijkheid. Confronterend, bloederig, alles behalve fijnzinnig.

Van humanist tot masochist.
Het verschil zat hem slechts in wat letters.
Letters die net zo inwisselbaar waren als zijn eigen leven.

Vermoeid pakte hij de grootste verfroller die hij kon vinden in zijn handen en rolde deze door een dikke laag inktzwarte verf.

De werkelijkheid verdoezelen: dat ging hem nog altijd het beste af.

Categorieën: Fictie

8 reacties

Dees · 31 januari 2008 op 13:32

Mooi geschreven. Wel bekruipt me hier en daar het gevoel van een overbodig bijvoeglijk naamwoord, dat net niet helemaal gelukkig op het papier rolt. Of een zin, waarvan ik vermoed dat die net een keer of drie te vaak herzien is, zoals

[quote]De kamer was groot maar leek niet genoeg ruimte voor zijn gedachten, die alle kanten opsprongen te herbergen. [/quote]

Maar ik weet natuurlijk niet of dat echt zo is. Het geheel, vooral de ontknoping: mooi.

Mup · 31 januari 2008 op 17:07

Ijzersterk,

Groet Mup.

Siebe · 31 januari 2008 op 19:26

Ah, eindelijk weer eens eentje in de rubriek ‘Troysel’.

Ik vind hem erg mooi geschreven, toegankelijker dit keer, voor mij althans. Bij andere stukken (van jouw hand) vind ik het soms lastig om me in te leven, hier lukt het me wonderwel. Zo toegankelijk dat het bijna te gemakkelijk voelt, te gemakkelijk van de schrijver ook – projectie. Alsof er dan vast nog wel iets mee aan de hand zal zijn wat ik mis, niet oppik.

Ik vind het ook echt een januaristuk, maar geef me nog een paar uur en dan is dat ook alweer verdoezeld.

Gr.
S

klapdoos · 31 januari 2008 op 19:51

Mooi stuk, heerlijk weggelezen,
groet an leny

arta · 31 januari 2008 op 21:57

Erg mooi geschreven, Troy!
🙂

SIMBA · 1 februari 2008 op 08:41

Mooi verhaal, je verdoezeld niks!

Mosje · 1 februari 2008 op 20:27

Who’s afraid of Black?

KawaSutra · 2 februari 2008 op 12:28

Prachtig verhaal.
Gelukkig zijn creatieve uitingen op het doek niet alleen maar een kwestie van verdoezelen. Projectie en reflectie kunnen zeer helend werken. Ik zou het iedereen aanraden.
Maar het beeld en de onderliggende metafoor vind ik heel knap verweven.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder