‘Achteraan, daar staat hij’, zei de verhuurder terwijl hij op het asfalt van de parkeerplaats spuugde.
Susan tuurde in de richting die de man wees, terwijl Annemarie de sleutels aannam. Het was zeker 35 graden en het asfalt was gesmolten. Niet bepaald een geschikte dag om met bagage te sjouwen. De koffer die Susan drie dagen voor vertrek nog gekocht had, was gelukkig voorzien van wieltjes. Na twee meter stroperig asfalt gaven de wieltjes het echter alweer op. Susan moest alsnog het loodzware ding aan zijn hengsel optillen. Het zweet liep onmiddellijk in straaltjes langs haar slapen. Annemarie was slim geweest, die had een rugzak en liep met ferme passen de parkeerplaats over terwijl ze het nummer op de sleutelhanger vergeleek met de kentekenplaten. Susan liet haar koffer na vier meter op de grond vallen en rechtte haar rug.
‘Waarom heb ik een koffer en geen rugzak?’, riep ze terwijl ze haar hand masseerde. Annemarie had inmiddels tientallen meters voorsprong. Susan veegde het zweet van haar voorhoofd. In de koffer zaten truien en jassen, want ze had gedacht dat het in Las Vegas in februari wel koud zou zijn. Volgende keer maar even internet raadplegen voordat ze op reis ging.
‘Hier is ie!’, riep Annemarie en ze zwaaide enthousiast met haar armen in de richting van een grote witte chevrolet RV die helemaal achteraan op de parkeerplaats zo’n beetje ingeklemd stond tussen een paar jeeps. Susan pakte zuchtend haar koffer weer op en sleepte hem achter zich aan in de richting van het witte gevaarte waarvan Annemarie het portier probeerde te openen.

‘Hij is wel groot, hè’, zei Susan toen ze een keer om de camper heen gelopen was. Het bakbeest was zeker acht meter lang en als je er vlak bij stond leek hij bovendien erg hoog. Omdat Susan niet van kamperen hield, had Annemarie voorgesteld om dan maar een camper te huren. Daar konden ze mooi de Grand Canyon mee verkennen. ‘Comfortabel en mobiel!’, had Annemarie erbij gezegd. Susan had geen idee hoe een camper eruit zag, maar ze had gehoord dat er een keuken, een slaapkamer en een badkamer in zat en dat klonk haar als muziek in de oren.
Annemarie opende uitnodigend de zijdeur.

‘Even binnen kijken?’, zei ze en ze sprong naar binnen. Susan volgde haar en stootte meteen haar hoofd tegen de deurpost.
‘Godverdomme!’.
Annemarie stond al in het keukentje. ‘Kijk eens ! Een magnetron en een koelkast!’.
Susan wreef over haar pijnlijke kruin. Het moest een leuke vakantie worden, dus niet zeuren. Enigszins voorovergebogen zette ze daarom maar een stap in de richting van het keukentje, maar Annemarie stond natuurlijk in de weg. Die moest eerst zijdelings tussen de eettafel en de rand van het tweepersoonsbed doorschuiven voordat Susan het keukentje kon bewonderen.
‘Ja, mooi’, zei Susan terwijl ze haar armen omhoog moest doen om langs het keukenkastje te komen. Ze vroeg zich af of ze met Annemarie in het tweepersoonsbed moest slapen maar drukte die gedachte gauw weer weg. Dat zochten ze vanavond maar uit.
‘De badkamer!’, juichte Annemarie even later. Maar Susan geloofde het wel. Ze stapte snel naar buiten, liep om de camper heen en opende de deur van de cockpit. Ze nam plaats achter het stuur. Zo. Dat voelde een stuk beter.
‘Zeg, hoe hard kan ie eigenlijk?’, vroeg ze over haar schouder aan Annemarie.
‘Hij heeft cruise control, stond in de folder’.
‘Wat moet je nou met cruise control? Ik vroeg; hoe hard kan dat ding?’
‘Moet je op de teller kijken.’
Susan tuurde naar het dashboard. De teller ging niet verder dan 120.
‘Honderdtwintig! Jezus mina, we hadden beter paard en wagen kunnen huren’, riep ze naar Annemarie, die op de passagiersstoel in de cockpit was neergeploft.
‘Ja zeg, dat zijn miles hoor, geen kilometers’.
‘Oh. En waar is de versnellingspook?’
‘Het is een automaat, Susan’.
‘Jezus mina’.
Susan keek nog even naar de spiegels en draaide ze wat bij, maar toen opende ze resoluut het portier en zei: ‘Rij jij maar, ik ga wel kaartlezen’.
‘Ik pieker er niet over’, zei Annemarie, die pontificaal bleef zitten.

Susan sleepte zwijgend de rugzak en de koffer de camper in en even later startte ze de motor, die beschaafd begon te ronken. Op het dashboard knipperden allerlei lampjes waarvan de functie niet duidelijk was. De gebruiksaanwijzing moest er aan te pas komen, maar na een half uur hadden ze de lampjes bedwongen en konden ze vertrekken. Met enig gemanoeuvreer wist Susan het ding tussen de jeeps door de parkeerplaats af te laten hobbelen. Even later zaten ze op de snelweg. Het was een kaarsrechte weg in een nogal vlak landschap, dat ze in alle rust konden bekijken, of ze nu wilden of niet. Het landschap drong zich aan alle kanten aan je op.

In Amerika mag je zowel links als rechts inhalen op de snelweg. Dat gebeurde dan ook. Susan gaf plankgas, maar rechts passeerde een gigantische vrachtwagen uit de film “Convoy” terwijl links de een na de andere Amerikaanse slee voorbij zoefde. Susan probeerde het te negeren. Het moest immers een leuke vakantie worden. Annemarie had de kaart op schoot, maar dat was nergens voor nodig want er was maar één weg en de laatste kruising hadden ze een half uur geleden al achter zich gelaten. Na twee uur tuffen namen ze een korte pauze aan de kant van de weg.
‘Jij mag koffie zetten’, zei Susan, ‘dan ga ik het toilet gebruiken’.
Annemarie ging de camper in en Susan volgde haar. Het was duidelijk dat ze nog niet helemaal gewend waren, want meteen bleek dat Annemarie eerst op het tweepersoonsbed achterin moest gaan liggen, anders kon Susan helemaal niet bij de badkamer komen.
Annemarie viel schaterend op het bed terwijl Susan de schuifdeur van de badkamer met een ruk opentrok.
‘Jezus mina, moet ik hierin?’, riep ze, maar het moest een leuke vakantie worden, dus ze wurmde zich in de ruimte en trok de schuifdeur dicht om nog enige privacy te hebben. Om op de bril te gaan zitten moest ze zich eerst omdraaien. Maar met gesloten deur ging dat echt niet. De deur moest weer open.
‘Alweer klaar?’, giechelde Annemarie vanaf het bed.
‘Ik moet nog beginnen!’, mopperde Susan.
Susan was blij dat ze weer achter het stuur kon gaan zitten. Ze startte de motor en trok op. Ondertussen werd ze ingehaald door een viertal vrachtwagens. De chauffeurs zwaaiden haar grijnzend toe en ze meende iets van leedvermaak in hun ogen te zien. Maar ze perste haar lippen op elkaar en gaf plankgas. Toen ze tien minuten hadden gereden, begon er een lampje te knipperen op het dashboard. Annemarie pakte de gebruiksaanwijzing er weer bij.
‘Oei. Tank leeg’.
‘Nu al?’, riep Susan.
‘Hm, ik zie hier dat dit ding één op vier rijdt’, zei Annemarie voorzichtig. ‘Of zijn dat miles op gallons?’
‘Eén op vier! Jezus mina, ik dacht dat mijn Couga thuis al zoop, maar dit slaat alles. Is er een tankstation in de buurt?’
Toen viel er een stilte. Voor hen lag één lange kaarsrechte strook asfalt, met links en rechts een kale vlakte tot zover als de einder reikte. De lucht trilde. Annemarie tuurde door het rechterraam, Susan door het linker. Een fraai uitzicht tot aan de horizon, maar daar had je op dit moment natuurlijk niet zoveel aan.
‘Hij rijdt toch nog wel een tijdje?’, zei Susan zacht.
‘Vast wel’, zei Annemarie.
Maar het gevaarte begon te sputteren en te bokken en even later stonden ze stil in de berm.
Susan stapte uit, knalde het portier dicht en ging met haar handen in haar zij op het gloeiend hete asfalt staan.
‘Ik kan er niks aan doen, maar ik heb er nu al genoeg van!’, riep ze. ‘Ik doe het niet meer, ik vind het wel best zo. Ik ga een echte auto huren!’, en met grote passen liep ze om de camper heen, sleurde haar koffer eruit en begon in de richting van de verre horizon te lopen, eerst nog de koffer achter zich aanslepend, maar die liet ze na tien stappen langs de weg staan. Ze liep en ze liep terwijl de lucht boven het asfalt trilde en het zweet met straaltjes langs haar slapen liep. ‘Jezus mina, nu kom ik ook nog te laat voor het optreden van Celine Dion morgenavond’.
‘Susan! Er ligt een grote jerrycan met benzine achterin’, riep Annemarie uit het raampje. Maar Susan was al te ver weg om het te horen.


2 reacties

Casperio · 10 juni 2003 op 22:42

Een Amerikaans avontuur uit je eigen leven gegrepen??? Of een zeer goed verzonnen (vast voor velen herkenbaar) verhaal?

Ik ben benieuwd naar het vervolg met deze twee meiden…. 😉

Groetjes,

Casperio

Yoyogro · 11 juni 2003 op 21:40

Dankjewel voor je compliment. Het is verzonnen. Maar wel gebaseerd op een bestaande Susan ! Leuk idee, een vervolg te bedenken. Ik zal eens kijken wat ik daarvan maak!

Thenx again.

Yoyogro

Geef een reactie

Avatar plaatshouder