Kijkend naar een documentaire uit 1934, op Discovery-channel, zie ik een gezicht. Twee vrouwenogen kijken mij recht aan en lachen. Heel kort duurt dit fragment, maar de aanblik staat op mijn netvlies gebrand. Wie is die vrouw en waarom kijkt zij mij zo indringend aan en waarom intrigeert deze vrouw mij zo? Vannacht heb ik met haar gepraat, en door schemerige natgeregende straten gelopen; hand in hand. Wij spraken met elkaar en keken elkaar aan maar ik hoorde niet wat zij zei. Wel overviel mij een hemels gevoel. De andere dag herinnerde ik mij de droom en de documentaire, maar vooral dat gezicht met die ogen.

Gedachten spelen door mijn hoofd. Leefde ik ooit in die tijd en ben ik een reïncarnatie van haar man of is zij een reïncarnatie van mijn vrouw? Leef ik wel in de goede tijd of zij misschien? De aantrekkingskracht die zij uitstraalt is er niet minder om, ik zou haar zo wel van de TV af willen plukken maar helaas: het filmbeeld wordt niet meer herhaald.

Een week later herhaald de droom zich en wij lopen door weilanden en velden, wij lachen en huppelen en rollen, als een verliefd jong stel, door het gras. De geur van lavendel overstemd alles en wij kijken elkaar gebiologeerd aan.

Als ik wakker wordt dan regent het en het ziet er somber uit. Zo somber als het weer loop ik door mijn huis. Tijdens het ijsberen dringt langzaam de geur van lavendel door in mijn neus. Ik houd stil en sluit mijn ogen. Meteen moet ik terug denken aan mijn droom, aan de weilanden waarin wij liepen, de bijbehorende lavendelgeur.

Met mijn ogen gesloten vraag ik hardop: wie ben je?
Direct loopt er een rilling over mijn rug maar niet van de kou, mijn haren voelen aan alsof zij statisch zijn en mijn hart slaat veel te snel. Mijn hele lichaam wordt omringd door een warmte en ik durf mijn ogen niet te openen, bang dat dit Goddelijke gevoel mij ontglipt.

Op het moment dat ik mijn ogen toch open is meteen de lavendelgeur verdwenen en ook dat heerlijke warme saamhorige gevoel. De droom heb ik niet meer gedroomd en ook de beelden heb ik nooit meer gezien; wat rest is de herinnering en de aantrekkingskracht. Maar die ogen, die zal ik nooit vergeten.

Wanneer zal ik die ooit weer zien?


7 reacties

arta · 15 december 2007 op 19:20

[quote]Wanneer zal ik die ooit weer zien?[/quote]
Snel, heel snel! 😆
Ook de tweede keer is hij weer mooi! 🙂

Prlwytskovsky · 15 december 2007 op 21:34

Aleez, ja Arta ik zie het: foutje van Prlw. Kwor ook een daggie ouwer. :oeps:
Volgende keer een nieuwe aflevering.

En mocht de redactie dit lezen? Verwijder dit schrijfsel maar.

KingArthur · 16 december 2007 op 03:08

Niks verwijderen. Ik vind de titel al een stuk mooier en de tekst blijft nog steeds goed.

Ennuh…alvast gefeliciteert.

schoevers · 16 december 2007 op 08:08

Rustig laten staan.

Ik herken het gevoel dat je beschrijft. Soms vraagt een mens wel zich wel eens (b.v. na dromen) af ‘hoe komt dit beeld in mijn kop? Het is zo echt, maar dit ben ik nooit tegen gekomen’.
Jij hebt dit mysterie en de verwarring goed beschreven. Prima column.

Trukie · 16 december 2007 op 13:12

Heel mooi Prlwytskovsky. Mooie schrijfstijl.
Misschien kun je een dvd van het programma bestellen?

Prlwytskovsky · 16 december 2007 op 18:25

Ja jongens, de fantasie gaat soms aardig op de loop met mij, en de haast zorgt voor de nodige foutjes. Dank dus voor de reacties.

En King …. wat leuk dat je daar aan denkt. Je gaat me toch niet in het openbaar vertellen dat ik 60 word? 😆

klapdoos · 17 december 2007 op 13:34

LATEN STAAN HOOR!!!!!!!!!!!!!!!!!
Zo al de redactie dit niet ziet, is het tijd voor een nóg grotere lettertype..enne ik las dat je snel je jaardag viert. Nou vanuit zwolle natuurlijk ook een hartelijke felicitatie en dat je maar héél lang onder ons (boven is zo zwaar) moge blijven schrijven, ik geniet nog steeds van je verhalen, dubbel of niet.
greetzzzzzzzzz van leny 😆 :wave: :wave:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder