Stinksirene

Sirene, ik hoor een sirene. De eerste maandag van de maand? Welnee, nog lang niet, bovendien is het woensdag. De stofzuiger boven, met echtgenoot eraan vast? Maar zo’n hoog hysterisch geluid! Nee, echt niet normaal, zeg. Wat ruik ik? De sterke grilllucht van een barbecue vol met rubberen of plastic hamburgers. Nog smeriger eigenlijk. Ik ruik ook rook. Of kan dat niet? Weet ik veel. Hoofdpijn krijg ik er meteen van.

De weg naar inspiratie

Zwaar vermoeid gooi ik mijn sporttasje in de hoek van de kamer. Uitgeteld van een voetbalwedstrijd. Voetbalwedstrijd is een groot woord trouwens;we kunnen het beter ‘gehaktmolen’ noemen, totale afslachting. Ik bekijk een site waar ik zo af en toe voor schrijf. Bekijk de reacties van de mede-columnisten en neem deze in me op als verbeterpunten voor de volgende keer. Mijn oog valt op het kopje ‘Twitter’.

Pindaduifclub

Vreemde ogen turen mij. Waar ben ik nu weer aanbeland? Een penetrante lucht dringt door in mijn neus. Een weeë combinatie van fruit en urine. Meer kan ik er niet van maken. Het nitriet slaat nu ook op mijn ogen. Nog net kan ik een flinke niesbui onderdrukken als ik plots luid getrompetter hoor. Het trompetgeschal doet me denken aan de olifanten uit een ouwe Tarzanfilm.

Post

Mijn lief zit nu al uren achter Skype om onze zoon te helpen een ellenlange tekst te verbeteren. Taalblindheid komt veel voor in onze familie en ook onze afstammeling is ermee behept.