Schoenjaren (4 )

Teenslippers
Meestal ging ik in de grote vakantie twee maal een week bij verschillende tantes logeren. Of ik daar nu zin in had of niet. Vanaf mijn negende werd ik op de trein gezet. Mijn ouders vonden toen dat ik oud genoeg was om alleen te reizen. Mijn vader vroeg dan wel aan een mevrouw in de coupé om een oogje op mij houden en te zorgen dat ik bij het goede station uitstapte. Dat lukte altijd: mijn vader viel met zijn felblauwe ogen in de smaak bij vrouwen. Papa stopte meestal een opgevouwen biljet van vijf gulden in mijn jaszak: om nichtjes en neefjes op ijsjes te trakteren of een puntzak patat met piccalilly. Hij bleef zwaaien tot ik hem niet meer kon zien.

Pimp je keuken op

Open keuken
Je leert elke dag weer bij. Vandaag heb ik mijn kennis van keukens opgevijzeld. In ons huis staat een keuken. Een open keuken. Bovendien een keuken die wij niet zelf gekozen hebben. Elke dag kijken we naar de keuken. Ook maken we bijna elke dag ons eten in die keuken. Het functioneert prima die keuken, maar ja het oog dat ook wat wil knaagt al geruime tijd.

Te kort…

“Joop, ik moet even met je praten. Ik ben weer in verwachting.” Mijn vader keek mijn moeder aan en begon te lachen. “Je zal bedoelen dat je oma wordt meis, onmogelijk dat je in verwachting bent.” “Ook goed” was mijn moeders antwoord, “dan voeden wij over ongeveer acht maanden ons “klein”kind op!”

Onderonsje

Hallo lieve papa, mag ik even met je praten? Het leven zit weer tegen en dan mis ik je altijd zo. Natuurlijk weet ik dat je er altijd bent, maar ik zou je zo graag even willen vasthouden en met je praten, zoals vroeger.

Carnaval: Groene liefde met stipnotering

Sammy loopt een klein beetje gebogen. Hij houdt zijn vingers in de oren en kijkt naar boven. Een grote rookpluim daalt op hem neer. Hij moet heel hard kuchen van de vieze mist. Serpentines dwarrelen uit de lucht en blijven plakken aan zijn lippen. Bijna verslikt hij zich. “Ik heb een toe-toe-toeter op mijn waterscooter daarmee toeter ik naar jou.” Een oorverdovend lawaai knalt uit de boxen door de raampjes van een grote autobus. Er hangen allemaal wilde mensen uit de raam met glitterpruiken en zonnebrillen. Ze zwaaien heel hard met hun armen. Sommigen hebben een klein flesje in de hand. Dat zetten ze soms aan hun mond en gooien dan de nek naar achter. Het lijken net grote reigers die een visje scoren. Sammy is bang. Deze wagen vindt hij niet leuk.