Teenslippers
Meestal ging ik in de grote vakantie twee maal een week bij verschillende tantes logeren. Of ik daar nu zin in had of niet. Vanaf mijn negende werd ik op de trein gezet. Mijn ouders vonden toen dat ik oud genoeg was om alleen te reizen. Mijn vader vroeg dan wel aan een mevrouw in de coupé om een oogje op mij houden en te zorgen dat ik bij het goede station uitstapte. Dat lukte altijd: mijn vader viel met zijn felblauwe ogen in de smaak bij vrouwen. Papa stopte meestal een opgevouwen biljet van vijf gulden in mijn jaszak: om nichtjes en neefjes op ijsjes te trakteren of een puntzak patat met piccalilly. Hij bleef zwaaien tot ik hem niet meer kon zien. Met de helft van het logeergeld schafte ik een keer mijn gedroomde rubberen teenslippers aan. Ik koos, na veel wikken en wegen nivea-blauwe uit. Ze roken echt heerlijk, vond ik. In het begin voelde het erg pijnlijk tussen mijn grote teen en de teen ernaast. Ik kreeg daar zelfs blaren. Maar toen dat eenmaal over was, kon ik er de hele zomer op voort. Steeds bruinere voeten en tenen tekenden zich af tegen het almaar fletser wordende blauwe rubber. Ze werden dun en dat was pas echt fijn. Je voelde de grond erdoorheen. Op de binnenzool stond mijn voet als persoonlijk stempel steeds duidelijker afgedrukt.

Ik droeg ze elke dag, ook toen ik terug was van de logeerpartijen en naar het Noordwijkse strand fietste met mijn zusje van drie achterop. Die viel op de terugweg in het fietsstoeltje geheid in slaap, zodat ik haar de hele weg, drie kwartier lang, met één hand naar achteren, vast moest houden. Ik kreeg er bijna een lamme arm van. Op het zadel schuurde het zand in het kruis van mijn shortje. Mijn rug voelde ruw en heet aan van het verbranden en toch ook een beetje rillerig.
Eén keer was ik mijn zusje op het strand kwijt. Radeloos van angst liep ik langs de zee. Hij zag eruit als een verzwelgend monster van kleine zusjes. Bij de politiepost zat ze heel zoet met een schepje en een emmertje te spelen. Ze huilde pas toen ze me zag.’Waar was je nou?’ piepte ze. ‘Ik kwam uit de zee en er zaten opeens allemaal andere mensen op jouw plaats’.
Ik legde niet uit dat zij zelf was afgedwaald, wist wel dat zij dat niet zou snappen. Het was trouwens een opgave altijd met kleine zusjes of broertjes te moeten sjouwen in plaats van met vriendinnen naar het strand te gaan. Klagen deed ik er niet over. Het kwam niet in me op en ze was wel erg lief, mijn zusje.

Thuis wachtte vaak als het heel warm was, mijn favoriete avondeten op de eettafel: een groot vergiet vol half geplette aardbeien, die we met een vork op witte boterhammen nog verder pletten met bergen basterdsuiker en dan zo ongeveer opdronken.


pally

Genieten van leven en mensen en natuur om mij heen. Schrijven als belangrijke drijfveer om te ordenen, te relativeren en te communiceren.

14 reacties

Harrie · 26 februari 2011 op 09:48

Potverdikkie die wil ik ook wel hebben. Ik loop nu nog steeds op blote voeten.

arta · 26 februari 2011 op 10:32

[quote]Radeloos van angst liep ik langs de zee. Hij zag eruit als een verzwelgend monster van kleine zusjes.[/quote]
Bovenstaande zin is zó mooi!
‘Teenslippers’ is mijn favoriet, tot nu toe!

Prlwytskovsky · 26 februari 2011 op 10:33

Leuk en aantrekkelijk beschreven Pally. Vooral die geplette aardbeien … ooehwww wat lekker.

Ferrara · 26 februari 2011 op 12:05

Pally, wat geniet ik van deze verhalen. Ik heb ze allemaal even gelezen. Tot nu toe herken ik kleding en schoenen. En vooral het “rijke” gevoel bij de lakschoenen. Ben benieuwd naar het volgende paar.

LouisP · 26 februari 2011 op 12:42

“Radeloos van angst liep ik langs de zee. Hij zag eruit als een verzwelgend monster van kleine zusjes.” Da’s heel mooi!

Mooi en duidelijk zonder show geschreven, dit stukje…’k vind dit ook het mooiste schoenstukje,
hele mooie laatste alinea..

sylvia1 · 26 februari 2011 op 12:45

Prachtige column Pally! Wat ik zo mooi vind aan dit deel is dat jouw schoenen samen met jou vorm krijgen, je drukt er letterlijk een persoonlijke stempel op. Strand, zee, zon en teenslippers… mooi zeg!

Mosje · 26 februari 2011 op 23:09

Pokkedingen die teenslippers. Maar ze zijn tegenwoordig weer helemaal in. Jij lijkt me wel een type voor onvervalste Dolce & Gabbana’s.
Ik houd het bij eenvoudige Gucci’s.
😉

Chantalle · 27 februari 2011 op 14:18

Tja, wat moet ik ervan zeggen…zoals altijd gewoon een heerlijke “Pally”. Punt.

pally · 27 februari 2011 op 17:44

Erg bedankt voor de reacties!

groet van Pally

SIMBA · 27 februari 2011 op 19:27

Had ik toch bijna door alle verhuisdrukte deze teenslippers gemist….en wat is het leven waard zonder teenslippers!
Enne….patat met piccalilly???

Mien · 27 februari 2011 op 23:59

Mooi … als je langzaam leest hoor je het deinen van de zee.

Mien

Avalanche · 28 februari 2011 op 23:24

Het gegeven blijft prachtig: jouw leven in een schoenendecor. Voor mijn gevoel gaat het schoeisel je steeds beter passen. Genoten van deze!

Dees · 1 maart 2011 op 12:29

Heel mooi. de laatste alinea had overigens weg gekund, dat was een heel mooi net niet te open einde geweest. Zo’n randgeval, dat had ik nóg mooier gevonden.

Een puntje van tip, ik zou afstappen van de titel schoenjaren. We weten waar je mee bezig bent en zelfs al was dat niet zo, het is ook mooi om dat als lezer te ontdekken. Teenslippers is een prachtige titel. Evenals lakschoentjes. Etc.

pally · 1 maart 2011 op 12:41

Bedankt, Dees voor de tips. Zeker, het idee ‘Schoenjaren’ weg te laten. Het is overigens een werktitel voor het geheel. Ik was daar zelf, wat betreft de columns, ook al over aan het denken. Ik moet overigens nog een goede titel vinden voor het verhaal in novellevorm.
Wat betreft die laatste alinea, misschien heb je wel gelijk, maar in het kader van het hele levensverhaal wil ik sommige dingen zo graag vastleggen, al kan dat ook in een ander moment.
Nogmaals: ik stel veel prijs op je feed-back!

Groet van Pally

Geef een reactie

Avatar plaatshouder