“Ik dank onze lieve heer op mijn blote knietjes, als ik hier een beetje goed doorkom”, meldde de vrouw van middelbare leeftijd met 110 Db, in plat Rotterdams. Ze stond met haar lakleren jasje over de ene arm en met haar andere arm breed gebarend uitleg te geven. De aanvangszin van dit stukje was haar slotzin van een monoloog van een kwartier, gehouden in de benedengang van de radiotherapie. Ze was na haar bestraling en voor de start van haar eenzijdige relaas een kennis tegengekomen. Ik mocht al wachtend op mijn stralen, gratis meegenieten van haar dramatische ziekteproces, die ze aan één stuk als een soort van mitrailleur afvuurde op haar kennis. De operatie, de chemo’s, hoe ze over de artsen dacht (ze kwamen er niet zo best van af), alle familieleden die ook kanker hadden en nu dus haar bestralingen, alles kwam voorbij. Het was een verhaal vol emotie met lange uithalen en zonder gêne.

De man en vrouw die met mij de aangrenzende wachtkamer deelden hadden al eens veelbetekenend hun wenkbrauwen naar mij gefronst. Ik liet met een diepe zucht blijken, dat ik ook niet blij was met deze “Zo hebbie niks, zo hebbie alles’- uiteenzetting.

Ik hoopte dat ze opschoten in het hok van de Pallas, dan was ik van deze tante af. Helaas liet de labo die mijn naam zou komen afroepen, op zich wachten. Ik vroeg me -met mijn hoofd in de Quest- in gedachten af, wat mensen beweegt om hun persoonlijke malaise hardop openbaar te maken.

Het hardop klagen van deze types duidt mijns inziens op het uiten van persoonlijke onvrede, die ze nergens anders kwijt kunnen. Dus vertellen ze hun hele hebben en houwen aan een kennis met empatisch vermogen en een luisterend oor. Of gewoon aan hun kapper,aan de marktkoopman of aan iemand in de bus dat kan ook.

Ik liet mijn fantasie even gaan en zag de vrouw in haar huisje in Spangen in bed wakker liggen, naast haar zwaar bomenzagende man. Het was 4 uur ’s nachts en haar jongste zoon was nog niet thuis van het stappen. De eeuwig dronken buurman van nr 23 zette de CD-speler nog eens harder. Morgen moest ze weer naar die kankerkliniek, maar eerst nog langs haar moeder in Simeon en Anna. Ze moest de was nog brengen, anders konden de zusters haar die dag geen schone jurk aan doen. Ze moest ’s middags nog even langs het buurthuis om de opbrengst van de bingo aan de voorzitter van de vereniging te geven en ze moest nog naar de Bas voor groente voor vanavond en een pilsie. Ze lag al uren wakker en besloot de huisarts toch maar weer om normison te vr…..

Mijn dagdroom werd verstoord door de labo, die mevr. Kuipers binnenriep in een van de twee kleedhokken. Meneer Kuipers dook weer in zijn gratis verkregen krant. Jammer: het liep uit. Ik dacht dat ik al aan de beurt was. In de gang nam “mevrouw klaagzang” afscheid van haar toehoorder. Die overigens alleen nog maar “Oh, ja” en “mmm” had gezegd.

Na nog wat gepruttel over het weer, wat voor de vrouw blijkbaar heel gemakkelijk in het verlengde lag van haar eerdere klaagzang over haar gezondheid, zei ze: “nou moet ik opschieten, want Bep wacht op me. Hij brengt me effe naar de bridge. (Ik had het mis. Het was dus geen bingo- type, maar een Bridge-type…)

En daar ging ze met haar lakjasje en haar blingbling-schoudertas (met apart vakje voor haar nieuwe pinkribbon- mobieltje), op weg naar boven, naar haar Bep. De kennis zichtbaar in enige verbijstering achterlatend. De oudere vrouw pakte een bekertje water uit het borrelende reservoir tegenover de wachtkamer en kwam mijn richting op.

Ze ging zitten op de bank en keek mij doordringend aan en vroeg:

Heb ie ‘t ook? Zo jong? Da mos gewoon nie magge! Ik krijg er de soms echt de riebel van…..

“Mevrouw de B.?” klonk het bij de bali………..


8 reacties

arta · 16 maart 2008 op 18:46

Eigenlijk zijn dit twee stukjes in één. Het stukje van de klagende vrouw en het stukje fantasie. Als je een van de twee wat verder uitgewerkt had,(in dit geval zou lekker dik aangezet wel leuk zijn) dan zou het stuk, denk ik, veel krachtiger overkomen.
Wat piepkleine foutjes, wat teveel puntjes, maar
al met al een leuk debuut hier!

🙂

champagne · 16 maart 2008 op 22:49

Ik vond het begin en het fantasiestuk goed en pakkend geschreven. Daarna sleept het zich een beetje voort en zijn er soms wat overbodige toevoegingen wat mij betreft,(vakje vor mobieltje enz). Maar al met al met plezier gelezen.

Fem · 17 maart 2008 op 07:10

[quote]Da mos gewoon nie magge![/quote]

Daar ben ik het helemaal mee eens…. (maar wie ben ik, ik mag niet klagen 😉 )

SIMBA · 17 maart 2008 op 08:21

Heel leuk geschreven Daan, prima debuut! Welkom!

@Fem: soms mag je best ff klagen hoor, maar doe het dan in een lekkere column en niet in de wachtkamer van het ziekenhuis 😀

Fem · 17 maart 2008 op 12:21

kzouniedurven :oeps:

Neuskleuter · 17 maart 2008 op 16:23

Ik vind je beschrijving van de Rotterdamse vrouw geweldig, ze kwam helemaal tot leven voor me.

Die stukken tussen haakjes hoeven van mij niet zo. Schrijf ze dan gelijk lekker uit, dat maakt het verhaal doorlopender.

Ik denk ook dat dit verhaal beter zal werken als je het geheel op de vrouw richt. Dan kan je het fantasiestuk en de rest lekker in elkaar over laten lopen en leeft het verhaal en de vrouw nog meer. Schrijven is keuzes maken.

Maar je leest prettig weg, dus van harte welkom hier!

pally · 17 maart 2008 op 18:09

Leuk geschreven met oog voor detail, maar net effe teveel detail.
Het fantasiestukje vulde voor mij niet veel in. Bovendien begin je daar een aantal zinnen achter elkaar met ‘ze moest’ en dat is niet zo mooi.
groet van Pally

LadyDaan · 23 maart 2008 op 22:37

Hallo,
Ik kon om onduidelijke redenen geen reacties plaatsen, dus late reactie van mij:
Dank voor jullie reacties op mijn eerste stukjes.
Ik zal letten op punten en haakjes. Ik heb inderdaad de neiging, die teveel in mijn teksten te zetten.
Groet!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder