Nu onze auto na maanden weer rijdt, komt het regelmatig voor dat Marieke naast mij zit tijdens een ritje met de Saab. De raampjes staan open, de zon schijnt op mijn arm en Jaap kleppert en kraakt als nooit tevoren. In een woord, prachtig. Net wanneer ik naar de derde versnelling wil schakelen hoor ik naast me een diepe zucht en een geïrriteerd kuchje. Jawel, het is zo ver: kritieken op mijn rijstijl. Het is genetisch bepaald dat vrouwen altijd iets te zeiken hebben over de rijstijl van hun partner. Menig dame hebben naast mij in de auto gezeten, altijd met het zelfde resultaat. Het ‘gezeik over de rijstijl’ zit ergens tussen het ‘gemekker over de WC bril’ en de ‘niet naar andere vrouwen mogen kijken en dus blind het leven door moeten’-DNA.

Vroeger, toen onze relatie pril en ontspruitend was, toen adoreerden we elkaars eigenschappen . Toen was mijn rijstijl ‘stoer’, ‘doortastend’ en ‘vlot’. Toen pakte ze mijn hand even vast en kneep er even in. Toen voelde ze zich een klein meisje die in de Efteling voor het eerst in de Python ging. Spannend en opgewonden. Benieuwd naar de volgende bocht. Maar die tijd ligt ver achter ons. Erg ver. Ik moet ook zeggen dat ik die tijd me nog maar vaag kan herinneren. Als een complimentje die ik jaren geleden van mijn moeder kreeg omdat ik voor het eerst zonder zijwieltjes fietste.

Daarna kwam de periode dat we alles mochten zeggen in onze relatie. Alles wat we leuk, maar vooral niet leuk aan elkaar vonden. ‘Nee, ik vind je haar zo niet leuk zitten’, zei ik dan als ze voor de spiegel stond. En dan ging de pot gel open en ging ze weer aan de slag. ‘Nee, ik vond dat grapje over mijn moeder niet bijzonder grappig’, zei zij dan en we vonden het fantastisch dat we zo open en eerlijk tegen elkaar konden zijn zonder dat we ons aangevallen of gekwetst voelden. Maar ook die tijd ligt achter ons. Want uiteindelijk ken je elkaar’s smaak door en door en wil je wel eens een dagje niets aan je haar doen, of iets grofs zeggen over haar moeder, gewoon voor de gein.

En nu zitten we in de non-verbale communicatie fase. Omdat we al van verre zien aankomen wat de ander feitelijk wil zeggen, wordt het niet expliciet maar impliciet gezegd. Een kuchje, een zuchtje, een blik in de ogen enz. Het onmogelijke aan deze fase is, dat het kuchje van alles kan betekenen. Het kuchje kan zijn: ‘je rijdt te lomp’, of ‘je hebt vanochtend de bril omhoog laten staan’ of ‘ je hebt gisterenavond te veel gedronken’ of ze heeft een kriebel in haar keel. Maar aan de laatste denk ik eigenlijk nooit, dus wanneer zij kucht, dan begin ik te bedenken aan alles wat ik fout gedaan moet hebben.

De optelsom van dingen die je als man fout gedaan kan hebben, is feitelijk oneindig lang. Want vrouwen kunnen niet vergeten en mannen doen altijd iets verkeerd. Bewust of onbewust. En dus begin ik vrij paranoïde te worden. Mijn ogen flitsen heen en weer en duizend gedachten penetreren mijn hersenen. Dan, op het hoogtepunt van de chaos komt het beeld helder voor ogen. Zij manipuleert! Zij speelt het Grote Manipulatie Spel, heel verfijnd, heel subtiel. En ik val er als een blok voor.

Ik haal diep adem en zie haar spel als een uitnodiging om mee te spelen. Manipulatie voor twee. Ik besluit mijn zet te doen op het spelbord door helemaal niet te reageren en wacht vol spanning af. Zij is aan de beurt. En zij zegt niets. En even later, zegt ze nog steeds niets. En nog weer later… niets!

Ik geef op, zoals alle mannen uiteindelijk breken onder het juk van de relatie, en vraag haar: ‘Liefje, is er wat?’ Ze kijkt me aan en zegt: ‘Ik ben heel gelukkig met jou!’.


5 reacties

Chantal · 3 juni 2006 op 17:20

He leuke column zeg! Ik reed met je mee!

[quote]Het is genetisch bepaald dat vrouwen altijd iets te zeiken hebben over de rijstijl van hun partner. [/quote]
Ahum… een kuchje kan meerdere betekenissen hebben, zo blijkt maar weer 😉

WritersBlocq · 3 juni 2006 op 20:41

Een echte en leuk geschreven smelt-column.

KawaSutra · 3 juni 2006 op 22:58

Het spel van de liefde kent vele spelregels. Volgens mij heeft de vrouw ze uitgevonden terwijl wij steeds opnieuw examen moeten doen.:-D
Ik kan je verhaal alleen maar onderschrijven. Mooi opgebouwd en met een aandoenlijk slot.

sally · 3 juni 2006 op 23:10

Hé Dirk Jan, kostelijk stukje weer.

[quote]Toen was mijn rijstijl ‘stoer’, ‘doortastend’ en ‘vlot’[/quote]

Inderdaad, zo rijden mannen. Vooral heel dicht achter iemand blijven rijden op de linker rijstrook, die lul voor je ziet toch wel dat jij er langs moet.
En vooral niet naar rechts gaan als er een lul achter je zit te drukken die nóg harder wil als jij.
Ik kuch me de keel schor. Maar wij zitten al in de volgende fase: Ik ga m’n eigen gang!

😛 groet Sally

Mosje · 4 juni 2006 op 11:50

[quote]En nu zitten we in de non-verbale communicatie fase.[/quote]Kees van Kooten schreef eens een modermisme over deze fase.
Zwijgstront.
😛
Ik wens je veel sterkte toe!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder