Onze vakantie begint nattig. In de nacht van vertrek wordt de Nederlandse hitte verdreven door een flinke onweersbui. Alsof het zo moet zijn, we kunnen er niet van slapen. Minder prettig, wanneer je hebt afgesproken met je gezin om ’s nachts om drie uur op te staan, zodat je om vier uur kunt vertrekken. We besluiten het vertrek dan maar een uurtje uit te stellen. Om half vier worden we gewekt door onze tienerelf, die bezorgd komt vragen of het niet eens tijd is om op vakantie te gaan. Nog half slapend smeer ik twaalf volkoren bolletjes met verschillende soorten kaas, terwijl er een flinke steen in mijn maag ligt. Ik heb het niet zo op autorijden, tenminste niet zo lang ik nog niet in de auto zit.

Eenmaal in de auto voel ik me nog niet echt op mijn gemak. Gisteravond laat, na het inpakken, lag onze Volvo bijna met haar dikke kont op de grond. Hopelijk hoeft er niets uit, ik zou niet weten wat ik nog zou kunnen achterlaten.
Gelukkig, bij het wegrijden voel ik de achterkant iets omhoog komen. Een kwestie van progressieve veren, volgens Lief.

We kunnen lekker doorrijden, om half acht rijden we Nederland uit. Dat stuk Nederland vind ik trouwens het meest vervelende deel van de vakantietocht. Overal staan borden met verschillende snelheden erop, je weet nooit precies hoe hard je mag rijden. Heb je eenmaal de cruise controle eindelijk op 120 staan (want zuinig rijden), dan weet je zeker dat je vijf minuten later weer terug naar 90 mag in verband met wegwerkzaamheden. Overal wordt immers aan de weg gewerkt, ook op zondag.

Even voor elven rijden we Frankrijk binnen. Op de borden lees ik: Lyon nog 450 km. Frankrijk is daarmee echt toch wel een stuk groter dan Nederland. Het wordt een prachtige reis, elk uur en kilometers later verandert het landschap. Van Ardennenachtig in Noord Frankrijk, naar de Côte-d’Or met haar gouden graanvelden rond Dijon. Na Beaune verruilen de loofbossen zich voor coniferen, die als een speer uit de grond lijken te schieten. Het gras is hier niet groen, maar verdord. Het lijkt in elk geval een droge vakantie te voorspellen.

Volgens de campingbeheerder moeten we de laatste 50 meter te voet afleggen, doordat we de auto niet bij de tent kunnen parkeren. Een kleine afstand, peanuts, totdat blijkt dat de afstand lijnrecht omhoog, tegen de berg óp blijkt te zijn. In een allesverzengende hitte zeulen we aan het einde van de middag onze vakantiespullen uit de auto, dapper de berg óp. Enkele beurten van 50 meter klimmen, op en neer. Mijn kuiten protesteren, mijn kloppende hoofd ook trouwens.

We besluiten de boel even in de steek te laten en een duik in het zwembad te nemen. Aansluitend gaan we een hapje eten. Daarna komt de tent wel, bedenken we. Tijdens de finale Nederland-Spanje zetten we, onder het genot van een kannetje rosé en het geluid van verschillende Nederlandse Vuvuzela’s, ons vakantieluchtkasteel op.

Anderhalf uur later is Nederland een illusie armer en zijn wij er eentje rijker. Hoog op onze vakantieberg staan we uitgebreid te genieten van het spectaculaire uitzicht. Diep van binnen voel ik een emotie die ik niet direct kan plaatsen maar die me laat voelen, dat ik hier precies op de goede plek zit, alsof ik ben thuisgekomen.

Vanuit mijn tijdelijke voortuin zie ik een stukje van de Alpen verrijzen. Dit is mijn berg, voor de komende weken. Dat idee geeft me een rijk, voldaan gevoel, ondanks de stekende pijn in mijn kuiten.


Odette

Overtuigd twijfelaar. Boetseert woordjes tot sprekende beelden.

7 reacties

Libelle · 11 augustus 2010 op 08:02

Leuk verhaal, vooral het begin vind ik sterk, waarin je de spanning even voelt die er is, bij aanvang en gedurende de eerste kilometers, van een vakantiereis per auto.
Ook het fijne gevoel(soms), dat je goed terecht gekomen bent, dat je zult genieten,deel ik met je.
Maar de tent opzetten tijdens die zo belangrijke voetbalwedstrijd? Daar snap ik niets van.
Of staat jullie travel-sleeper in 60 seconden?
En je schrijft niets over de muggen.
Wij zijn opgevreten op onze “camping Méditerranée,avec les pieds dans l’éau”.

Avalanche · 11 augustus 2010 op 15:27

Heerlijk toch, dat je je ver van huis zo thuis kunt voelen? Dat noem ik het ware vakantiegevoel! Welkom thuis, al ben je er al weer een poosje 😉

LouisP · 11 augustus 2010 op 16:34

Ontwikkeling,
een stukje zonder opsmuk. Gewoon (h)eerlijk de waarheid, en niets dan de waarheid.
Misschien vind ik daarom die uitsmijter zo bijzonder…

groet,
Louis

arta · 11 augustus 2010 op 19:59

Ik had dat ook bij die uitsmijter, eventjes een meegevoel.
Het is een mooi stuk geworden met alle ups en downs van het vakantiegevoel!

Ontwikkeling · 12 augustus 2010 op 09:04

Die kuiten zijn prima gespierd nu 😉

Deze bergketen maakte indruk. Er stond zelfs een berg tussen met een soort hondenkop, waaraan we met onze tochtjes konden zien waar we naartoe moesten.
(herkenningsteken 😀 )

pally · 12 augustus 2010 op 15:38

Leuk beschreven, Ont, dat gevoel vóór de reis en het ’thuis komen’, daar. Zonder de laatste alinea had ik het eind nog ietsje sterker gevonden.

groet van Pally

sylvia1 · 18 augustus 2010 op 08:50

Ontwikkeling, deze had ik nog niet eerder gelezen (overheen gekeken?). Ik ben dus laat met reageren, maar ik wil graag nog iets toevoegen, namelijk die ene zin
[quote]Diep van binnen voel ik een emotie die ik niet direct kan plaatsen maar die me laat voelen, dat ik hier precies op de goede plek zit, alsof ik ben thuisgekomen.[/quote]
Die herken ik. Mooi omschreven!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder