Medische Bull(shit)

Iets was heel erg mis. Maar wat dat iets was, bleek een groot raadsel voor medici. De dokter maakte zich ongerust. De neuroloog ook. De cardioloog vond het vooral erg vermakelijk. En uiteindelijk hielden de onderzoeken op. Niets gevonden. Tot het weer de kop op stak en de eerdere, zeer duidelijk omschreven symptomen zich ontwikkelden tot een hartstilstand. Compleet met paniekerige reanimatiepogingen en een gruwelijke doodsangst voor de aanwezige familie. Het is vooral te danken aan een arts die zijn werk niet deed. Welkom aan de rand van de Medische Muur: hij is net zo lang als de Chinese, minstens zo dictatoriaal, maar dan om je kapot voor te schamen.

Excessief

“Kom op, jongen, niet zeuren. Je hebt koorts en er komt weer erwtensoep uit je drain. Tijd voor weer een nieuwe les.”
“Ik haat leren, mam.”
“Les zeven van ‘Race tegen de ziekenhuisklok’ wordt vast leuker dan de vorige. Hup. We gaan er eens een fijne dag van maken.” Moeizaam staat Bram op van de bank. De zak snot, die uit zijn buik steekt, sleept achter hem aan, terwijl we naar buiten lopen. De buurman zit al in zijn auto te wachten. Hij heeft zich de afgelopen weken als privé-chauffeur opgeworpen.

Wilde frisheid van limoenen

[i]Trio-column geschreven door Mien, Frank en doemaar88[/i]

Warm water dwarrelt staccato vanuit mijn stalactieten haardos op strak gewelfde schouderbladen neder. Geelgroene schuimkoppen schuiven aritmisch langs mijn ruggengraat. Een zwoel zuidelijk aroma geeft zich tergend langzaam prijs en prikkelt mijn neusvleugels. Deze verrukkelijke sensatie schiet door naar mijn hersenpan. Het maakt mijn hoofd tintelend licht.
Ik gooi mijn blonde manen luchtig achterover.

Breedbekteevee

‘Mijn god, wat een dikke speknek heeft die man. Oh, ja, en van opzij een lang achterhoofd!’
‘Moet je Marion de Hond zien, wat is ze vreselijk dik in die gestreepte trui. Zou ze weer zwanger zijn?’
‘Alle mannen zijn sinds vandaag bodybuilders geworden, toch wel een beetje verdacht, hè, lief?’
‘Kijk, die afgeplatte wereldbol dan, ons hele wereldbeeld is vervormd’.
We zuchten verbijsterd. Al zeggen we het niet hardop, we denken vast hetzelfde. Ons oude teeveetje, iets groter dan een puntenslijper is gisteren weggedragen. Afgedankt. Alleen maar, echt alleen maar, omdat hij tijdens het journaal, elke avond, om precies tien over acht, driemaal achter elkaar op zwart sprong, naar het videokanaal.

Tot de dood ons scheidt

Daar, tussen de vodden en de vuiligheid zag ik je voor het eerst. De lichte blos op je wangen stak grimmig af tegen de grauwe omgeving waar jij je zo gracieus in voortbewoog. De ontzielende oorlog was aan jou voorbij gegaan. Onaangeroerd. Althans zo leek het. Later zou je mij vertellen dat je te trots was geweest om je over te geven aan de weemoed en wanhoop. Net als ons vaderland was ik verloren. Verliefd volgde ik gewillig jouw voetstappen en vergezelde je gretig naar iedere dagelijkse bestemming.