Algemeen
Ode aan een Dode Oom
Toen ik geboren werd, woonden ze schuin tegenover ons. Hemelsbreed een paar honderd meter. In de helft van het bijzonder idyllisch gelegen boerenhuisje met zijn wind- en waterdoorlatende halfsteens muren, woonden mijn oom en tante met hun vier kinderen. Wij woonden ook in de helft van een huis maar terwijl onze buren koeien op stal waren, woonden zij naast een winkeltje waar je op ieder moment van de dag de, bij het boodschappen doen in het dorp, vergeten pakjes stijfsel of sigaretten nog kon kopen.