Witter dan wit de zomer in

De tijd van Witte Wilfred is voorbij. Witte Wilfred, de nerd met zijn bleke huidskleur van dagenlang Dungeon Keeper spelen, gebogen schouders van de vele uren CivCity en brilletje van nachtenlang Warcraft. Hij is steeds minder in de menigte zichtbaar. De huidige spelers van Final Fantasy en Second Life bevinden zich onder ons. Meisjes van veertien met sproeten, mannen van negentien met lichte bakkebaarden, vrouwen van veertig met klotsende oksels en waarschijnlijk ook jij. En waarom zou je geen game spelen? Liever een potje Bubbles op je werk dan het eeuwige patience, en fitnessen doe je thuis met je Wii Balance Board.

Wij reizen samen

‘Zou ik hier kunnen zitten?’ Vrijdagmiddag in trein richting het zuiden moet ik blij zijn een lege zitplaats aan te treffen. Er zat in ieder geval nog niemand, alleen een jas met een sjaal op schoot. De jongen op dezelfde bank keek mij verbaasd aan, waarschijnlijk omdat hij muziek luisterde en mij niet hoorde. ‘Zou ik hier kunnen zitten?’ vraag ik nogmaals. Het was de jongen tegenover me die antwoordde.
‘Hij is bezet.’

Hypertekst

Als jongetje plakte ik met enige regelmaat plastic vliegtuigmodelletjes in elkaar, een hobby die ook door verscheidene van mijn leeftijdgenootjes werd beoefend. [Dat wil zeggen, zolang ze van het mannelijk geslacht waren, want omdat de Tweede Feministische Golf [*] nog niet tot onze maatschappelijke laag was doorgesijpeld mochten de meisjes van het in onze kringen nog alom dominante patriarchaat alleen met poppen spelen.

Spuiten en slikken

“Zwaar hè?” vraagt een vriendin met meewarige blik. Ik haal mijn schouders op. Je kind verliezen, dát is pas zwaar, heb ik altijd gezegd. Maar hoe zou het zijn om een kind te verliezen dat er nooit is geweest? Vooralsnog kan ik daar met mijn gevoel niet bij. “Het valt wel mee”, antwoord ik dus in alle eerlijkheid.