Op een fietstoertje door mijn Friese land, werd ik achtervolgd door een auto. Het was een prachtige dag, ik ben niet snel zenuwachtig maar dit duurde nu al zo’n twee-en-een-half uur. Bovendien waren het Duitsers. Ook daar word ik niet snel zenuwachtig van, zeker niet in hartje zomer Friesland, maar in dit tempo voelde deze twee-en-een-half uur onderhand als veertig, vijfenveertig jaar. Ik besloot ze staande te houden om opheldering te vragen. De auto stopte zodra ik stopte en bleef op dezelfde afstand achter me. Ik wenkte, maar ze bleven met verbaasde gezichten in de auto zitten en de auto bleef staan waar ‘ie stond. Er zat niets anders op dan naar ze toe te gaan en ze aan het verstand te peuteren dat als er op dit moment, op dit asfalt, tussen deze rietkragen, één iemand was die recht op verbazing had, dat ik dat dan was. Ik voelde me alleen maar meer in dat recht staan naarmate ik de auto dichter naderde en een camera op me gericht zag. Na een blik door de auto geworpen te hebben richtte ik me in mijn beste Duits tot de chauffeur.

“Goedemiddag heren, dame… U volgt mij nu al bijna drie uur. Waarom?” In een voor mij onverstaanbare taal zei de chauffeur dat hij me niet verstond. Vanaf de passagiersstoel zat iemand driftig te filmen, achterin zat een vrouw te bellen en een man aantekeningen te maken. ‘Dit wordt lastig’ dacht ik nog terwijl ik met de punt van mijn gele shirt het zweet van mijn voorhoofd veegde. Ik tastte naar de bidon op mijn frame om een slok water te nemen. Zonder dat ik het aan zag komen, griste de chauffeur ineens de bidon uit mijn handen, nam een slok en spuwde het uit. Een moment keek hij zijn medereizigers aan om vervolgens de inhoud in zijn geheel op het asfalt legen. Mijn beste Duits zette een demarrage in.

“Wozu dienet dieser Unrat!? Dieses Wasser hätte mögen teuer verkauft und den Armen gegeben werden! An mich dus! En daarom had ik het ook mittgenomen!” De vrouw achterin begon al bellende zachtjes te zingen: “Dieses Wasser, dieses Wasser, dieses Wasser, dieses Wasser…” De man die achterin notities zat te maken zei tegen me: “Und du warest auch mit dem Sinkewitz von T-Mobile.” “Ich weiss nicht was du sagest” antwoordde ik. De bellende vrouw begon zich er ook mee te bemoeien: “Dieser war auch mit dem Sinkewitz von T-Mobile.” “Ich kenne des Menschen nicht” antwoordde ik geïrriteerd. In koor zeiden ze met zijn vieren: “Wahrlich, du bist auch einer von denen; denn deine Sprache verrät dich.” “Ich kenne des Menschen nicht!” zei ik nogmaals maar ze wilden niet luisteren.

Op dat moment brak er iets. Ik bedoel, ze vallen je ongevraagd twee-en-een-half uur lastig en als je er iets van zegt krijg je nog commentaar op je beste Duits ook. Onderweg had ik een stop bij de slager gemaakt en drie kilo bloedworst gekocht. Ik stapte af, haalde de worsten onder de bagagedrager vandaan en begon als een dolle met die worsten op de auto en de chauffeur te slaan. Het was een bloedbad… “Vinokoerov!” riep de notulist vanaf de achterbank. “Lass ihn kreuzigen!” En ik schreeuwde het uit: “Ich bin unschuldig an dem Blut dieses Gerechten; sehet ihr zu!” “Sein Blut komme über uns und uns’re Kinder!” hoorde ik de vrouw nog gillen terwijl de auto wegspoot.

In al deze paniek hield ik het hoofd koel en vergat ik niet het kenteken te noteren. Het moet een koud kunstje zijn om ze te traceren. Wat ik ook zeker ga doen. [i]Bloody tourists…[/i] Waarom komen ze eigenlijk naar Friesland? Kunnen ze niet ergens anders gaan toeren denk ik dan? In Frankrijk of zo, daar gaat wel meer raar volk naar toe rond deze tijd van het jaar. Ik stopte de oordopjes van de MP3-speler terug waar ze hoorden. Ik startte de muziek waar ik die eerder gestopt had toen ik de auto met kenteken ARD-ZDF aanhield. Het laatste half uur van de Matthäus Passion en ook het laatste half uur van mijn fietstoer. Genieten, zeker nu ik was verlost uit het lijden dat mij was aangedaan door die domme Duitsers.

Plotseling zag ik de ironie van dit alles in. Een inzicht als bij voorzienigheid gegeven; een voorzienige ironie. Want die Matthäus, dat was nota bene ook zo’n domme Duitser. Sterker nog; Matthäus was een voetballende domme Duitser! En toch, toch laat niets zich vergelijken met de schoonheid waarmee zijn Passion een mens doopt. Zelfs een fietstoertje door Friesland niet.


5 reacties

Ma3anne · 27 juli 2007 op 10:26

Een [i]bloed[/i]mooi geschreven satire in deze tijd van Tourwaanzin.

arta · 27 juli 2007 op 11:14

😆
Erg leuk geschreven,met een ijzersterk einde!
🙂

dj_Eddy · 27 juli 2007 op 11:57

Haha, leuk!

senahponex · 27 juli 2007 op 14:58

Buitengewoon briljant neergezet :wave:
der lothar met een passie voor vallen . 😉

lisa-marie · 6 augustus 2007 op 16:15

Geweldig en zeer treffend neergezet.
Met veel plezier gelezen 😀

Geef een reactie

Avatar plaatshouder