De Nederlandse Spoorwegen draagt door middel van het aanbieden van openbaar vervoer, haar steentje bij aan een leefbare samenleving. Maar dat is niet alles. De Nederlandse Spoorwegen verschaft ook een mobiele ruimte waarin mensen elkaar ontmoeten in alle rust, haast, voor- en tegenspoed.
Ik stapte die avond in alle rust en voorspoed in een van de mobiele ruimtes van de Nederlandse Spoorwegen. Het was nogal druk. En daar houd ik niet van. Ik houd niet van drukke treinen. Ze zijn warm, vies, het stinkt er en je zit elkaars adem in te ademen. De mensen om me heen leken niet bepaald op luchtzuiveringssystemen dus ik trok mijn sjaal omhoog en dwong mijn adem de langste weg ooit te nemen door mijn lichaam.
De voorspoed die ik had bij het instappen begon al een beetje richting mijn tenen te zakken.

Het was een trein met coupés. Nog kleinere warmere hokjes dus met nog minder frisse lucht. Ik liep de eerste rits coupes voorbij en kwam daarna gelukkig terecht in een normaal treinstel. Mijn ogen schoten heen en weer en ik keurde in onnavolgbaar tempo de mensen naast wie een stoel vrij was. Een sjieke mevrouw met rode lippenstift, een dikke meneer met laptop en een meisje met veel was in haar tas en dus weinig plek op de stoel naast haar. De rest was bezet en het gangpad begon ook aardig vol te lopen.
De sjieke mevrouw met de rode lippenstift dan maar.
De mobiele ruimte van de Nederlandse Spoorwegen loopt voller en voller. Het gangpad slibt dicht als een verstopt riool als ik in het treinstel voor me zware stemmen hoor. Ze komen steeds dichterbij en ik onderscheid nu een of ander lied. Het klinkt als de voetbalkoren op de tribunes…
De sjieke mevrouw met rode lippenstift kijkt geërgerd op. De dikke meneer met laptop schraapt zijn keel. Het meisje met teveel was in haar tas draait haar hoofd weg. Er komt een ongelooflijke walm alcohol voorbij als de schreeuwende jongens, ongeveer mijn leeftijd, voorbij dreunen. “Go ahead eagles!” bulderen ze. Als ze door hebben dat ook zij zullen moeten blijven staan deze reis, zijn ze net mijn stoel gepasseerd. Ze staan nu in het gangpad bij de coupes. Op een rijtje want zo smal is het daar. Ze beginnen te rammen op de ramen en zetten het volgende lied in. God hoe lang gaat dit nog door. Waar is die conducteur als je hem nodig hebt?!
Als ze ontdekken dat ze vlakbij een Ajax supporter staan hebben ze weer een reden voor een volgend gebrul. De Ajacied is alleen dus zet geen poging tot verdediging in.
Dit moet niet gekker worden want hier kan ik absoluut niet tegen.
“Mevrouw, vindt u het nou niet te achterlijk voor woorden dat niemand hier tegenwoordig meer iets van durft te zeggen?” zeg ik tegen de rode lippenstift naast me.
“Tja meisje, maar ik doe het toch ook niet hoor” antwoordt ze.
En zo is het. Niemand doet iets dus de onrust schoppers kunnen vrijuit hun gang gaan.

Ik kijk boos hun kant op. Ze hebben het te druk met bonzen op deuren en schreeuwen dus zien me niet eens. Nog steeds geen conducteur in de buurt natuurlijk.
De rode lippenstift zucht nog een keer opvallend diep en het meisje met teveel was in haar tas doet verwoede pogingen haar boek door te spitten. De meneer met de laptop heeft een filmpje op gezet en probeert zich daarop te concentreren.
De jongens, het zijn er vijf, gaan gewoon verder. Ieder omroepbericht is aanstoot voor een nieuw koor en dan bulderen ze weer los.
Ik kan er niet meer tegen. Potverdomme iedereen ergert zich kapot en is er dan niemand die iets zegt?
Omdat ik van ongeveer dezelfde leeftijd ben en ook nog eens van het andere geslacht heb ik nog de meeste kans om in het ergste geval niet in elkaar getimmerd te worden, bedenk ik me. Ik kijk boven de deur: ‘rijtuig 18’. Ik sta op.
De man met de laptop waarschuwt me: “ze zijn hartstikke bezopen meisje, er valt geen zinnig woord met ze te wisselen”. Kan me niet schelen. Blijven zitten en dit asociale gedrag toestaan lukt me niet meer.
“Mannen, jullie hoorden het niet door jullie gebrul maar ze riepen net om dat er voorin een rijtuig zo goed als leeg is. Of we alsjeblieft naar voren wilden lopen als we wilden zitten. Dat lijkt me wel wat voor jullie. Jullie wilden toch zitten?”
“Ooh, willen we zitten?” schreeuwt de één tegen de ander.
“Ja, waar!?”
“Voorin” zeg ik. “Rijtuig 2 dus die kant op”.
“Ow oke. Dankewel mefrouw”.
Ze sjokken door het volle gangpad naar voren. Opeens kijkt het meisje met teveel was in haar tas op en de dikke meneer klikt zijn film weg op het scherm van zijn laptop.
“Zo meisje” zegt de mevrouw met de rode lippenstift, “eindelijk rustig”

De trein dendert station Den Bosch binnen. Hier moet ik eruit dus ik zou toch niet lang last meer hebben gehad van dit gedoe. Maar het gaat me om het principe. Verdrietig om te zien dat sommigen die zo aan de kant laten zetten.


4 reacties

melady · 18 februari 2006 op 00:33

Ik ga helemaal niet zeuren over een te lange colum en teveel leestekens en storende foutjes.
(ik ken alleen hele korte columns van je dus even wennen)

Je verhaal leest als een trein.
Ik zou alleen de laatste alinea weglaten, dat heeft voor mij geen toegevoegde waarde.

senahponex · 18 februari 2006 op 17:25

Ik ga wel met de auto 😀

Outsider · 19 februari 2006 op 10:13

Ik heb altijd een hekel aan treinreizen gehad. Dankzij dit stuk weet ik weer waarom.
Ook erger ik mij er aan dat ze bespottelijk duur zijn. Deze week was er weer met veel bombarie in het nieuws dat ze hun winst het laatste jaar vervijfvoudigd hebben. Dat wil ik wel geloven.
Als iemand voor zijn werk dagelijks een vast trjaject van 25 km per trein moet afleggen, dan kan hij hiervoor een jaarkaart krijgen en die kost €1100.

Trukie · 19 februari 2006 op 15:56

Een heel mooi treffend verhaal Josan. Wel wat aan de lange kant. Maar eerlijkgezegd zou ik niet weten waar of wat je zou moeten knippen.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder