In de zomer van 1976 rijdt ik met de Fiat 850 van mijn zus over de Zandvoortselaan naar huis. ‘sMorgens heb ik mijn shift gedaan op mijn werk en om 5 uur stap ik in de auto om nog een aantal uren bij Boetiek Papillon te werken. Om 10 uur sluiten we de tent en drinken een biertje in een Zandvoortse kroeg. Daarna zijn we, Erik en ik, nog een aantal uren bezig om een tussentijdse balans op te maken.Alle jurken, rokken, jeans, T-shirts en alle ringen en kettinkjes moeten geteld worden om de halfjaarlijkse balans op te maken.
Om een uur of drie ‘s nachts zijn we klaar. We drinken nog koffie en dan stap ik in de auto.
Ik ben moe…
Doodmoe.
Even voorbij Bentveld worden mijn oogleden zwaar.
Mensen maken fouten.
Enorme fouten.
Dit is er èèn van.
Met een snelheid van pakweg 80 kilometer per uur storm ik op een betonnen lantarenpaal af.
Ik ben godverju alleen vergeten de auto stil te zetten voordat ik in slaap val.
Foutje!
Opeens voel ik me vederlicht en zweef door de lucht.

In de verte zie ik een tunnel.
Het lijkt een enorme koker; het felle witte licht doet pijn aan de ogen.
Ik wandel door de tunnel heen en aan het eind gekomen zie ik een weids uitzicht. Het is te vergelijken met het uitzicht vanuit een vliegtuig. Je waant je in een winters landschap.
Wolken.
Overal wolken.
Ik probeer het.
Een sprongetje en nog een sprongetje. Het is als het springen van ijsschots naar ijsschots, maar na enige oefening lukt het al aardig. Ik sring van wolk naar wolk. Kicken!
Na een aantal wolken beland ik bij een wegwijzer.
Rechtsaf: “HEMEL”.
Linksaf : “BRUNO’S PRETPARK”.
Ik kies voor rechts.
Na een aantal wolkjes zie ik een sierlijke poort.
Het is er niet druk.
Aan de balie staat een grijsaard met baard. Zijn zilverwitte haren hangen zowat tot op de grond.
“U moet Petrus zijn”, stamel ik.
“Ja, klopt, vroeger heette ik zo, maar je moet met de tijd mee. Tegenwoordig heet ik DJ Pierre. De konkurrentie is moordend en we moesten wel veranderen”.
Ik steek een sigaret op.
“Sorry, verboden te roken! Het deed sommige mensen aan de hel denken en dat willen we niet”.
Uit mijn kontzak trek ik een flacon Jack Daniels en wil van schrik een slokje nemen.
“Sorry, drank is hier ook verboden!”.
“En neuken?”, probeer ik.
“Sorry, maar als je eenmaal de pijp uit bent dan heeft wippen ook geen zin meer. Geslachtsgemeenschap is om kinderen te verwekken. De rest is wellust. Als je eenmaal dood bent heeft het dus geen zin meer”.
Ik vergeet het maar om te vragen wat hij als DJ zoal in huis heeft. Het zal wel van dat saaie klassieke gezeik zijn.
Ik bedank DJ Pierre en draai me om.

Na 50 wolkjes kom ik de wegwijzer weer tegen en kies dit keer voor Bruno’s Pretpark.
In de verte zie ik een grote zwarte poort.
Aan de poort staat een jongeman. Een beetje type Casanova. Goed figuur, goed gebekt. Een man van de wereld.
De poort is kolossaal. Met grote stalen balken die als vergrendeling fungeren.
Ik loop op hem af en geef hem een hand.
Ikstel ik me aan hem voor.
“Bruno Santana”, is het antwoord.
“Shit!, ik dacht dat ik aan de poort van de hel stond”.
“Klopt”, zegt Bruno, “maar de hel is de hel niet meer”.
Op mijn vragende blik antwoord hij:”Sinds die uitslover van een Jezus naar de Aarde is afgedaald en zich aan het kruis heeft laten nagelen, kwam er geen hond meer bij ons binnen. De klad zat er volledig in en het heeft zeker een paar eeuwtjes geduurd voordat het weer een beetje begon te lopen. Ik heb zelfs mijn imago moeten veranderen. Vroeger had ik hoorntjes op mijn hoofd en had een staart met een angel. Dat werkte niet meer en heb mijzelf een transformatie laten ondergaan. En nu ben ik gewoon een aardige jongeman die klanten probeert te scoren”.
“Maar je blijft een duivel”, is mijn reaktie. “Hoe stel ik me de hel dan voor?”.
“Vroeger stond je tot aan je nek in de stront en kon ik nog wel eens met een beetje vuur spelen. Maar ja, de gijn gaat er toch een beetje af. Op Aarde is het gewoon klote! Het ene regeltje na het andere heeft er voor gezorgd dat er daar geen lol meer is te beleven. Maar hìer is alles anders. Na een leven lang ontberingen proberen we je het hier een beetje naar het zin te maken. Jullie hebben al genoeg geleden”.
“Mag je hier roken?”, vraag ik.
“Ja, natuurlijk. Dit is de hel. En waar rook is, is vuur. Toevallig heb ik net een container Camel-filter aan laten rukken, dus tast toe, jochie”.
“En drinken?”, vraag ik met verstokte adem.
“Geen probleem! Gisteren heb ik net een lading Jack Daniels laten overvliegen. Dus zuipen is hier ook geen probleem. Elke dag is het hier feest. Orgien en bachanalen zijn hier orde van de dag. Neem een borrel!”.
“Hè Bruun, voordat ik een beslissing neem, mag ik dan eerst even binnen rondkijken?”.
“Tuurlijk, alleen is er èèn regeltje. Als je aan het eind van de gang over de drempel van de tweede poort stapt, dan is een weg terug niet meer mogelijk”.
“Shit, Bruno, ik moet nog minstens een miljoen jaar dood zijn en jij laat me niet eens ff zien waar ik terechtkom?”.
Hij wrijft zich over de kin.
“Okè”, zegt hij aarzelend. “Voor jou maak ik een uitzondering. Ik hou wel van die enorme eigenwijze klootzakken zoals jij bent. Eerst stuur ik een betonnen paal op je af en wat doet meneer? Hij laat zich doodleuk uit de auto slingeren. Je ligt naast je auto en dan heeft Harmpje wederom alle mazzel van de wereld. Met Huup-Huup-Barbatruuk laat ik de paal omvallen, maar omdat ik mijn rekenapparaatje niet bij de hand heb en de juiste val-hoek niet kan berekenen, komt dat brok beton een paar centimeter van je rotkop vandaan. Goed beschouwd heb je me dus al twee keer in de zeik genomen”.
“Had maar een vak geleerd! Maar hoe zit het nou, mag ik ff kijken of niet?”.
“Okè, volg me maar”.
Aan het eind van de gang weer zo’n kolossale zwart poort. Het heeft zware stalen grendels, die van binnenuit onmogelijk zijn open te maken.
Op een bord staat: You can check-in anytime you want, but you can’t ever leave.
Ik kijk Bruno vragend aan.
“Als je niet over de drempel stapt is er geen vuiltje aan de lucht”.
Bruno strekt zijn rechterarm en kromt zijn vingers. Met een luide knal schieten de grendels van de poort los. Tergend langzaam en piepend draait het gevaarte open.
Ik loop naar de drempel.
Voor me ligt een lange gang met ontelbare deuren. Op elke deur een bordje.
“Onze accommodatie bestaat uit tientallen kamers.Voor elk wat wils. Liegen, bedriegen, stelen, overspel, gokken, moord, doodslag, fraude; je kan het zo gek niet bedenken of ik heb het. Beneden daar op Aarde zijn jullie zo vindingrijk met rottigheid, dat er nog steeds kamers bijkomen. Kom. Loop de gang maar even in. Kijk maar even. Doe alsof je thuis bent”.
Ik wijs op het bord.
“Kom maar, je mag er weer uit. Erewoord!”.
Aarzelend stap ik over de drempel en slenter de gang in.
Zo tergend langzaam als de poort openging, zo soepel hoor ik hem achter me dichtslaan, Met veel lawaai vallen de grendels in het slot.
Bruno staat met een valse grijn achter me en haalt de schouders op.
“Geintje! Laten we eerst maar eens kijken wat je er van vind”.
Ik loop op een deur af.
Er hangt een bord “Tip van de dag”.
Het luikje gaat open.
Binnen is het gezellig druk. Aan de tafeltjes mannen en mooie vrouwen die druk met elkaar in gesprek zijn. Op de dansvloer word gedanst en geflirt. Overal flessen whisky en sloffen sigaretten. Het staat er blauw van de rook. Uit de luidsprekers schalt een Motown-achtige tune en op een groot televisiescherm de laatste Formule 1 races in beeld.
“Flikker!”. Ik draai me om.
“Dit heb je speciaal voor mij georganiseerd!”.
“Ja”, antwoord hij lijzig, “zie het maar als mijn PR-afdeling. Heb je al een beslissing genomen?”.
Ik denk na.
“Het ziet er wel gezellie uit, maar ik moet eerst nog ff naar beneden om daar een paar klusjes af te maken”.
Bruno draait zijn hoofd langzaam naar de poort en zegt:”probeer het eens met een aanloop, misschien lukt het je”.
Ik word kwaad.
“Bruno, ten eerste heb ik je erewoord!”.
“This is hell, frind. Je hebt de bordjes toch wel op de deur zien staan? Liegen, bedriegen enzovoort…”.
“Ten tweede, lullo, ben ik de pijp nog niet uit!Ik lig daar beneden in een zaaltje met allemaal slangen en draden in mijn lijf!”.
“Kleine moeite”, lacht hij. “Een klein kortsluitinkje naar de Aarde en binnen 10 seconden ben je gestopt met roken”.
“Ten derde”, probeer ik een laatste poging, “mijn dochters zijn nog niet geboren. Kom op, man, ik ben pas dertig en heb nog een heel leven voor me. En die meiden van me krijgen kinderen. En die kinderen krijgen ook weer kinderen. Allemaal potentiele klanten voor je!”.
Het is het schot in de roos.
Hij strekt zij arm en “Pang-Pang”vliegen de zware stalen grendels los.
Ik moet even wennen aan het licht, maar loop toch zo snel mogelijk door de poort de gang in.
Bij de laatste poort geeft hij mij een hand.
“See you soon, i hope”.
“Don’t call me, i call you, Bruno. ”.
Als de poort openzwaait is het licht zo fel dat ik even buiten westen raak.

“Meneer ,……….meneer!”.
Ik voel een hand op mijn voorhoofd.
Met moeite krijg ik mijn ogen open en schrik me de pleuris. Maar de beelden worden weer wat scherp en kijk in het vriendelijke gezicht van een Surinaamse jongedame.
“Zo, bent u daar weer? U bent even een paar dagen weggeweest”.
“Waar ben ik?”.
“U ligt op de Intensive Care van de Deo. U heeft een behoorlijk zwaar auto-ongeluk gehad”.
M’n hand probeert mijn gezicht te vinden maar ze houd hem tegen.
“U heeft een paar hechtingen in uw linkerwang en uw rechterknie heeft een behoorlijke opdoffer gehad. Bovendien moeten we nog foto’s van uw hoofd maken”.

Na de nodige onderzoeken en talloze rontgenfoto’s mag ik na twee dagen naar een ‘gewone’ afdeling.
Nog een paar dagen later ben ik weer boven-Jan en word uit het ziekenhuis ontslagen.
Mijn broer heeft mijn rode sportwagentje op het parkeerterrein gezet.
Op een prachtige zonnige zomermiddag hobbel ik het ziekenhuis uit. Op het parkeerterrein vind ik de auto.
Ik haal de linnen kap naar beneden en ga met een zucht achter het stuur zitten.
Een flinke snuif frisse lucht en kijk naar boven.
Er trekken zich een aantal wolkjes samen; het gezicht van Bruno verschijnt.
Hij steekt zijn middelvinger op.
“Yeah, fuck you too, Bruno”.

Bij het kruispunt aangekomen moet ik vol in de remmen om niet door de aanstormende lijn 80 verpletterd te worden.
Ik kan hem nog maar nèt ontwijken.

“Nice try, baby, nice try!”.
“See you………..later”.

Veel later……….hoop ik.


13 reacties

ignatius · 24 augustus 2004 op 18:05

Pfoe, wat een lap tekst! Heb me er enigszins doorheen moeten worstelen. Als je een en ander iets had ingekort, zou je column naar mijn mening aan kracht winnen. Maar zonder dollen welkom op cx. Je zult nog naar de hel terug verlangen! 😉

Terrey · 24 augustus 2004 op 21:03

bedankt voor je reaktie, ik zal er de volgende keer aan denken. Naar de hel terugverlangen? Dacht het niet. Ik lig regelmatig in een deuk hier.

Louise · 24 augustus 2004 op 21:03

Erg lang, maar ik heb ‘m toch in één ruk uitgelezen.
Erg “levendig” geschreven, echt waar 😀

Terrey · 24 augustus 2004 op 21:32

Louise, ook bedankt voor je reaktie. Volgende keer houdt ik het korter, maar ja, het was ook de vuurdoop

sally · 24 augustus 2004 op 21:39

Da`s wel toevallig dat ik gelijk met jou een stukje over hemel en hel had ingezonden.
Je hebt het erg grappig beschreven.
Het valt me op dat de meeste nieuwelingen beginnen met vrij lange columns. (ik zelf ook)
Op een gegeven moment merk je zelf dat je de hele lange columns soms over slaat.Maar ik heb de jouwe helemaal gelezen. Teken dat het mijn nieuwsgierigheid wel geprikkeld heeft.
Ben benieuwd naar de volgende
groeten Sally
🙂 🙂

Terrey · 24 augustus 2004 op 22:23

Sally, kan ik dat stukje van jou al ergens lezen? Over hemel en aarde? Kwa lengte zal ik mijn leven beteren. Gedurende een week of twee heb ik al diverse columns door zitten lezen en zit voortdurend hetzij met gespitste o(r)(g)en danwel met tranen in de ogen (van het lachen)deze site af te struinen.Ik hoop er nog lang plezier aan te beleven.
Herre

Kees Schilder · 24 augustus 2004 op 23:53

Geweldig! van mij mag ermeer komen.Lengte maakt niet uit.Heb het in een ruk uitgelezen zonder me te vervelen.

viking · 25 augustus 2004 op 08:42

Ik schrok ff toen ik die enorrrrme lap tekst zag maar ik moet zeggen, klasse geschreven!

Ma3anne · 25 augustus 2004 op 09:29

Ben ik effe blij, dat Bruno die deur weer voor je open heeft gedaan! Ik hoop dat je nog heel lang verhalen mag schrijven.

Mocht je hem nog een keer tegenkomen, vraag hem dan of ie de groeten van me aan zijn broer Carlos wil doen. 😀

WritersBlocq · 25 augustus 2004 op 10:11

Hoi Terrey,
grammaticaal kan je nog wat ondersteuning gebruiken, met name bij het vervoegen van werkwoorden. De strekking was wel leuk, ik ben er doorheen gelopen want ik vond het ook te lang om helemaal te lezen, maar deze opbouwende kritiek heb je al ter harte genomen.
Hee, gaat helemaal goedkomen met jou! Groetjes, Writer’s Blocq

pepe · 25 augustus 2004 op 13:14

deze lees ik later, als ik ff wat meer rust om me heen heb(geen kids), hij is zeker erg lang…

Later…
… niet veel later las ik deze column helemaal, knap geschreven, toch kwamen er mij bekende stukjes in voor? Klopt dat?

Een paar spellingsfoutjes, maar ach daar kan je overheen lezen, het verhaal boeide me zeker.

Terrey · 26 augustus 2004 op 07:23

bedankt voor je reaktie.het opschrift :you can check in anytime you want…. komt uit Eagle’s Hotel California, omdat dat regeltje me boeit en goed in dit verhaaltje past.Omdat ik dacht dat mijn eerste inzending was mislukt, heb ik nog een tweede (herziende) inzending gedaan en daar staat achter dit regeltje (HC). misschien kan de moderator dat alsnog toevoegen.Voor andere teksten die je bekend voorkomen moet je me even verder helpen.

Mosje · 26 augustus 2004 op 18:54

Lang.
😉

Geef een reactie

Avatar plaatshouder