Langzaam begint het tot me door te dringen, maar helemaal helder is het allerzins. Het is warm, klam, zweterig en vooral pijnlijk. De pijn lijkt weer te winnen van me. Hoe lang is dit al zo? Hoe lang wint de pijn? Waar komt het vandaan en zal het ooit nog weg gaan? De gedachten zijn onlogisch en schieten door mijn hoofd. Het is chaos, pure chaos. Alles is al zwart maar toch sluit ik mijn ogen, concentreer me op het zwart en de chaos verdwijnt. Voetstappen naderen in de verte, ik probeer te luisteren hoeveel, ze klinken gelijkmatig, doelgericht alsof ze weten waar ze heen gaan, elegant, vrouwelijk. Ze komen dichterbij en naast me stoppen ze. Mijn hartklopt in mijn keel, uit alle macht probeer ik om zo stil mogelijk te blijven, langzaam in en heel langzaam weer uitademend. Misschien ziet ze mij dan ook niet. Wie is ze wat doet ze? Het moet dichtbij zijn, ik hoor haar bewegen, maar alles wat ik zie is zwart.
De pijn is het zelfde als eerst, mijn arm wordt warmer, alsof er een warme deken om gelegd wordt, eerst bij mijn hand en vervolgens langzaam omhoog. De pijn wordt minder, het zwart wordt intenser en de voetstappen verplaatsen zich weer weg van me. Ze heeft me dus vast niet gezien, deze keer tenminste, ik moet alert zien te blijven en te ontdekken waar ik ben, waar de pijn vandaan komt en hoe het weer weg gaat. De warmte verspreid zich door mijn lichaam en drukt de pijn weg.
Ik denk dat ik mijn armen weer kan bewegen, ze doen in ieder geval geen pijn meer, de afgelopen uren is het tot mijn besef gekomen dat ik in een bed lig. Mijn gezicht voelt alsof ik te lang in de zon heb gelegen, veel te lang. Zolang ik stil lig valt het mee, ik blijf dus maar stil liggen, ook in de hoop dat de voetstappen me niet vinden. In de verte klinken stemmen, waar ze het over hebben kan ik niet onderscheiden, dat is nog te ver weg. Het is nu zaak er achter te komen hoe ik hier ben gekomen. Dan kan ik me daarna wellicht beter concentreren op hoe ik weg kom.
Het is gestopt met regenen, ik kijk naar boven, de nacht in om te kijken of er nog wolken te vinden zijn. De hemel is kraakhelder en mijn paraplu stop ik weer weg, die zal niet meer nodig zijn voor dit kleine stukje. Hoe had ik dit ook al weer bedacht, wat was het plan? Ik probeer zelfverzekerd te lijken, maar denk na over alles wat ik zeg. Niets gebeurt zonder mogelijke reacties eerst in te schatten. Voortdurend probeer ik af te lezen hoe wat ik zeg aankomt, hoe interpreteert ze het, lacht ze? Of staar ik nu te veel, blik vooruit richting het einde van de straat. Alles is onder controle, nog tweehonderd meter om moed te vinden. Voorlopig gaat het nog volgens plan en dat is super! Zaligmakend is misschien een beter woord, ik voel me weer 16.
De voetstappen komen weer dichterbij, het zijn er meer deze keer, het vrouwelijke paar van eerder is er bij. Maar er is nu ook een tweede paar bij, ook vrouwelijke schoenen. Een vrouw noemt mijn naam maar ze heeft het niet tegen mij, ik voel haar dichterbij komen en voel handen naar mijn gezicht gaan. In een flits probeer ik de handen te pakken, mijn rechter hand blijft hangen achter iets, er trekt iets aan mijn hand en plots is er een snijdende pijn door de rug van mijn hand. Ik voel iets loskomen en een paar druppels bloed uit mijn hand stromen. Er is echter geen tijd om me daar druk over te maken, ik grijp naar waar ik voel dat de handen zijn. Mijn hart bonkt in mijn keel als de vrouw geschrokken me probeert te kalmeren. De tweede vrouw komt er bij en pakt mijn handen op haar beurt vast. Mijn grip op haar polsen verzwakt. Langzaam laat ik haar mijn handen weer naast me neerleggen. Te moe om te vechten.
Het einde van de straat is in zicht, we stoppen en ik draai me zodat ik haar aan kan kijken. Zou zij er net zo over denken als ik? Zou zij zich ook weer 16 voelen of is ze hier meer uit beleefdheid omdat ze het beloofd had en hoor ik hierna niets meer van haar? Ik ben nooit goed geweest in het lezen van lichaamstaal. Helemaal niet in die van vrouwen, maar volgens mij zit het nu wel goed. Ik moet zo afscheid gaan nemen. Volgens mij is afscheid nemen al net zo belangrijk als een eerste indruk maken. Er kan zo veel mis gaan bij afscheid nemen. Zonder dat je het weet kun je het totaal verkeerde signaal afgeven. Je wilt duidelijk maken wat je vond van de aanwezigheid van de ander. Maar je wilt je aan de andere kant ook niet te kwetsbaar opstellen, dan kan de klap alleen maar hard aankomen. Gelukkig heb ik dus dit afscheid al lang gepland. Vanmiddag heeft de film ervan al meerdere keren gedraaid in mijn gedachten. Ik ken het plot, mijn tekst, haar tekst, hopelijk kent zij haar tekst ook. Mijn hoofd draait iets opzij terwijl ik naar haar toestap en mijn lippen naar die van haar beweeg. Ondertussen speelt het script zich af in mijn gedachten. Ze lijkt verbaast, ze is haar tekst kwijt, ze valt uit haar rol. Het script past zich aan. Shit! dit was niet de bedoeling. Ik voel mijn hart in mijn keel terwijl mijn benen slapper worden. Langzaam komen mijn lippen weer los van die van haar en het besef van wat er gebeurd is komt langzaam opzetten. Het zijn vast maar enkele seconden maar het voelt als uren. Plots is er die brandende pijn in mijn gezicht, als een pan kokend water die over mijn gezicht gegooid is. Ik stap achteruit en struikel over iets dat achter me door komt. Terwijl ik naar mijn gezicht grijp val ik achterover op de natte straat. Twee felle lichten komen op me af om gevolgd te worden door zwart.
Terwijl ze mijn armen rustig maar stevig naast mijn lichaam houdt voel ik de eerste vrouw zacht trekken aan iets op mijn gezicht. Het lijkt erop alsof ze me geen pijn willen doen, maar het gevoel van de ontnomen vrijheid zint me allerminst. Ook geeft het me de indruk dat alleen voor mij alles zwart is. Ze trekt een pleister van mijn gezicht en plots is er weer licht. Fel schijnt een lamp recht boven mij op mijn ogen. De vrouwenhanden zijn weg, die van de tweede vrouw laten me los. Terwijl mijn ogen zich aanpassen aan het licht en ik langzaam weer begin te herkennen wat ik zie hoor ik haar mijn naam zeggen en vragen of ik nog veel last heb van mijn ogen. Ik beweeg mijn mond en probeer te zeggen dat het gaat, maar mijn keel is te droog en heel herkenbaar zijn de klanken niet. Mijn ogen zijn aangepast als ik een jonge vrouw weg hoor lopen. De tweede vrouw, duidelijk ouder dan de eerste, komt dichterbij en spreekt me aan. “Weet je waar je bent en kun je me vertellen wat er precies gebeurd is Yannick?” “Je mag van geluk spreken dat die automobilist niet sneller gereden heeft, anders had je er heel anders bij gelegen.” Ik probeer me te herrineren wat er gebeurd is, ik ben weg geweest met haar, ik bracht haar weg, zou haar zoenen en zij mij ook. Maar dat gebeurde niet, er kwam de pijn. “We hebben haar gesproken, het was slotenspray waarmee ze je in je gezicht gespoten heeft, ze moet wel heel erg geschrokken zijn van je actie Casanovo want het was een flinke spuitbus. Ik zal vanmiddag nog eens terug komen, wellicht is dat beter om alles te bespreken.” De oudere vrouw loopt weg. Verderop hoor ik haar praten met de jongere vrouw van net, haar voetstappen komen weer terug in mijn richting.
Naast me staat een jonge vrouw, ze lacht en vertelt me dat de roodheid in mijn gezicht wel weg zal trekken over een paar dagen. Ik twijfels of ze die spuitbus bedoelt of de roodheid door de zenumen die haar aanwezigheid bij mij veroozaken. Ze pakt mijn rechterhand en kijkt naar wat de snijdende pijn veroorzaakt had toen ik geprobeerd had haar handen weg te halen bij mijn gezicht. Ze plakt een plijster op de rug van mijn hand en meldt me dat het infuus er vandaag toch weer uit gemogen had dus dat ik ze wat werk bespaard heb. Ik doe een poging te lachen, maar mijn gezicht voelt toch nog niet zoals het hoort. Vast een gevolg van de roodheid waar ze het over had. “Morgen mag je naar huis, je krijgt wat tegen de pijn van me en over 6 weken kan het gips van je onderbeen.” Vertelt ze me. Ik kijk haar aan, ze word met de seconden leuker en denk bij mezelf, goh dit is leuk hier kan ik wel verliefd op worden. “Komt er straks ook een dokter langs?” vraag ik de toch wel leuke verpleegster naast me. “Ik ben de dokter.” lacht ze terwijl ze van me weg draait en de kamer weer uit loopt.
6 reacties
LouisP · 9 maart 2011 op 20:48
Langzaam begint het tot me door te dringen, maar helemaal helder is het allerzins.
Verhalen die beginnen met zinnen waar allerzins in staat zijn…da’s nog erger dan met het woord alleszins…
En toch heb ik me over laten halen om al die tekst te lezen…’k vind d’r niks aan. Niet spannend, niet ontroerend, niet grappig, niets…
Yannick · 9 maart 2011 op 23:50
Tja je hebt een punt met betrekking tot een spel/typfout hier en daar. Helaas ben ik me er van bewust dat dat niet mijn sterkste kant is.
Maar toch bedankt dat je de moeite neemt het toch te lezen en te reageren. De reden waarom ik dingen opstuur is immers om er achter te komen wat andere er van denken en kijken of het idee/gevoel wat er achter zit ook bij andere overkomt.
Bij dit stuk waarschijnlijk niet inderdaad omdat de echte “boodschap” daarvoor te diep zit en je als lezer de achtergrond moet kennen om die er uit te vissen. Misschien is dat wel slecht van mij als de schrijver.
Natuurlijk ga ik die boodschap hier niet in een reactie geven. Misschien dat er nog een soort van een vervolg gaat komen. Overigens was ik toen ik dit schreef niet van plan het te gaan opsturen. Ik heb het voor “haar” geschreven, na haar reactie heb ik besloten het toch maar op te sturen. Wellicht dat een vervolg, waarin wellicht wat meer duidelijk wordt een ander licht voor je schijnt op dit stukje.
Maar zoals is zei, in ieder geval bedankt dat je toch de moeite neemt te reageren. Ook uit minder positieve reacties kan ik mijn lessen trekken. Al vind ik het persoonlijk jammer dat een spel/typfout hier en daar een grote invloed heeft op iemands mening over een stukje tekst. Ik begrijp natuurlijk het belang van correct schrijven, helaas zie ik bepaalde fouten gewoon niet zonder iedere zin 3 keer te ontleden en de van Dale er bij de pakken. Dat zou natuurlijk een relatief kleine moeite voor me zijn om dat te doen, maar dat zou meteen alle plezier die ik heb in het op papier zetten van mijn gedachten verpesten.
arta · 10 maart 2011 op 10:03
Yannick, allereerst (en het belangrijkst): Je trok me mee in het verhaal. Hier en daar was het zó gedetailleerd dat ik er aan dacht om te stoppen, maar het einde lokte dusdanig, dat ik het uit móest lezen…
Tja, en taal-en interpunctiefoutjes zitten er best veel in, (plijster? :eh:) maar dat valt op te lossen door het eerst iemand anders kritisch te laten lezen…
sylvia1 · 10 maart 2011 op 21:32
Er is mij ooit gezegd dat een schrijver zijn literaire afstand moet bewaken. Beetje vaag, maar ik denk dat je bij dit stuk nog te veel in de wervelwind van emoties zat om echt een sterk stuk te schrijven.
Yannick · 10 maart 2011 op 21:37
Heel goed mogelijk, Sylvia, dat is wellicht waarom ik het lang op de plank heb laten liggen. Overigens zijn dit wel reacties waar ik veel aan heb 🙂
pally · 10 maart 2011 op 23:17
Af en toe roep je spanning op in je verhaal, maar voor mij is het toch te chaotisch en te lang, Yannick. Misschien dat je te compleet wilt vertellen, elk detail. Maar ik denk als je flink zou schrappen in dit stuk, dat het helderder wordt en sterker. Dit lijkt op een eerste versie voor jezelf, waar je verder niks meer aan veranderd hebt.( met ook wel te veel fouten).
groet van Pally