Mijn handen zijn nog vies van de verf en ik duik alweer achter mijn laptopje om mijn nieuwe column te schrijven. Ik ben daarnet lekker creatief bezig geweest. Gelukkig had ik nog een paar lege dozen in de achtertuin staan om te beschilderen. Op de achterkant van de dozen heb ik in duidelijk zichtbare letters de tekst, “Wil de eigenaar van deze drol opstaan” en “Schaam U hondeigenaar” geschilderd. Natuurlijk vinden wij allen hondendrollen vies, maar als je ze keer op keer in je mooi aangelegde en pasgemaaide voortuin zie liggen, dan kruipt de ergernis naar boven van plekken in je lichaam waar je het bestaan niet van wist. De tekst vloeken is aangeleerd met daarbij de afbeelding van een papegaai, zie ik weleens op borden langs de kant van de weg staan. Nou, de vloeken die ik net in mijn hoofd de revue liet passeren, zou de papegaai van zijn stokje doen vallen.

Dit keer is het een knap exemplaar. Als een volwassen vent dit in de wc pot achterliet, was hij zeker trots geweest op zijn karweitje. Ik vraag me dan ook af, wat voor hond het geweest moet zijn. Toch moet het heerlijk zijn net als een hond, zonder schaamte, ongegeneerd, je behoefte gewoon ergens te doen op het moment wanneer je voelt dat je even naar die bleke jongen met die bril moet.

Beter in de vrije lucht dan in een benauwd gaatje, zei mijn schoonvader weleens. In België gaan ze naar notaris eenoog, wanneer ze een kakse gan doen of men gaat naar de bachten om vijgen te knabbelen. In Nederland zeggen we het wat minder genuanceerd. Wanneer we hem tegen het textiel voelen aan drukken gaan we vervolgens een bruine trui breien en wanneer er een bruine beer aan het hek staat te rammelen weten we dat het tijd is om een zak tuinaarde open te scheuren.

Als het over poep gaat moet ik altijd terugdenken aan de tijd dat mijn man en ik elkaar net konden. Hij was toendertijd al de gelukkige bezitter van een zalmschouwtje uit 1886. De platbodem, type Fanny was 6,20 meter lang en 1,20 breed. De beun was er vroeger al uitgehaald door zijn vader, omdat er dan meer loopruimte was. Het bleef behelpen op de DD90, maar weer of geen weer, ieder weekend gingen we samen naar de Brabantse Biesbosch. Onder de huik, die je kon doortrekken tot halverwege de boot, was plaats gemaakt voor een tweepersoonsbed, ijskastje, bar, marifoon en er hing zelfs een klein TV-tje op.

De allereerste keer dat ik aan boord kwam, miste ik de luxe van een toilet, maar de emmer wende snel. Mijn man vond zelfs dit onhygiënisch en maakte altijd gebruik van het meest grote openbare toilet dat er bestaat. Hangend over de rand, papiertjes vouwend en bakje koffie ernaast, maakte hij nog steeds een zelfverzekerde indruk. Nee, ik dan. De huik moest dicht, wanneer ik op de emmer moest. Rustig zitten doe je niet met windkracht 6 en flinke golfslag dus toen ik schaamte voorbij was, moest ik erkennen dat het over de rand hangen veel makkelijker was, dan in dat benauwde tentje op een te kleine emmer.

De uitdrukking opkomen als kakken is zeker bij ons van toepassing. Het moment suprême van mijn man was in een weekendje weg naar de Merwelanden, de Dordtse Biesbosch. Na een gezellige avond die gevuld was met alcoholische versnaperingen, kan er de volgende ochtend behoorlijk wat druk op de ketel komen te staan. Tijdens onze terugvaart naar Dordrecht, werd dat een barretje of drie en de zalmschouw werd razendsnel een kreek in gestuurd, om vervolgens vliegensvlug de broek te laten zakken en opgelucht over de rand van de boot de eendjes te gaan voeren.

Ahumm, hoorden wij en wat kuchen. Nog meer kuchen en snuiven en rare geluiden. Niet tot ons doordringend, dat de kreek gelegen lag in een wandelgebied waanden we ons tot dit moment in eenzaamheid. Toen wij ons omdraaiden richting de vreemde geluiden, zagen we tot onze verbijstering vele priemende oogjes van vogelspotters door het venster van het vogelkijkhuisje staren naar de witte billen van mijn man die net daarvoor een bruine beer aan het verzuipen was. Nog nooit is hij zo snel geweest. Nog met de broek op de knieën vloog hij richting huik en aan het bevel, start de motor en wegwezen, heb ik maar gelijk gehoor gegeven, want als ik nog nasnikkend van het lachen hier te lang mee zou wachten, dan zou hij me zeker ergens in de Biesbosch achterlaten om me vervolgens een weekje over mijn zonden na te laten denken.

Als ik dit verhaal vertel op een verjaardag, dan neemt mijn man direct wraak, door een verhaal te vertellen over mij. Het was op een prachtige zomerse dag en we voeren richting Zeeland. Mijn man had wat lekkere taartjes gehaald bij de bakker in Willemstad en we gingen richting krammersluis. Met de vraag of ik ook een taartje wilde, wees ik dat overheerlijke hapje af, want ik was zoals altijd, aan de lijn. Maar hem zo te zien smullen, deed mij watertanden en op een gegeven moment vroeg ik toch maar of ik een klein hapje van hem mocht. Een proefje. Met de eerste hap, zakte ik met een klap door mijn klapstoeltje en zat ik met alleen mijn bikini aan met de benen omhoog, muurvast in het stoeltje in een overvolle sluis. En hij liet me zitten, want hij kon van het lachen niet meer opstaan, net als de rest van de mensen in de sluis trouwens. Ik kon er zelf niet uit, dus heb ik me maar met stoeltje en al om laten vallen en heb me vervolgens verstopt onder de huik van schaamte.

Ik ga dadelijk maar weer voor het raam in mijn eigen vogelkijkhuisje staan, wachtend op die hond plus eigenaar. Ik wil ze zo graag betrappen op het bevuilen van mijn gazonnetje. En wanneer ik het zie, dan ga ik naar buiten toe en geef ik ze een staande ovatie, want als je zoveel lef hebt om je hond te laten schijten in andermans tuin dan vind ik dat wel een applausje waard.


5 reacties

Neuskleuter · 8 juni 2008 op 13:47

Het voelt als een te lang stuk, maar vanaf het verhaal over je man en de boot kom je helemaal op stoom. Je verhaal had daar ook wel mogen beginnen, het bovenstaande voelt als losse stukjes over het onderwerp poep.

Verder schrijf je lekker vlot en helder, dus welkom op ColumnX! Ik ga je volgende inzending zeker lezen.

SIMBA · 9 juni 2008 op 08:19

[quote]dat mijn man en ik elkaar net konden[/quote]
😕 🙁

lisa-marie · 9 juni 2008 op 09:12

Hij is wel te lang maar ik heb heerlijk gelachen. 😀
En vooral je slotzin zag ik al helemaal voor mij.

pally · 9 juni 2008 op 10:44

Je kunt leuk schrijven , Annemarie!
‘Overdaad schaadt’ klinkt een beetje calvinistisch, maar vind ik hier echt van toepassing. Je column doet me nu denken aan zo’n oom op een verjaardag die alsmaar moppen blijft tappen tot je je oren dicht zou wilen stoppen, hoewel je je bij de eerste drie rot gelachen hebt.
Het stukje van de boot was een grappig verhaal op zich.

We hebben al Kees Schilder, maar misschien wordt jij hier de nieuwe Annie Schilder 😆

succes met je volgende!

groet van Pally

KawaSutra · 9 juni 2008 op 18:43

Wat dacht je? Ik zal ze even een poepie laten ruiken? 😀

Geef een reactie

Avatar plaatshouder