Bij de uitgang van het winkelcentrum stond een zwervermuzikant. Hij deed vreselijk aardig, maar je kon het aan alle kanten voelen; hij was het niet. Met veel misbaar dat voor zwier door moest gaan, begroette hij alle voorbijgangers. Maar zijn ogen bleven kil, als een slang die zijn prooi bestudeert. Hij was het soort zwerver dat je heel erg bewust maakte van het feit dat je rijk en vies bent, als je loopt, zonder een muntje te doneren aan een bedelende gitaarhoes. Ondanks zijn minachtende, beschuldigende ogen die altijd de tijd hadden om een gat in mijn rug te branden bij het voorbijlopen, gaf ik hem nooit iets. Ik moest hem niet.

Op een dag zag ik hem zoals gewoonlijk al uit de verte. Hij stond daar weer met zijn gitaar. Ook uit de verte was te zien dat hij boos en geagiteerd was. Zijn bewegingen hadden nog steeds het bestudeerde, vriendelijke, nederige, huichelende, maar de woede zorgde voor spiertrekkingen die universeel herkenbaar zijn. Hij bleef wél spelen op zijn gitaar. Samen met de rest van de mensenmassa, werd ik naar het tafereel toegetrokken. Hoewel het beeld onscherp was, gonsde de lucht van een gebeurtenis vlakbij.

Dichterbij gekomen werd de reden van zijn opwinding duidelijk. Hij had gezelschap gekregen. Een man met een viool. Een oudere man. Een man met een donkere huid, wilde grijze haren en ogen die uit zijn hoofd leken te branden. De twee muzikanten hadden een woordeloos gevecht om het territorium van de vierkante meter bij de uitgang van het winkelcentrum. Er stond een tiental mensen omheen, om het tafereel te aanschouwen.

Wat zich daar ontspon was een duel met muziekinstrumenten. De oudere man won grond, door met felle uithalen zigeunerachtige vioolmuziek te spelen en zijn lijf en strijkstok steeds dichterbij het niet meer zo vaste standplaatsje van het slangenmens te bewegen. De slang siste in vergeefse woede. Hij probeerde terug te spelen, wachtend op het juiste moment om toe te slaan en de oude man met zijn ogen tot het bekende schuldgevoel te dwingen, alvorens te bijten. De man liet zich echter niet imponeren. Iedere keer als de slang genoeg adrenaline had verzameld om er een vers akkoord tegenaan te gooien, kwam de man weer een stap dichterbij en gaf hem een violistische draai om zijn oren. Hij begon met korte uithalen. Naarmate het gevecht vorderde, werd de viool echter steeds triomfantelijker en begon steeds luider te zingen. De draai om de oren werd een flink pak slaag. De gitaarakkoorden waren niet meer dan de protesten van een kleuter die naar bed moest. Zijn riedel kwam nooit in de buurt van een van de noten van de viool die geen ophouden meer leek te kennen. Uiteindelijk pakte de slang zijn spullen en kronkelde naar een plaats tien meter verderop, waar hij al ziedend zwierend probeerde zijn gezicht te redden, zijn boosheid te verbergen.

Vanaf dat moment was het de plek van de oude man. De man had meer fans dan alleen ik. Iedere keer was zijn vierkante meter huisraad weer gegroeid. Een krukje, een mooi kleedje, een herdershond. Er lagen altijd etenswaren in de buurt. Hij floreerde en straalde. Hij was de koning van de uitgang.

Tot het moment dat zijn viool weg was. Of hij hem heeft verkocht voor drugs of een slok drank? Misschien dat de viool gestolen, verloren, vergeten was, wie zal het zeggen. Maar de man begon te krimpen. Hij sloeg wartaal uit. Een goedbedoelende voorbijganger schonk hem een oude saxofoon. Die kon hij ook heel aardig bedienen. Het vuur was echter verdwenen. De laatste keer dat ik hem zag, zat hij stil op zijn krukje. Zijn brandende ogen staarden leeg en uitgeblust naar de grond. Er waren geen spullen meer om hem heen, ook de saxofoon was verdwenen. Zijn hond liep zenuwachtig om hem heen.

Een week later stond het slangenmens daar weer, op zijn oude plek, alsof hij nooit was weggeweest. Naast hem stond een leeg krukje. Hij begroette me met een overdaad aan misbaar, dat zwier moest lijken. Hij slokte mijn euro op, zonder te kauwen. Hij zei niet te weten waar de man gebleven was, terwijl zijn kille blik speurde naar het volgende slachtoffer.

Categorieën: VC-Dees

18 reacties

SIMBA · 1 februari 2007 op 08:43

Suvival of the fittest… 😕

Heerlijke column!

Anne · 1 februari 2007 op 09:02

Mmmm Dees, fijn tussen-de-regels-lees-verhaal. Mooi!
groet van Anne

arta · 1 februari 2007 op 09:10

Heel mooi!
Meegesleurd door jouw woorden zorgde de climax voor kippevel…
🙂

Prlwytskovsky · 1 februari 2007 op 12:15

En daar spendeer jij een euro aan? 😕

Nana · 1 februari 2007 op 12:56

Mooi verhaal!

Kees Schilder · 1 februari 2007 op 14:29

Geniaal!

pally · 1 februari 2007 op 16:02

Ha Dees!

Geweldig hoe je het duel van twee muziekinstrumenten beschrijft!
Ik hoorde de muziek en er doorheen de rauwheid van het straatleven….
Werkelijk een sublieme column vind ik dit.

Groet van Pally

Li · 1 februari 2007 op 22:11

Wat een prachtig verhaal en wat enorm goed geschreven!

Li

WritersBlocq · 1 februari 2007 op 22:44

Misbaar, het is dat misbaar dat het hem doet. De manier waarop gebruikt door jou, geprojecteerd op mij, fantastisch. Deze gaat in mijn top 3 van dit jaar, en als ik hem tzt vergeet, bij Dees’ze!

[quote]gitaarhoes[/quote]
de laatste letter las ik als 1 letter eerder in het alfabet, wel toepasselijk, eigenlijk 😉

Trukie · 1 februari 2007 op 23:22

Je zou haast zeggen dat samenwerking in beider voordeel was geweest. Helaas.
Prachtig verhaal zonder echt te benoemen waar het om gaat.

Bitchy · 2 februari 2007 op 06:03

Ik weet niet hoe je het hebt gedaan, maar op de een of andere manier heb je het voor elkaar gekregen dat het leek alsof ik er bij was. Zo beeldend, meeslepend! Mooi!

pepe · 2 februari 2007 op 21:34

Weer een Dees-waardige column, prachtig.
Alleen jij kan dit zo mooi schrijven dat ik de strijd tussen gitaar en viool bijna kon horen.

Ma3anne · 3 februari 2007 op 12:04

Zulke dingen gebeuren, maar er moet maar net iemand voorbijkomen die het ziet, hoort en ook nog over kan brengen.

Echt erg mooi beschreven. Die viool knerpt door mijn ziel.

DriekOplopers · 6 februari 2007 op 22:24

Knap, Dees!

DreamOn · 8 februari 2007 op 11:29

Beetje late reactie misschien, maar ik kan het zo af en toe niet meer bijhouden op cx 😉
Toch nog een compliment voor deze fantastische column. Zo herkenbaar opgeschreven, ik heb ook altijd die tweestrijd: als ik niks geef lijk ik een snob, hij dwingt mij bijna met zijn ogen, dat heb ik ook bij de accordeonist van de c1000…goed gedaan Dees!

champagne · 21 februari 2007 op 21:49

Erg mooi en meeslepend geschreven. Ik zag het zó voor me. Knap gedaan Dees!

Mup · 24 februari 2007 op 19:05

Petje af weer, Dees. Je column deed me denken aan de leguanenman hier, die de toeristen lastig valt met zijn gedrogeerde beesten, en ze dik laat betalen om met ze op de foto te gaan, ten koste van de beesten, en de toeristen stinken er met open ogen in, ik bijna moet ik met het schaamrood op de kaken toegevn,

Groet Mup.

LouisP · 5 mei 2011 op 13:19

Goede kwoot Arta,
poeh poeh….wat is ie mooi, dat noten, muziekduel…Prachtig!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder