Het is 13 september 2007. Vandaag zijn mijn man en ik 5 jaar samen en dat wil ik niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Ik heb de slaapkamer gevuld met ballonnen en de woonkamer met waxinelichtjes. Het zal niet lang meer duren voordat mijn man weer thuiskomt van zijn werk. In de tussentijd lees ik het een en ander op Internet, struin wat advertenties door en schrijf nog een verhaal voor op mijn weblog. Opeens ruik ik een lampenolieachtige geur. Een geur die ik niet direct kan plaatsen, ik heb immers waxinelichtjes aangestoken. De geur geheel negerend schrijf ik verder aan mijn verhaal tot ik opeens een vreemd soort warmte in mijn nek voel. Ik kijk om en schrik. Op mijn salontafel staat een schaal waxinelichtjes in brand. Ik loop er naartoe, maar hoewel ik een cursus BHV inclusief brandbestrijding heb gevolgd weet ik niet meer hoe of waarmee je kaarsen moet doven. Als ik er water overheen gooi, zal het kaarsvet op mijn blote voeten terecht komen, dus ik bedenk me wel een tweede keer. Verdorie, waarom heb ik na die cursus geen blusdeken aangeschaft?

Inmiddels staat de gehele salontafel in brand en ik sta aan de grond genageld. “Wat moet ik doen, wat moet ik doen?” Ik kijk om mij heen of ik iets kan vinden waarmee ik deze vuurzee kan doven. Ik zie niets nuttigs en alles lijkt opeens in slowmotion te gaan. Mijn hersenpan werkt niet meer naar behoren en ik raak in paniek als ook het bankstel vlam vat. Toch lukt het mij nog steeds niet om een oplossing te verzinnen voor dit snelgroeiende probleem. Plots wordt ook ik gevat door de vlammen. Het wordt warm, heel warm. Ik voel mijn haren schroeien, ik voel mijn huid smelten en ik begin te stikken. “Daar ga ik”, denk ik hardop en het wordt zwart voor mijn ogen.

Mijn man komt binnen en schrikt. “Hé, wordt eens wakker! Wat sta je daar nou te suffen met die schaal in je handen?”, vraagt hij en hij pakt de brandende schaal waxinelichtjes uit mijn handen en gooit deze naar buiten.

Ik sta er verbaasd naar te kijken. Waarom kon ik deze oplossing niet zelf bedenken?

Categorieën: Verhalen

7 reacties

geertsjohn · 16 oktober 2007 op 16:10

Voor het gemak zullen we er maar van uitgaan dat dat van het bankstel en die smeltende huid een droom was.

Gelukkig waren er de ballonnen nog! Ze leefden nog lang en gelukkig!

eLGee · 16 oktober 2007 op 18:08

Klopt ja, ik was aan het hallucineren.
Ik wist alleen niet zo goed hoe ik dat duidelijk kon maken in het verhaal zonder er afbreuk aan te doen. Tips zijn welkom.

Mosje · 16 oktober 2007 op 18:59

Nou eLpGee, het was mij na het lezen direct duidelijk dat het stukje een soort droom was.
Geen tips dus.
Alhoewel, misschien toch eentje: vijf jaar samenzijn vieren met waxinelichtjes getuigt niet van brandende liefde. Niet dat liefde bestaat, maar als jij denkt van wel, vier het dan met echte kaarsen.
😀

DreamOn · 16 oktober 2007 op 19:55

Leuke titel, leuk verhaal. Qua tips? Je had het iets spannender mogen beschrijven wat mij betreft.

In de tweede alinea gebruik je veelvuldig het woordje ‘ik’, elf keer, als ik goed geteld heb. Je zou het vloeiender kunnen schrijven.

[quote]Hé, wordt eens wakker![/quote]
Het is: Hé, word eens wakker! Dus niet met dt.

Succes en gewoon door blijven schrijven! 😉

Groetjes DO.

SIMBA · 16 oktober 2007 op 20:06

Levensgevaarlijk die romantiek 😀

pally · 16 oktober 2007 op 22:22

[quote]als ik er water overheen gooi, zal het kaarsvet op mijn blote voeten terecht komen, dus ik bedenk me wel een tweede keer[/quote]

Dit vind ik een vreemde zin in jouw verder best aardige column. Had je al een eerste keer ook bedacht dan?

groet van Pally

KawaSutra · 16 oktober 2007 op 23:46

Best een spannend verhaal. Gelukkig was het grootste deel een hersenspinsel maar het maakt wel goed duidelijk hoe je in een dergelijke situatie als aan de grond genageld kan staan. Gelukkig overwint de liefde alles! 😀

Geef een reactie

Avatar plaatshouder