Ik ben op zoek naar een zak. Een degelijke, ouderwetse en stevige zak. De groenteboer heeft er een maar die is veel te klein. De supermarktboer heeft een royalere maat, maar die is weer veel te groot. Het juiste formaat is een plastic tas, maar die wil ik niet. Dat is veel te opvallend. Ik heb er namelijk eentje nodig voor mijn onzichtbare dagen. Zo’n dag waarop ik ‘niemand’ ben. Onlangs had ik weer zo’n dag. Het begon al vroeg in de ochtend. De telefoon ging, ik graaide de hoorn van de haak en noemde mijn naam. Stilte, geklik en gezoem. Niemand. Op zichzelf niets bijzonders maar de toon van de dag was gezet. Ik strompelde naar beneden voor een mok koffie en een boterham. Maar de koffiebus bleek leeg en de boterhammen waren tot het allerlaatste korstje opgegeten. De enige korreltjes en kruimeltjes die mijn huisgenoten voor mij achterlieten, lagen op het aanrecht. Dat betekende boodschappen doen. Ik pakte tas en jas en snelde naar de bakker.
Daar was het al druk en ik telde maar liefst vijf klanten. En net toen ik, na klant vijf, wilde zeggen dat ik een gesneden volkorenbrood wenste, werd ik overdonderd door een stem die bulderde; ,,twee gesneden melkwit, drie zakken kadetjes en vijftien gebakjes”. Verontwaardigd draaide ik me om. Achter mij stond een reus zijn bestelling door te brullen. Ik piepte dat ik toch echt eerder was dan hij. ,, Dachtutnie” loeide de kolos. ,, Je komt net binnen. Eerst ben ik, daarna dat kleine meissie dan die ouwe meneer en dan ben jij pas.” Ik wierp de verkoopster een hulpeloze blik toe. Ze zag me niet en vouwde glimlachend een gebakdoos in model. Nijdig stapte ik de winkel uit en besloot om mijn brood ergens anders te kopen.
In de volgende winkel probeerde ik het ‘door mij zelfgepakte’ brood af te rekenen.Ik zwaaide met mijn buit en riep ‘oehoe’ maar ik werd niet gehoord of gezien. De broodverkoopster stond, tussen de worsten, haar liefdesleven te bespreken met een collegaatje. Bij het zien van die worsten, knorde mijn maag als een varken. Stampvoetend beende ik naar de super om, naast boodschappen, een bakkie troost uit de koffieautomaat te tappen en een stukje proefcake uit een schaaltje te vissen. Bij de kassa zagen ze me wel. Chagrijnig slofte ik naar huis.
En plotseling gebeurde er iets dat me blij maakte. Een aardige jongeman, op een fiets, wuifde me vrolijk toe! En terwijl mijn hart een vreugdesprongetje maakte en ik vrolijk terugzwaaide, dacht ik: ,, gelukkig er zwaait iemand. Ik besta! ,,Kent u mijn zoon?” informeerde zijn moeder die achter mij bleek te lopen. Beschaamd schudde ik mijn hoofd.
En daarom zoek ik een zak. Zo’n papieren geval die je alle kanten op kunt vouwen. Zo eentje die opgeblazen kan worden tot een soort ballonnetje en waartegen je zo lekker kan slaan. Of die ik over mijn hoofd kan trekken en waaruit ik twee kijkgaten kan knippen . Want als ik per se onzichtbaar moet zijn, dan maar liever zichtbaar.
14 reacties
Dees · 17 juli 2004 op 08:35
Hahaha Li! 😀
Ik mag het h-woord niet gebruiken, maar ik weet wat je zegt. Op die dagen wil ik het liefste scenes schoppen in elke situatie waar ik niet gezien word, maar vaak loop ik gearmd met frustratie ook maar onopgemerkt door. Zou Gucci ook zakken voor over het hoofd ontwerpen? Kan je gemerkt onopgemerkt zijn…
[img]http://www.nald.ca/fulltext/hudson/homeles3/pg18b.gif[/img]
Ma3anne · 17 juli 2004 op 09:12
Geweldig! :laugh:
Sja, soms willen de grappige opmerkingen niet te binnen schieten op zulke momenten en kun je kiezen tussen herrie schoppen of vluchten. Misschien de volgende keer toch een keer proberen hoe het voelt om herrie te schoppen? 🙂
viking · 17 juli 2004 op 09:49
Geweldige column!
[b]En ik kan je helpen![/b] Echt waar. Ik heb hier een prachtige ouwe zak. Daar mag je tegen slaan, schoppen, in steken, op schieten, wat je maar wilt. Hij is helemaal de jouwe. GRATIS EN VOOR NIKS. Wel zelf even komen halen. Krijg je van mij een boterham/gebakje/goede bak koffie/borrel erbij/origamie massage/beurt/ritje achter op de motor*
Maar die zak is voor jou! We hoeven slechts een deur verder. Daar woont hij, de ouwe zak. Mijn buurman…
*doorhalen wat niet van toepassing is
Tasz · 17 juli 2004 op 10:11
Hele gave column Li. Herken het gevoel meteen. Goed geschreven en erg leuk om te lezen.
Cheers
Tasz
Mosje · 17 juli 2004 op 12:03
[quote]Zou Gucci ook zakken voor over het hoofd ontwerpen?[/quote]Typisch vrouwelijk weer. Wel een zak willen, maar het moet dan wel weer een designzak zijn.
hij is weer erg leuk Li!!
Louise · 17 juli 2004 op 14:44
Zou het niet een veel beter plan zijn, Li, om zakken over de hoofden van die anderen te gooien?
Erg leuke column!
pepe · 17 juli 2004 op 15:33
Li wat bak je ze(columns) lekker, er is geen bakker die je dat na doet;-)
Ik kan je verzekeren, dat wij hier allemaal geloven dat jij bestaat!!
Hopelijk kunnen we dat eens zien op een volgende meeting.
Shitonya · 17 juli 2004 op 17:33
Erg leuke column 🙂
Li · 17 juli 2004 op 20:08
[quote]Krijg je van mij een boterham /gebakje/goede bak koffie/borrel erbij/origamie massage/beurt/ritje achter op de motor*[/quote]
Dan kies ik voor een beurt Viking. En het liefst een grote. Jij schildert toch? Mijn voorgevel kan wel een flinke lik gebruiken 😛
[quote]Ik kan je verzekeren, dat wij hier allemaal geloven dat jij bestaat!! [/quote]
Daar zeg je wat Pepe en alle anderen. Misschien ben ik een pseudoniem van iemand die wél op de meeting was. Of was ik er wel en zagen jullie me niet.:-o 😀
Een gucci-zak? Misschien een gat in de markt Des.
Of we ontwerpen van een papieren containerzak een wegwerpburka.
Li
Hans · 18 juli 2004 op 01:14
ik vind hem leuk. we hebben allemaal wel eens een periode van zakkerigheid geloof ik.
Irma · 18 juli 2004 op 03:37
Schitterende column! 😀
Met zo’n k..tegevoel kun je beter gaan ‘zaklopen!’
En of ze je zien 😉
Mup · 18 juli 2004 op 19:14
Lekker herkenbaar, als een plastic zak,
Groet Mup.
Eftee · 18 juli 2004 op 22:31
Je hebt een gat in de markt ontdekt! Ik neem ook zo’n zak met gaten af, als je ze gaat produceren.
Doe ook meteen maar een reserve-zak, weet ik zeker dat ik niet zonder zit. 😀
tontheunis · 19 juli 2004 op 11:27
Ik ben een zak. Een ouwe zak. Als ik tenminste mijn zoon van bijna 16 moet geloven, dan ben ik zo ongeveer de meest zakkige zak ter wereld. Dat komt omdat hij vrijdag 16 wordt en ik niet bereid ben om een scooter voor hem aan te schaffen. Sinds hij dat weet, ben ik een niemand. Word volledig genegeerd. Krijg een silent treatment en verwijtende blikken zijn mijn deel.
Ik heb echter besloten om me niet neer te laten halen, niet te laten degraderen. Ik weiger om een zak te worden met een zak op zijn hoofd. Weg te kruipen in de krochten van het opvoederschap en mij nu reeds zorgen te maken over hetgeen mijn opvolger in zijn latere columns over zijn verpeste jeugdjaren zal schrijven.
Maar goed, ik worstel toch met mijn gevoelens en heb daarom het advies van Li opgevolgd. Een zak over mijn hoofd. Twee gaten erin. Het werkt, Li. Hij lacht weer.
Bedankt.