Tattoo Joe

En zo werd ik voorgoed vereeuwigd als de held van de Hokusai Bon club. Pierre Zondag als Hokusai Bon. Ik kwam op de voorpagina van hun fanzine. Ik rilde. Ik zat er tot over mijn oren in. Ik had er schoon genoeg van. Ik moest weg.
Khebzin ineenpilsje!’ klonk de stem van Willem naast me.
‘Ja!’ zei ik. Daar had ik nu ook wel zin in.
‘Ikheb een leuke kroeg gezien aan de overkant,’ zei Minie.
‘Dan gaan we daar nu heen,’ besliste Connie. ‘We weten genoeg. We hebben genoeg gezien.’ Ze lachte. ‘Ik heb genoeg foto’s.’

Gelijkgestemden

‘Het is fantastisch!’ riep een klein vrouwtje achterin de zaal. ‘Jarenlang
durfde niemand er aan te beginnen!’
Connie richtte haar camera en maakte een foto.
Ik wist niet wat ik moest zeggen. Moest ik wel iets zeggen?

Hokusai Bon Fanclub

‘Welkom op de Hokusai Bon-dag!’ riep de zware man in de ingang van de zaal enthousiast. ‘Mag ik uw kaartjes zien?’ Hij droeg een cape van wat ooit een oud gordijn moest zijn geweest. Er waren Japanse karakters opgestikt. Hij droeg een masker, maar je kon zijn gezicht goed zien. Hij had een knuppel aan een gordel hangen. Ik zag hem niet direct in actie op een dak zoals de held zelf, maar de bedoeling was duidelijk: dit was een echte fan.

Intermezzo

‘Ik heb nog wat gevonden,’ zei Conny.
Ik had haar het hele verhaal verteld. Ze had ook diep gezucht. En toen had ze hetzelfde gedacht als ik. Het verhaal moest geschreven worden. Daarna zagen we wel weer.
‘Laat maar horen,’ zei ik.
‘Er is ooit een wedstrijd geweest voor de kijkers van de serie zelf het laatste deel te schrijven. ‘De winnaar was een zekere Joost Adema. Maar de inzending is nooit gebruikt’
‘O,’ zei ik.

Dertig seconden

Ik had de auto schoongemaakt, was wezen tanken toen Willem er aan kwam.
Hoe dat kan weet ik niet. Maar aan z’n manier van lopen zie je dat er iets is.
Ik wilde hem helemaal niet zien. Ik deed het allemaal om een stommiteit goed te maken. Willem was niet mijn vriend. Hij was iemand voor wie ik wat deed omdat de omstandigheden er naar waren
Hij kwam bij me staan en keek me somber aan. ‘Bandiznietcompleet,’ zei hij.