Gezond verstand

Nog niet zo heel lang geleden gold dat je een wisse dood sterft als je spinazie eet die voor de tweede maal is opgewarmd. De grote hoeveelheden nitraat (of was het nou nitriet?) die bij hernieuwde verhitting vrijkomen, zouden fatale gevolgen hebben voor de gezondheid. Na de eerste hap lag je bij wijze van spreken al stuiptrekkend naast je stoel. Mijn moeder, verantwoordelijk voor de bereiding van de avondmaaltijd, hield zich daarom strikt aan het gebod de groente niet voor een tweede maal op het vuur te zetten.

Onderhuids

Tatoeages zijn allang niet meer uitsluitend te signaleren op ruwe zeebonken en doorgewinterde bajesklanten. Ook hardwerkende, oppassende burgers maken tegenwoordig de gang naar de plaatselijke [i]tattoo shop[/i] om hun uiterlijk te laten verfraaien. Niemand die daar nog schande van spreekt.

’t Lukt me niet

Er bestaan verschillende, botsende meningen over wat de beste manier is om het te doen.
“Het gaat om variatie”, heb ik mij eens laten vertellen door iemand die het weten kon. “Snelle, korte stoten afwisselen met langzame, krachtige halen.”
“Welnee, je moet juist continu in het zelfde ritme blijven pompen”, beweerde een ander. “Steeds maar op-en-neer, op-en-neer.”

Hap!

Ik was jong en dacht maar aan één ding. Al wekenlang liep ik rond met de vraag hoe lekker het zou zijn. Het hield me bijna onafgebroken bezig en soms droomde ik er zelfs van. Ik hunkerde en fantaseerde. Och, wat zou ik graag het stuk kaas, dat tijdens de broodmaaltijd op de kaasplank lag, oppakken en er een grote hap uit nemen. Mijn fantasie ten uitvoer brengen was uitgesloten, want zoiets mocht natuurlijk niet. Met mijn verjaardag in zicht schreef ik daarom ‘een stuk kaas’ bovenaan mijn verlanglijstje.

Please pardon my French

Ik versnel altijd mijn pas wanneer ik op straat loop en er een auto met Frans kenteken naast me stopt. Of ik duik gauw een zijstraat of winkel in. Zo vermijd ik het risico dat de inzittenden uitgerekend iets aan mij vragen. Waar de dichtstbijzijnde slager is, bijvoorbeeld. Fransen te woord staan, nee dank u. Niet dat ik iets tegen Fransen heb hoor, integendeel. Mijn beste vrienden zijn Frans. Nou goed, dat is niet waar, maar ik heb wel een collega die Frans heet en daar kan ik prima mee opschieten.