‘Het komt wel goed, schatje’

Ik zit zwaar in de financiële shit. Mijn baan verdient het niet om over naar huis te schrijven. Mijn huis lijkt op een te klein stofdoekenmandje. De twee mauwende monsters (die maar niet opgehaald worden door hun rechtmatige eigenaar) verminken al knagend en krabbend mijn bank en laten hun vacht achter op de kussens.

De Knutsel

Als hoofd animatie op een Belgische camping zet ik mezelf niet vaak op een aktiviteit. Tijdens het hoogseizoen heb ik genoeg animators die ik inplan op de verschillende onderdelen in het programma. Immers, mijn taak is om te bedenken, te plannen, te begeleiden en te coördineren.
Soms moet ik mezelf wel inplannen. Als het praktischer is of er wordt vanuit de camping gevraagd of we even bij willen springen tijdens een incidenteel gastenweekend.

Schrijven naar een hoogtepunt

Mijn hoofd was als een wasmand. Wat een was! Regelmatig trof ik het ‘weer’ in de niet vertelde kledingstukken. Hoeveel oplossingen bedacht ik niet om mijn wassende hoofd leeg te maken. Sporten, zingen, met het hoofd bonken tegen de muur, overmatig drinken of slapen? Niks hielp. Tot drie maanden geleden, toen op een avond het toetsenbord brutaal met me begon te flirten. Of ik hem niet eens wilde betasten en meer van die oneerbare voorstellen. ‘Schrijf meisje, schrijf!, dan raakt je wasmand leeg’, lispelden de knoppen.

Houdbaarheidsdatum

Vanavond zag ik ze weer. Na jaren. Het vriendinnenclubje Suus, Martha en Wendy. Suus was mijn hartsvriendin. Martha hoorde er ook bij, maar op een iets andere manier. Martha was de jongensgek van ons drie. Die maakte nog wel eens een ‘uitstapje.’ Suus en ik waren de Travolta-aanhangers. We zaten samen bij Mittelmeijer op stijldansen. We gingen uit en konden laat weg blijven als we bij mij sliepen. Sliepen we bij Suus, dan moesten we om 23.30 uur thuis zijn. En dat waren we dan ook, om vijftien minuten later weer vanuit de slaapkamer via de tuin de bus terug te pakken naar de stad.