Waar rook is

Er ronkt iets boven mijn hoofd. Het geluid lijkt op dat van een vliegtuig, maar de luchthaven ligt hier ver vandaan en ons dorp ligt niet in de aanvliegroute. Slaapdronken maai ik met mijn rechterarm over de vloer, totdat ik mijn telefoon te pakken heb. Zes uur. Net wil ik mijn hoofd weer op het kussen leggen, als opnieuw een enorm kabaal boven mijn hoofd losbarst. Ondanks het tijdstip ben ik nu klaarwakker. Ik spring mijn bed uit, ren naar buiten en zie nog net, laag boven de daken aan de overkant van de straat, een helikopter overvliegen. Al na een paar minuten keert hij terug. Het reservoir, dat aan lange kabels onder de helikopter hangt, verspreidt een fijne nevel van zeewater. Bluswater!

Inhalen

Het vliegtuig maakt een scherpe bocht, waardoor hij een glimp opvangt van de met slootjes doorregen polders. Daarbeneden staat zijn huis. De gedachte aan de smoes die hij verzonnen heeft, om er weg te komen, doet hem glimlachen. Tegen Claire had hij gezegd dat hij overspannen was. Zo erg dat hij er echt even tussenuit moest. En nu zit hij hier. Allerminst overspannen, maar wel met klamme handen en een overslaand hart.

Ingehaald

Zachtjes zoent hij haar voorhoofd. Ze kreunt even, aarzelend tussen ontwaken en slapen. Haar lange donkere haren, vochtig van haar zweet, kleven aan het kussen.

Kampioen

Hij staat voor me in de rij bij de kassa, zijn gewicht verplaatsend van zijn ene, naar zijn andere voet. Al een paar keer heeft hij stiekem over zijn schouder gekeken, peilend. Zijn lichaamstaal verraadt, dat hij min of meer op springen staat. Helaas valt wat hem zo hoog zit, niet aan hem af te lezen. Ik probeer niet naar zijn onrustige lichaam te kijken. Dat mislukt regelmatig en op die momenten proberen zijn ogen, vanachter centimeterdikke brillenglazen, mijn blik te vangen.

Gratis oranje oordoppen

In gedachten verzonken sta ik naar de glimmende schoenen te kijken, die de verkoopster tussen het vloeipapier in de doos laat glijden. Omdat ik me stilletjes op ons eerste optreden aan het verheugen ben – de gelegenheid waarvoor ik deze schoenen koop – moet de verkoopster haar vraag herhalen. Of ik een zonneklep wil. Onnozel kijk ik haar aan, waarop zij een halvemaanvormig stuk karton in knaloranje omhoog houdt. ‘Leuk voor uw auto,’ zegt ze. ‘Nou nee, bedankt,’ stamel ik.