Kwakende eendjes

Rond etenstijd belde hij aan. Ik poederde mijn neus bij en spoot wat parfum in mijn nek. Een tikkeltje zenuwachtig opende ik de deur. In de kroeg zag hij er zo anders uit. De combinatie van het donker, de witte rook en het gekleurde licht vormden hem tot een mysterieus man. Ik vond hem slim, leuk en grappig. Nu stond hij in het daglicht en was hij opeens al het tegenover gestelde van dat.

Knuffelen met Bella15

Ietwat onhandig klim ik met mijn lenige lichaam over het ijzeren hek. Aan de andere kant spring ik soepel naar beneden. Middenin een hoop stront. Gatver. Als ik weg wil lopen, zuigt mijn gebloemde kaplaars zich vast in de bruine drek. Verdomme. Terwijl ik ondersteund word door de cursus begeleidster trek ik met al mijn kracht de laars los. Ja hoor, jongens. We kunnen weer.

Rintje Rookworst

Tien jaar geleden had ik het volledig onder de knie. Mijn oma, zelf professioneel amateur leerde mij de fijne kneepjes van het schaatsen. Vroeger lag er immers regelmatig ijs. Er werd veel geoefend. Niet teveel achterover leunen, liever naar voren. Oppassen bij bruggetjes – deze zoveel mogelijk vermijden – en als het dan echt niet kon, in de poephouding eronder door. Klinkt simpel en dat was het ook.

De conducteur en zijn snor

Met een zenuwachtig lachje keek de kale man naar de conducteur met de grote snor. In zijn ogen bespeurde ik enige paniek. Hij hield een blauwe strippenkaart omhoog. Zijn vervoersbewijs. Een half uur geleden had de man mij nog aangekeken met een dit-is-eerste-klas-wat-doe-jij-hier blik. Nu ben ik dit gewend, dus vreemd opkijken deed ik niet. Frappant is dat deze mensen bij het zien van de conducteur de benen nemen. Of, zoals deze meneer, schijnheilig gaat zitten nep lachen. Alsof een lach alles doet vergeten. Nou, niet met zo’n gebit.

Tien voor acht

Haastig trek ik de voordeur dicht. Handschoenen aan, het is koud buiten. Ik steek mijn fietssleutel in het slot en klap de standaard in. Heel even sluit ik mijn ogen en bereid me mentaal voor op wat komen gaat. Ja, ik ben er klaar voor. Het is elf minuten voor acht. Ze kunnen hier ieder moment zijn.