AApel

“AApel”, lacht mijn dochter en daarna staat ze voor het eerst op midden in de kamer. Langs de meubels loopt ze naar mijn appel. Ik roep uit: “ wat ben jij een knappe meid” en geef haar mijn appel.

Is het een vliegtuig?

Mijn dochters hebben een superheld. In het normale leven heet zij Mieke en werkt ze op een Vlaams politiebureau. Maar als er iemand om hulp roept, wordt zij een heuse superheld. Strak pak, rood roze met geel en veel zilver. Lang blond met zilverwit haar. Blond en roze. De juiste ingrediënten.

Fuuk Fuuk

Ik voel me maagd als ik met hem vrij. Een oude maagd. Niet onbevlekt, maar met twee kinderen. Hij behandelt me als een maagd en dat is aardig. Zachtaardig zelfs. Met geduld genezen schede en schaamlippen goed. De zenuwen zitten wel wat scheef, dichtgegroeid of haast vastgeplakt.

Het negermeisje (slot)

Dan zit ze in het vliegtuig en ziet voor het eerst de Himalaya. Alleen. Lhasa is een stuk rustiger dan Kathmandu. Viezer is het wel. De Tibetanen zijn groot. Vooral de mannen die soms op vrouwen lijken door hun haardracht. Lang, met een turkoois versierd en rode strengen. De kinderen hebben net als veel vrouwen ronde gezichten met rode wangen. De wangen van haar moeder.

Het negermeisje (1)

Ze had dagen lang gehuild. Het verbaasde haar dat er nog tranen kwamen. Vannacht had haar vriend bij een jong meisje gelegen. Hij had op de bank geslapen. In zijn ogen had ze gezien dat hij verliefd was en hij had haar met medelijden aangekeken. Toen had ze geen tranen meer; leeg en weggezogen. Het verdriet kolkte als een echo in haar middenrif. Zij had nog geprobeerd zijn gedachten tegen te houden. Maar, had hij gezegd, hij kon zelf niet eens bij zijn gedachten, laat staan ze onder woorden brengen.