Mooi tot in de eeuwen der eeuwen

Matt Damon is the sexiest man alive, althans volgens het Amerikaanse magazine People. De acteur wordt geroemd omwille van zijn [i]irresistible sense of humor[/i]. Daarenboven is de zevenendertigjarige een [i]rock solid family man[/i] en ondanks deze quasi-perfectie blijkt de man te beschikken over een [i]heart-melting humility[/i]. Wat meteen nogmaals in de verf werd gezet door ’s mans reactie die sprak over ouder worden en egoboost en “maar” een huisvader. ‘Ze leefden nog lang en gelukkig’ had de redacteur er net niet onder durven zetten.

Dante in de schoenwinkel

We staan aan een etalage te kijken. Drie schoenen kijken me aan met nietszeggende gespenogen. Zij kijkt en wijst, in de etalage en verderop waar gekeken wordt en gepast, kleinere en grotere maten worden gevraagd. Waar vrouwen passen, mannen en kinderen zich terugtrekken in een krant of strip, in MTV of de DVD van Cars. Af en toe opkijkend om de vruchten van de overwegend vrouwelijke pluk goed of af te keuren.

Een dier, vier letters

‘Goedemorgen dames en heren!’, het opgefokte gedoe van het belspelpresentatrice is niet alleen enerverend, het is zo lachwekkend dat ik even blijf kijken. ‘We zoeken een dier. Een nogal pittig geval, met tanden en alles. Een stoer dier zoeken we dus. Vier letters tel ik hier op mijn papier. Goeiemorgen, wat is uw antwoord?’, de presentatrice beschikt niet enkel over een leuke snoet, ze heeft de adem om vier zinnen na elkaar te spuwen, er een rijmzin in te verwerken en dat zonder adem te happen. Ze is ontdekt als dichtende diepzeeduikster denk ik.

Station

Een station is haast per definitie een plek waar je aan voorbij gaat. Dagelijks of uitzonderlijk, naar het werk of op reis. Binnen, opstappen, vertrekken, klaar. Een gebruiksgebouw. Al is het niet helemaal duidelijk waar ‘het station’ begint, waar het zijn bestaan opgeeft. Gebouw en concept wijken uit elkaar. Zeker nu stations meer en meer gelijkenis vertonen met winkelcentra.

Koers kan je ruiken

De koers kan je ruiken, leerde ik van m’n vader. Er was een tijd dat ik lachte. Omdat ik het niet helemaal vatte denk ik nu. Toen dacht ik dat het was zoals in de zin: de roos ruikt zoet. Later leerde ik en kreeg het door. Net zoals ik leerde wat Shakespeare zoal kon hebben bedoeld met die roos van hem. Toen ik leerde over rode rozen en dat eraan ruiken niet de helft van de betekenis van dat zoet zijn was.