Leer

Als ik het leer voel kraken voel ik me vrij. Het stof van mij afschudden. Na een dag in het zadel. Met m’n maten. In de Franse hitte. Met Italiaanse afdronk. De frisse zeebries op de ferry verkoelt mijn zinnen. Motorrijders lijken de boot te hebben overgenomen. Ik voel de neiging de piratenvlag te heisen. Een piratenvlag zoals die op het eiland in ieder dorp trots wapperde. Vrij en onafhankelijk.

Concerto grosso

Interessant, hoor, die Toscaanse stadjes met oplopende straten en oude gebouwen. Maar nu even basta. We gaan gewoon nog een week richting zee. Met een schepje, een emmertje en misschien een dik boek. Daarna zijn we er klaar voor om in drie dagen terug te reizen naar huis, met de blik op oneindige snelweg. Oude popmuziek met de cd-speler meeblèrend. Zo hard als we kunnen.

Luchtje

Ze vullen het zicht met wit en geel. Kolossale blokkendozen door een middelmatige architect ontworpen, dat zijn het. Ze markeren het einde van twee weken in een ruig maar bergzaam landschap. Na een reis als deze is je rugzak op de terugweg voller dan op de heenreis. We draaien ons hotel op wielen behoedzaam in de buik van het zeemonster. Het klinkt metalig hol in de krochten. Af en toe klinkt een venijnig gebrul.

Doorgeefeten

Na twee heftige weken Corsica en wat uren varen spuugt de foeilelijke ferry ons achteloos uit in Livorno, samen met ontelbare motorrijders.
Een beetje verwezen rijden we de veerhaven uit en de nabije havenloze wijk in. Het is net avond geworden.

Berichten uit de zomerresidentie 4.

Raban.

E. kom ik tegen in de winkel van waaruit ik onze zomerresidentie van voorraden voorzie.
Hij is een fan van de dagversjes die ik onder pseudoniem op het prikbord bij de receptie zet. Tussen de voortenten, gratis af te halen tuintafels en een ‘keurige’ magnetron voor 15 Euro, frummel ik mijn handgeschreven 6 regelig commentaar op van alles en nog wat. Vorig jaar werd steevast elk versje dat zich uitliet tegen Geert W. door onverlaten van het zachtboard gescheurd. We spraken er samen schande van, maar hij spoorde mij aan ontmoediging geen kans te geven. Een fan dus, dat alleen al zou hem voor me moeten in nemen.