Mark Ammon is CEO van een groot bedrijf dat over de hele wereld zaken doet in allerlei vrouwenproducten. In zijn jetsetterig leven is geen dag hetzelfde. Zijn motto is: ‘Als niemand kijkt, moet jij je ogen open openhouden.’ Vandaag de eerste en extra lange aflevering waarin de nieuwe secretaresse Jody haar eerste werkdag heeft en zinderend kennismaakt met Mark. Maandagmorgen 9.03 uur. In een kantoor, gelegen op grote hoogte met een adembenemend uitzicht over de stad, opent Mark op zijn eigen zogenaamde onnavolgbare wijze de tweewekelijkse directievergadering.

“Zo Mathilde, heb jij er ook nog opgezeten afgelopen weekend of werkt dat bij jullie vrouwen anders?” Terwijl hij lacht draait Mark zijn gezicht naar Erik om een grijns van verstandhouding met hem te wisselen. Erik speelt dit spel nu al meer dan tien jaar met Mark. Hij lacht en knikt maar het interesseert hem niet en hij wendt zijn ogen naar de papieren die voor hem op tafel liggen. Mathilde is de manager human resources en weet zich opmerkelijk goed staande te houden eenmaal boven op het glazen plafond gekomen. Ze heeft er hard voor gewerkt en haar vriendin en levenspartner Annemiek is trots op haar. “Ja, dat zou jij wel willen weten he?” antwoordt ze Mark met een knipoog waarop hij in een bulderlach uitbarst. Mathilde kent Mark onderhand ook wel goed genoeg om te weten hoe ze dit soort dingen aan moet pakken: meespelen door de bal terug te kaatsen en zo de geladenheid verwijderen (Mark laat zich toch nooit in zijn kaarten kijken.) Al moest ze er in het begin trouwens wel aan wennen. Ze had zich de sfeer in de directie van een bedrijf dat in producten voor vrouwen doet heel anders voorgesteld. Annemiek gruwt ervan als ze over dit soort dingen vertelt en Mathilde besluit op hetzelfde moment meteen om dit vanavond maar niet aan haar te vertellen. En over twee weken is het Erik, John of Paul die dan gewoon weer aan de beurt is.

Mark herneemt het woord. “Voor we naar die saaie cijfers van jou gaan Erik, wil ik eerst wel eens weten waar die koffie blijft.” “Hey ja” zegt John, “why is er eigenlijk no coffee?” Iedereen kijkt naar Mathilde maar die trekt een vragend gezicht waarop zich tevens een beginnende irritatie aftekent. Paul, altijd opmerkzaam in gesprekken, zegt: “Nee Til, jij hoeft heus zelf geen koffie te halen hoor maar jij had Jeanette toch ontslagen nietwaar?” En dan zit Mathilde weer op het goede spoor. Inderdaad, ze had Jeanette om een drogreden ontslagen zodra ze er achter kwam dat zij zwanger was. Ze was het niet helemaal met deze gang van zaken eens geweest maar ja, orders van Mark. En vandaag zou dat nieuwe meisje beginnen. Hoe heette ze ook alweer.

Op hetzelfde moment beweegt de deurkruk van Mark zijn kantoor langzaam naar beneden. Het is 9.06 uur. De kruk kraakt en het hele directieteam draait als een man het gezicht naar de deur maar ziet niemand binnenkomen. Er klinkt wat gestommel, wat gerinkel, en onder aan de deur komt langzaam maar steeds duidelijker de neus van een zwarte pump in beeld. Dan een been, gehuld in nylon. Het been kromt zich, duwt duidelijk tegen de deur aan die dan verder openzwaait en daar staat ze dan. Geschat een meter achtenzeventig lang inclusief pumps. Witte blouse, zwarte rok tot net boven haar knieën, bruin haar tot even over haar schouders, rechthoekig brilletje op d’r neus, rode verf op haar lippen. In haar handen draagt ze een dienblad met kopjes, schoteltjes en koffie. Ouder dan vijfentwintig kan ze onmogelijk zijn schat Mark.

Een tel lang kijkt ze naar de starende gezichten van de directie en begint dan te lopen. Met het dienblad richting de vergadertafel waaraan iedereen nog zit te kijken en het nog steeds stil blijft. Ze wil het blad tussen Paul en Erik door op de tafel plaatsen als haar zenuwen de overhand krijgen. Ze zet het blad net iets te hard en te ongecontroleerd neer waardoor de koffie in de kan begint te schommelen. Een golfslagje koffie slaat over de rand van de kan, eerst op haar witte mouw en dan op Erik’s papieren. Erik schuift van schrik zijn stoel achteruit en zij slaakt een geschrokken kreetje om vervolgens snel het kantoor uit te benen. Mark kijkt het heupwiegend zwarte rokje na en verbreekt het verbaasde zwijgen. “Zo, duvels lekker bakkie! Of niet soms Erik?” terwijl hij met zijn hoofd naar de deur wijst. Erik is een beetje ontdaan en inspecteert zijn overhemd en zijn jasje op koffievlekken. “Als dat the new one is Mathilde, then zal ze nu wel een potje aan het janken zijn zou het niet?” grimast John terwijl hij Mark aankijkt.

Zijn woorden galmen nog na door het kantoor als ze weer in dezelfde stevige tred binnen komt lopen met een doos Kleenex in haar handen. Ze trekt er snel een paar tissues uit, veegt niet haar wangen maar de tafel en Erik zijn papieren schoon en verontschuldigt zich naar hem met enkel een hoofdknik. Dan pakt ze een kop en schoteltje, schenkt er koffie in en zet het voor Mark neer. Het landt met een ferme tik op de glazen tafel. De doos Kleenex zet ze er vlak naast terwijl ze er de uitgestrekte wijsvinger van haar rechter hand met een roodgelakte lange nagel op laat rusten. Ze kijkt hem aan en wacht een paar tellen, het lijkt alsof ze even twijfelt. “Hier is uw duvels lekker bakkie meneer. En deze doos, die mag u ook hebben want zo snel jank ik niet. De naam is Jody, aangenaam kennis met u te maken.” Dan, rechtopstaand, met een korte blik naar elk van de directieleden; “Ik wens u een prettige vergadering.” Weer loopt ze naar de deur en weer kijkt Mark haar van top tot teen na totdat ze de deur achter zich gesloten heeft. Mark is op prettige wijze verbluft door zoveel branie maar weet dit uiterlijk te verhullen en pakt de doos Kleenex in zijn handen en kijkt ernaar. “Da’s niet een duvels bakkie maar een duvels doosje!” En dan weer met een grijns naar Mathilde die eruit ziet alsof ze niet meer weet wat er zojuist allemaal gebeurd is: “Zelf uuhm… geworven en geselecteerd Mathilde? Zal ik nu maar even niet vragen hoe?” Mark kijkt weer naar Erik om het vertrouwde contact met hem te zoeken maar Erik kijkt noch knikt. In plaats daarvan begint Erik halfstotterend de brij van cijfers van het tweede kwartaal voor te lezen en zo begint om 9.09 uur dan eindelijk de vergadering. Mark, in zijn executive stoel, gaat iets achterover hangen, een slok van zijn koffie nemend. Glimlachend kijkt hij uit over de stad, fantaserend over duvelse doosjes. Jody, zo heette ze. Hij hoopt dat zij niet snel zwanger zal worden.


7 reacties

Mosje · 7 augustus 2004 op 17:11

Pff Raindog, jij maakt het jezelf niet makkelijk. Een vervolgverhaal publiceren op een website, en dan het eerste hoofdstuk al direct zo lang.
Ik vrees dat je de aandacht van de lezers hier niet erg lang zal weten vast te houden. En dat ligt niet zozeer aan die lezers, als wel aan het feit dat het web niet zo geschikt is voor grote lappen tekst.
Over het verhaal zelf: je schrijft eigenlijk best wel lekker. Leest makkelijk weg.
Wat is een CEO trouwens?

Raindog · 7 augustus 2004 op 21:22

Shit, had ik net een lap tekst in antwoord op je reactie terug geschreven Mosje, alles weg door een onfortuinlijke toetscombinatie!

Enfin, de strekking was dit:
Er zijn een aantal columnisten wiens werk ik heel erg goed of leuk vind of stomweg bewonder. Dit rijtje is zo ongeveer de volgende. Martin Bril, Sylvain Ephimenco, Remco Campert. Laatstgenoemde had eertijds een fantastische creatie bedacht; drs. Smallebrootje met het jonge blonde ding van de achterban. Dat idee heb ik gemeend te mogen jatten en in plaats van een politicus wilde ik een Chief Executive Officer in de hoofdrol plaatsen. Je weet wel, die mannen in dure pakken die altijd lachend voor de camera staan, niemand weet waarom ze zo lachen behalve zij zelf. Die mannen die denken dat zij op deze wereld een significant verschil uitmaken. Omdat zij het effect weten van alles wat ze in die camera gaan zeggen en meestal doet dit hun eigen prive-kassa geen kwaad. En nogmaals, zij weten dat. Leek me een dankbaar typetje om een schertsvertoning van proberen te maken.

Het verhaal is te lang, je hebt helemaal gelijk. Dik 1100 woorden maar ja, ik moet het verhaal ook even neer kunnen zetten natuurlijk. Deel twee ligt hier al bijna een week helemaal klaar. Die is al danig korter, ca. 810 woorden. Ik hoop de 400 à 500 woorden als verhaallengte te kunnen bereiken. Of ik deel twee wel of niet inzend hangt even van de reacties hier af. Als niemand er hier op zit te wachten ga ik er waarschijnlijk iets anders mee doen. Idem dito voor de delen drie en vier die zich op dit moment in mijn hoofd aan het vormen zijn.

Dank voor je complimenten en laat me nog maar eens weten of je het kortere deel twee ook nog eens wilt lezen ;-). Het is wel een spannende aflevering vind ik zelf hehehe.

sally · 8 augustus 2004 op 01:04

tja, ik ben het wel een beetje met Mosje eens.
Moest me er wel een beetje toe zetten het hele verhaal te lezen.
Begrijp wel dat je eerst een sfeertje neer moet zetten als je van plan bent kortere vervolgcolumns/verhaaltjes te schrijven.
Verder vind ik dat je het sfeertje wel knap omschreven hebt.
Maar vind het verhaal nog niet echt boeiend.
We zien wel…?

Louise · 8 augustus 2004 op 08:53

Om te beginnen wil ik zeggen dat je lekker schrijft. Het was even wennen omdat je hier over het algemeen korte stukjes vindt met een duidelijke stelling en waar ook vrij snel naar een einde toe gewerkt wordt. De column.

Iets anders dan een column is het verhaal, maar ook daar heb je verschillende varianten van.

Het korte verhaal waarin een handeling of gebeurtenis centraal staat en waarin ook een duidelijk begin en vooral einde zit. Alleen de mensen die handelen en meemaken spelen mee. Tijd en plaats om uitgebreid omgevingen en achtergronden neer te zetten is er niet en ook hier wordt er snel en duidelijk naar een eind toe gewerkt. Toch kun je in een kort verhaal wel degelijk een sfeertje neerzetten, maar dat doe je, om woorden te sparen, tijdens de handelingen van de mensen. Ze kijken rond, praten, bewegen op een bepaalde manier zodat hun karakters duidelijk worden.

Dan heb je de roman. Erg lang en daarin gebeurt vanalles en vaak lopen vele verhaallijnen door elkaar. Hierin kun je wel eindeloos een situatie of handeling tot in detail beschrijven.

Wat ik hier lees, is duidelijk een fragment uit een roman. Er is geen eind en nauwelijks een spanningsboog. Het kabbelt door en stopt dan ineens. Als fragment vind ik het mooi, als verhaal niet.

Toch denk ik dat je hier best een kort verhaal van zou kunnen maken. Korter dan dit. Al is 500 woorden voor een kort verhaal erg weinig. Er moet dan wel een clue komen. Misschien door dit verhaal en je vervolg te combineren.

Raindog · 8 augustus 2004 op 11:06

Jaahaaa, daar zal ik eens even heel goed over moeten nadenken he? Het was ook evenuitproberen zoals ik al zei Louise. Als je niet zou weten dat er een vervolg aan zou komen, dan zou je op de vraag of het een column is ook meteen ‘nee’ gaan antwoorden. Ik moet ook zeggen dat, toen ik dit schreef, ik hier nog zo vers was dat ik de rubriek ‘verhalen’ niet helemaal goed begrepen heb. Later, aande hand van inzendingen van anderen in die zelfde rubriek, werd mij dat gestaag duidelijker ;-).
Vooral je commentaren gelinkt aan wat een kort verhaal en wat een roman is hebben weer meer duidelijk voor me gemaakt. Idem voor Sally.

Toch nog maar eens kijken. Maar ja, dat is het leuke ook (van deze site); ik kan nu eens wat dingen uitproberen snapje.

Tenslotte een rectificatie: de creatie van Campert heet niet drs. Smallebrootje maar drs. Mallebrootje. Spreek het maar eens uit en je snapt vanwaar die fout.

Dees · 8 augustus 2004 op 13:13

Prima geschreven! Waarom een lap tekst op het net afstoot weet ik niet, maar het is wel zo. Je brengt jezelf dus in het nadeel, door lezers aan te boren die eerst iets moeten overwinnen om je stuk echt te gaan lezen.

Overigens is dat lezen wel de moeite waard!

Groet,

Dees.

Ma3anne · 8 augustus 2004 op 16:22

Ben benieuwd naar een kort en krachtig verhaal van jouw hand. Je taalgebruik vind ik in elk geval om te smullen. Foutloos, helder en lekker lopende zinnen.
Verder sluit ik me aan bij het commentaar van Louise.

Blij dat ik nu weet wat een CEO is. Mijn dag ziet er een stuk vrolijker uit. 😛

Geef een reactie

Avatar plaatshouder